Edward en Emiel Planckaert: “Baptiste is een mengeling van ons beiden”

Tom Vandenbussche

De Zwevegemse wielerfamilie Planckaert is sterk vertegenwoordigd bij Sport Vlaanderen-Baloise. Terwijl Baptiste (30) voor Wallonie-Bruxelles uitkomt, begint Edward (24) aan zijn derde campagne en wil Emiel (22) zijn verstoord debuutjaar doen vergeten. Tijdens de ploegstage aan de Costa Blanca schotelde Krant van West-Vlaanderen de twee broers 20 vragen voor, de ene al wat neteliger dan de andere. Beweert Emiel: “Het staat op Edwards voorhoofd geschreven dat hij de grootste profiteur van ons tweeën is.”

1. Wie won er het grootste aantal koersen als jeugdrenner?

Edward: “Dat ben ik.”

Emiel: “Hij is ook de grootste sleper. Dan weet je al genoeg, hé.”

Edward: “Je weet toch dat alles wat je hier zegt opgeschreven wordt?”

2. Wie was er de sterkste jeugdrenner?

Emiel: (kordaat) “Edward.”

Edward: “Jij toch? Ik was de slimste, maar jij kwam in de lastigste koersen het best tot je recht.”

3. Wie werd het vaakst voor de nationale ploeg geselecteerd?

Edward: “Emiel.”

Emiel: “Zeker?”

Edward: “Ik heb als belofte enkel Gent-Wevelgem gereden, terwijl jij voor een pak kampioenschappen bent geselecteerd.”

Emiel: (knikt) “Het WK voor juniores in Ponferrada is mijn mooiste herinnering daaraan. Geestige sfeer, mooi weer en goed gekoerst. Op 200 meter van de finish lag ik nog op kop. Ik heb toen een stomme stoot uitgehaald, anders was een medaille mogelijk geweest.”

Edward en Emiel Planckaert:
© BELGA

4. Wie heeft voorlopig de mooiste zege op zijn palmares staan?

Edward: “Moeilijke vraag. Het is al een tijdje geleden dat we nog een koers gewonnen hebben.”

Emiel: “Ik heb als nieuweling wel eens een koers in Luxemburg met de nationale ploeg gewonnen. En dan was er natuurlijk ook nog mijn zege in die UCI-koers toen ik belofte was (Grand Prix des Marbriers, een UCI 1.2-wedstrijd in Noord-Frankrijk, red.).”

Edward: (knikt) “En dat in een moeilijk jaar (Emiel kampte in 2016 als tweedejaarsbelofte met aanhoudende knieproblemen, red.).”

5. Wie heeft het meeste koersinzicht?

Emiel: “Edward.”

Edward: “Baptiste. (beiden proesten het uit) Telt hij mee? Neen, niet alleen door zijn leeftijd, Baptiste heeft dat altijd al gehad. Sommigen demarreren tien keer. Hij doet dat één keer en is mee.”

Emiel: “Ik demarreer tien keer en de elfde keer ben ik niet mee. Dus doe toch maar Edward.”

6. Wie heeft de beste sprint?

Emiel: “Daar moeten we niet over nadenken. Edward dus.”

Edward: “Dat is al van jongs af aan zo, ook al hebben we in koers nog nooit tegen elkaar gesprint. Maar op training natuurlijk wel.”

Emiel: “In de profkoers in Putte-Kapellen in 2017 is het er wel bijna van gekomen, toen we beiden in de kopgroep zaten. Ik was toen nog stagiair bij Lotto-Soudal.”

Edward: “Tot we in de slotkilometer werden ingelopen. Anders hadden we tegen elkaar moeten sprinten.”

Edward en Emiel Planckaert:
© BELGA

7. Wie kan het best in een waaier rijden?

Emiel: “Edward.”

Edward: “Wringen, dat kan ik.”

Emiel: “Niet dat ze mij er zomaar af zullen rijden, maar ik ben altijd bang dat er een paaltje zal staan.”

Edward: “Ik ben ook kleiner en zit dieper op mijn fiets. Dat is een voordeel.”

