De teloorgang van de kermiskoers
West-Vlaanderen is de wielerprovincie bij uitstek. Toch verdwenen er de voorbije jaren 132 kermiswedstrijden. Organisatoren worden te oud of vinden de nodige sponsoren niet meer. Zijn kermiswedstrijden stilaan folklore of blijven ze toch voortbestaan?
Dinsdag 31 juli in Ledegem, een kleine West-Vlaamse gemeente bij Roeselare. Vandaag het decor voor een kermiswedstrijd voor beloften en elite zonder contract. Een ‘kermiskoers’ in de volksmond. Deze wedstrijden vormen de bakermat van het wielrennen. Jonge renners leren er de stiel. Door goede prestaties groeien ze door naar topploegen en misschien zelfs naar het profpeloton.
Al vanaf half 9 ‘s morgens zijn vrijwilligers druk bezig met nadarhekkens klaar te zetten. Het koerscomité ‘Eendracht maakt macht’ van voorzitter Bart Clicque (55) richt de wedstrijd in. Al meer dan dertig jaar is de sympathieke Ledegemnaar bestuurslid. “Ik erfde de wielermicrobe van mijn schoonvader. Wielrennen in Ledegem is een echte traditie. Op de dag van de wedstrijd komt iedereen buiten. Sommigen bekijken de wedstrijd op hun stoep. Anderen spreken af op café. Er zijn zelfs mensen die ik slechts één keer per jaar zie en dat is op de dag van de koers”, vertelt Bart al lachend.
Wedstrijden verdwijnen
De Grote Prijs van de ‘Platse’ is vandaag aan zijn 65ste editie toe. Een jubileum, maar toch één in mineur. De voorbije jaren zagen ze in Ledegem veel bevriende organisatoren stoppen. In 2017 publiceerde de krant van West-Vlaanderen een onderzoek over het aantal kermiswedstrijden in Vlaanderen. Vooral in de grootste wielerprovincie West-Vlaanderen was er een negatieve tendens te zien. Van de 538 kermiskoersen in 2007 bleven er in 2017 maar 406 over. Een daling van 132 wedstrijden of van bijna 1 op 4. In de kustgemeente Blankenberge waren er in 2007 nog twee kermiskoersen. Die zijn nu verdwenen. “Beide organisaties zijn gestopt doordat het te moeilijk werd om nog een koers te organiseren. Als stadsbestuur betreuren we dat natuurlijk”, vertelt burgemeester Ivan De Clerck (59).
“Vroeger organiseerde ieder dorpscafé een wedstrijd om zo klanten te lokken”, Frank Glorieux CEO Cycling Vlaanderen
Vanuit de wielerfederatie Cycling Vlaanderen bekijken ze deze evolutie met argusogen. In 2017 kwam Frank Glorieux (49) aan het hoofd van de toenmalige wielerbond Vlaanderen. Voor de daling zijn er een aantal verklaringen volgens hem. “De maatschappij is enorm veranderd. Vroeger organiseerde ieder dorpscafé een wedstrijd om zo klanten te lokken. Veel cafés zijn nu verdwenen en dus ook de wedstrijden. Daarnaast staan veel gemeentebesturen niet meer te springen om wedstrijden toe te laten. Koers was vroeger sympathiek, nu zorgt het vooral voor overlast in hun ogen.”
Kosten stijgen
Café Godjes op de ‘platse’ is het epicentrum van het wielergebeuren. De aankomst en start zijn er slechts enkele meters vandaan. Hier gaan iets na de middag de inschrijvingen van start. Niet iedereen kan zomaar deelnemen aan een kermiskoers. Zo moet je aangesloten zijn bij Cycling Vlaanderen. Per wedstrijd betaal je nog eens om deel te nemen. In de zomermaanden komen ook veel Britten, Nieuw-Zeelanders of zelfs Israëliërs hier wedstrijden betwisten. In België leer je de stiel. Net wanneer de eerste renners zich inschrijven, krijgt Bart Clicque telefoon. Er is geen elektriciteit voor de boxen aan de aankomst. Ook de kleedkamers zijn niet open. Hij springt recht en komt even later terug. “Opgelost”, zegt hij al puffend. “Je bereidt alles goed voor. Toch heb je de dag zelf altijd wat problemen. Enkele jaren geleden kreeg ik ‘s ochtends telefoon van de bakker. Ze waren het wegdek aan het openbreken. Ik was nog nooit zo vlug uit mijn bed”, vertelt Bart met een brede lach.