8. Wie kan het best aanvallen?

Edward: “Emiel. Hij kan het langst en het best hardrijden.”

Emiel: “Vroeger toch. Vorig jaar ben ik veel van die kwaliteiten jammer genoeg verloren. In het begin van mijn rentree viel het nog mee, maar na het BK op de weg is het bergaf gegaan.”

Edward: “Logisch ook, als je zolang niet meer gekoerst heb.”

Emiel: “Nu voel ik me stilaan weer goed. Een stuk beter dan een jaar geleden alleszins.”

9. Wie kan het best klimmen?

Edward: “Emiel.”

Emiel: “In de Vlaamse Ardennen is hij wel nog beter.”

Edward: (knikt) “Als het explosief is. Maar als er hogere wattages over een langere periode aan te pas komen, is Emiel sterker.”

Emiel: “In de Ardennen zijn we ongeveer gelijk.”

Edward en Emiel Planckaert:
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Vroeger kon ik goed hardrijden. Maar van die kwaliteiten ben ik vorig jaar jammer genoeg veel verloren

Edward: “Maar alles wat langer is niet. Vorig jaar heeft Emiel natuurlijk weinig gekoerst. Pas na dit seizoen zullen we alles beter weten over zijn toekomst.”

10. Wie kan het best profiteren van een ander?

Emiel: “Edward.”

Edward: “Edward.”

Emiel: “Dat is geen vraag. Het staat op zijn voorhoofd geschreven. En iedere koers, hé. Als hij mee is, begint hij te slepen.”

Edward: “Het mooiste voorbeeld daarvan zijn onze trainingen. Ook dan kruip ik graag in het wiel.”

11. Wie is het fanatiekst met zijn voeding bezig?

Emiel: (grijnst) “Baptiste.”

Edward: “Dat is zeker waar.” (denken even na)

Emiel: “Op stage Edward.”

Edward: “Emiel doet alsof hij niet professioneel bezig is.”

Edward en Emiel Planckaert:
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Ik ben nu fanatieker met voeding bezig. Logisch, ik stond vijf kilo te zwaar. Elke winter weer

Emiel: (verontwaardigd) “Dat is echt niet waar.”

Edward: “Ik denk wel dat ik er nu het fanatiekst mee bezig ben. Logisch ook, ik stond altijd vijf kilo te zwaar. Elke winter weer moet ik erop letten. Vroeger deed ik dat te weinig. En ik ben sowieso iemand die sneller in gewicht bij komt dan Emiel.”

12. Wie is er het fanatiekst met zijn lichaam bezig?

Edward: “Ik zou het niet weten.”

Emiel: “We zijn alleszins geen etalagefietsers die tijdens training voortdurend zichzelf proberen te bekijken.”

Edward: “Voor mij is dat niet zo belangrijk.”

Edward en Emiel Planckaert:

13. Wie is de koppigste?

Edward: “Ik denk dat we alle twee een harde kop hebben, maar Emiel kan het langer volhouden. Hij heeft een sterker karakter. Of beter: hij heeft meer karakter.”

Emiel: “Ik denk dat het klopt wat hij zegt.”

Edward: “Ook tijdens training of in koers zal hij langer volhouden.”

Emiel: “Ik zou mezelf volledig de nek durven af te rijden, maar in het dagelijks leven denk ik niet dat ik koppig ben.”

Edward: “Ik ook niet.”

Emiel: “Ik denk dat ik vooral op training koppig ben.”

14. Wie is er het meest attent voor zijn vriendin?

Edward: “Emiel.”

Emiel: “Schrijf dat maar op. Het is ook makkelijker voor mij. Ik heb nog geen kindjes en kan makkelijker eens tegen mijn vriendin zeggen: kom, we gaan naar de cinema of iets eten.”

Edward: “En bij Emiel is het nog pril. Die verliefdheid, hé.”

Emiel: “Schrijf dat maar op.”

15. Wie kan er het best naar zijn trainer luisteren?

Edward: “Ik denk toch wel mezelf. Maar Emiel is daarin verbeterd. Logisch ook, hij is nog maar pas van trainer veranderd en wordt nu door Filip Speybrouck (ook de trainer van Zico Waeytens, red.) begeleid.”

Edward en Emiel Planckaert:
© BELGA

16. Wie heeft de slechtste humor?

Emiel: (grijnst) “We zijn daarin even slecht.”

Edward: “Correctie: we zijn even droog.”

Emiel: “Veel mensen kunnen niet lachen met onze moppen.”

Edward: “Het zijn dan ook wel altijd insiders.”

Emiel: “En dan staan ze daar te kijken. Zo van: what the fuck!?!”

Edward: “En wij maar lachen…”

17. Wie lijkt het best op papa Ignace, die als amateur in het Circuit des Ardennes ooit Sean Kelly en Greg LeMond versloeg?

Edward: “Emiel. Dat karakter, dat vanaf de start boren tot hij over de meet komt.”

Emiel: “Hij kon ook niet sprinten. Ja, soms vertelt hij er wel eens over. Als we bijvoorbeeld ergens passeren en hij zegt dat hij daar ooit gekoerst heeft.”

18. Wie lijkt het meest op broer Baptiste?

Emiel: “Edward, maar ook zij zijn niet helemaal dezelfden.”

Edward: “Hij heeft meer het karakter van jou. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat Baptiste een mengeling van ons beiden is.”

Emiel: “Ook als mens lijkt hij niet op ons. Hij doet zijn eigen ding. We trekken beiden niet op hem.”

Edward: “Baptiste is een einzelgänger, hé”

Emiel: “Als hij naar een koers moet vertrekken, is hij nog trager dan ik.”

Edward: (fronst zijn wenkbrauwen) “En dat wil wat zeggen…”

Emiel “Baptiste is ook veel meer met de parcours van de wedstrijden bezig. En hij denkt veel meer na over zijn voeding.”

Edward: “Hij zit ook nog maar een jaar op Instagram. Dat is een groot verschil met ons.”

Edward en Emiel Planckaert:
© BELGA

19. Wie zal er in 2019 het best presteren?

Emiel: “Edward.”

Edward: (knikt) “Normaal gezien zal dat kloppen.”

Emiel: “Je voelt zoiets gewoon. Nog nooit heeft hij zo snel gereden. Baptiste heeft het ook al gezegd.”

Edward: “In november was dat nochtans nog niet zo.”

Emiel: “Akkoord, maar dat kwam door de knieproblemen die je toen even gehad hebt. Vanaf onze gezamenlijke trainingsstage in december, hier in Calpe, was dat wel het geval.”

20. Wie zal er het als coureur het verst schoppen ?

Edward: “Moeilijke vraag.”

Emiel: “Dat weet je niet op voorhand. Je kunt iets tegenkomen.”

Edward: “Het hangt ook af van welke richting je uitgaat.”

Emiel: “En soms moet je gewoon geluk hebben.”

Ploegleider Hans De Clercq: “Verwacht Edward in Vlaamse koersen”

“Edward (die vorige week het bergklassement in de Ster van Bessèges won, red.) is een van de renners die onze ploeg zal moeten dragen”, vindt Hans De Clercq. “En daar geloof ik ook voor de volle 100 procent in. Hij zal nog een stap zetten en verwacht hem meteen in de Vlaamse koersen. Edward komt misschien wel als een speelvogel over, maar is echt met zijn vak bezig.” De Clercq zag vorig jaar ook Edwards één jaar jongere broer Emiel als prof debuteren. “Maar door zijn gezondheidsproblemen (hartproblemen, red.) heeft Emiel nog wat respijt. Jammer genoeg, maar ik ben al blij dat alles goed gekomen is. Het gaat met hem ook veel beter dan een jaar geleden. Emiel komt anders over en is veel gretiger. Hij zal dit jaar zowel in de Vlaamse als Waalse koersen ingezet worden. Normaal weten we van een neoprof na een jaar welk type koersen hem het beste liggen, maar bij Emiel is dat nu met een jaartje uitgesteld. Hopelijk weten we eind 2019 waar we met hem naartoe moeten.” (TVB)