“In totaal kost het nu zo’n 2500 euro om een wedstrijd te organiseren. Dat is veel geld hoor”, Bart Clicque voorzitter koerscomité Eendracht maakt macht
Ondanks dat het goed gaat met Bart zijn koerscomité ervaart ook hij de problemen die zijn collega’s kennen. “In 2016 ging de prijs van een organisatievergunning plots omhoog naar 297 euro. Hiervoor moet je ook al een heleboel papieren invullen om die te verkrijgen. Op iedere wedstrijd moet er ook een post van het Rode Kruis zijn. De kostprijs hiervan steeg van 100 naar 520 euro. In totaal kost het nu zo’n 2500 euro om een wedstrijd te organiseren. Dat is veel geld hoor.” Gelukkig heeft het comité een reserve opgebouwd. “Toch hebben we vorig jaar voor het eerst aan de reserves moeten zitten”, komt Ronny Desmet (63) tussen. Ook hij is bestuurslid van het koerscomité. “Doordat de kostprijs steeg, werd het voor veel organisatoren moeilijk om nog de nodige sponsoren te vinden. Daardoor besloten velen om te stoppen.”
Gelukkig voor het koerscomité van Bart staat de gemeente Ledegem als één blok achter hen. Sinds 2007 is Bart Dochy (45) er burgemeester. “In Ledegem is er een sterke wielertraditie waarop we verder bouwen. Door zo’n organisaties versterk je het samenhorigheidsgevoel. Iets wat wij als gemeentebestuur sterk aanmoedigen. Door de stijgende kosten ging bij de verdeling van de sportsubsidies iets meer naar het koerscomité. Wij proberen wel een evenwicht te zoeken. Niet iedereen is koersminded en ook de mening van die mensen is waardevol. We zitten vaak met alle betrokkenen samen en proberen zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken.”
Startschot
De renners zetten zich klaar aan de start. De ene dure blinkende fiets naast de andere. Wanneer iedereen bijna klaarstaat, wringt een renner zich nog snel in de voorste rij. “Goedemiddag sportliefhebbers”, weergalmt er uit de boxen. Aan het woord is Gilbert Vandromme (71) al bijna 50 jaar speaker op wielerwedstrijden. “Binnen 4 minuten start de 65ste Grote Prijs van de ‘Platse’ in Ledegem. 71 renners aan de start voor een wedstrijd van 105 kilometer of 20 ronden. De topfavorieten zijn Steven Caethoven, Cédric Defreyne en Christophe Van Cauwenberghe.” De renners wachten rustig op het startschot. Van stress is er geen sprake. Iemand verorbert zelfs nog snel een powerbar.
“We hebben meer jonge mensen nodig. Een dag helpen lukt wel, maar die tientallen vergaderingen in het jaar zijn er te veel aan”, Frans Vandeweghe
Stipt om 15 uur klinkt het startschot. Vliegensvlug klikken de renners in hun klikpedalen en weg zijn ze. Na twee ronden probeert er al een kopgroep weg te rijden. “Lekke band Pieter Ververken”, roept Gilbert in zijn micro. “Verdorie dat is een goede”, reageert een toeschouwer. Op 51 seconden van de kopgroep hangt de Israëliër Slava Dubinski. Twee ronden later zit zijn wedstrijd erop.
Aan de zijlijn ziet Frans Vandeweghe (72) de renners voorbij vlammen. Na een half decennium engagement voor de wielersport in Ledegem is het genoeg geweest voor hem. “Het is tijd dat de jeugd de fakkel overneemt. In veel koerscomités bedraagt de gemiddelde leeftijd 60 tot 70 jaar. We hebben meer jonge mensen nodig. Een dag helpen lukt wel, maar die tientallen vergaderingen in het jaar zijn er te veel aan. Waarom ik stop? Ik ben nog in goede gezondheid hoor. Maar als ik nu niet stop, blijf ik maar doordoen.”
Pistolet en een drankje
Na 5 ronden wedstrijd wisselen de ontsnappingspogingen elkaar vliegensvlug af. “Blijven rijden Koen”, schreeuwt een supporter zijn favoriet toe. Veel toeschouwers wandelen de volledige omloop af. Wanneer het peloton passeert, supporteren ze voor hun favoriete renner. Sommige Ledegemnaars zetten een stoel voor de deur en bekijken zo de wedstrijd. Werner Vandoorne (84) is geboren en getogen in Ledegem. Al 8 jaar spreekt hij bij vrienden in de Rollegemstraat af om de wedstrijd te bekijken. “Met een hapje en een drankje volgen we de koers. Ik ben er nu 84 en heb alle edities gezien. Een echt Ledegemnaar kijkt naar de koers.”
Op het kruispunt van de Rollegembosstraat en de Rollegemstraat weergalmt er plots een fluitje. “Terugdraaien en het parcours volgen”, klinkt het kordaat. Daar staat Nicole Houthoofdt (57). Al meer dan 30 jaar is ze seingeefster. “Mij moet je niets meer leren. Ik voel de wedstrijd perfect aan.” De wagen met de groene vlag komt uit de bocht. De renners zijn daar bijna. Nicole neemt haar plaats in. Terwijl de renners passeren, komt er een motor aangereden. “Even wachten”, zegt Nicole. Nadat de wagen met de rode vlag weg is, laat ze de motor door. “Als de renners mij zien, weten ze dat het veilig is.”
“Ik zou het nog altijd gratis doen”, seingeefster Nicole Houthoofdt
Nicole leeft voor de sport. “Wielrennen is mijn leven.” Vrijwilligers zoals Nicole vind je niet vaak meer. Organisatoren moeten anno 2018 seingevers betalen terwijl ze dat vroeger deden voor enkele pistolets en drankjes. “Gelukkig zijn er vandaag wel seingeversgroepen. Zij gaan dan van wedstrijd naar wedstrijd. Een goede oplossing, maar ze hebben geen passie voor de sport. In de ene krijg je meer geld dan in de andere en dan verhuizen er veel. Ik zou het nog altijd gratis doen.” De politieagent die bij Nicole staat, blaast op zijn fluitje. De renners zijn opnieuw in aantocht en Nicole zet zich klaar. “Vanavond ga ik nog kijken naar het criterium in Roeselare, maar niet om te werken.”
Toppers passen
Na 11 ronden lijkt de wedstrijd in een definitieve plooi te liggen. “Niels Vandyck, Christophe Van Cauwenberghe en Anthony Pinaud hebben 45 seconden voorsprong op drie achtervolgers”, roept Gilbert Vandromme in zijn micro. In 1971 deed hij zijn eerste wedstrijd als speaker. Na de passage van het peloton blijft Gilbert nog even aan de microfoon. “Deze wedstrijd wordt mede mogelijk gemaakt door café de Reisduif en slagerij Bart Thermote.” Even de broodnodige sponsors in de verf zetten.
Door de professionalisering van de wielersport rijden de toppers van de verschillende categorieën nog amper ‘rond de kerktoren’. Die vind je nu vooral in interclubs in het binnen- en buitenland. “In de jaren ’70 kwam Eddy Merckx naar Poperinge. Iedereen van ver buiten onze stad wou een glimp van hem opvangen.” Nu moeten de kermiskoersen het met veel minder toeschouwers stellen. “Ieder jaar organiseer ik een criterium in Poperinge. Dit jaar kreeg ik Stan Dewulf, de winnaar van Parijs-Roubaix voor beloften, aan de start. Door grote namen te betalen om te starten, kan je natuurlijk wat extra volk lokken. Maar vele organisaties hebben het zo al moeilijk om rond te komen dus het is niet evident om zoiets te doen. Op veel steun moeten we ook niet rekenen.”
Vertrouwensbreuk
Vanuit de verschillende koerscomités is er nog maar weinig vertrouwen in Cycling Vlaanderen. CEO Frank Glorieux heeft hier begrip voor. In 2017 kwam hij aan het hoofd van de toenmalige wielerbond Vlaanderen. Er kwam een nieuwe naam, maar sindsdien waait er ook een nieuwe wind. “Er is een tiental jaren aangemodderd, waardoor er een vertrouwensbreuk is ontstaan. Nu moeten wij hun vertrouwen herwinnen. We zijn bezig met een aantal veranderingen door te voeren. In samenwerking met de Hogeschool West-Vlaanderen ontwikkelen we nu een app om de aanvraag van een organisatievergunning te vereenvoudigen. Ook begrijpen we dat financieel voor veel organisaties het water aan de lippen staat. Daarom denk ik na over een algemeen sponsorbeleid voor de kermiswedstrijden. Een Ronde van Vlaanderen steunen klinkt voor een bedrijf mooier, maar dan ben je als sponsor enkele minuten in beeld. Als sponsor van het kermiswedstrijdencircuit sta je meerdere keren per week enkele uren in de aandacht. Voor beide partijen kan dat een interessante oplossing worden”.
“Ik denk na over een algemeen sponsorbeleid voor de kermiswedstrijden”, Frank Glorieux CEO Cycling Vlaanderen
Daarnaast onderzoekt de federatie momenteel de mogelijkheid om meer gesloten circuits te gebruiken. Onder de R8 in Kortrijk is een mogelijke locatie, maar deze plannen staan nog in zijn kinderschoenen. Om oplossingen te zoeken reikt Frank Glorieux ook de hand naar de verschillende partners. “We zijn niet meer de oude wielerbond van vroeger. We zijn een moderne federatie die samen met alle onze partners wil meewerken aan het wielrennen van morgen.”
Nog twee rondes. “De koplopers hebben nog maar 25 seconden voorsprong”, weergalmt er uit de boxen. Aan de aankomst wordt het steeds drukker. Bart komt aangewandeld met een boeket bloemen. Erna gaat hij vlug op zoek naar een meisje die ze straks met de nodige kussen aan de winnaar mag geven. De wedstrijd gaat zijn laatste ronde in. “De voorsprong van de kopgroep is gestegen. De veer is gebroken bij de achtervolgers”, roept Gilbert. De laatste ronde verloopt vliegensvlug. Wie van de drie komt straks als eerste over de meet? “Ze zijn daar”, roept een aandachtige toeschouwer. De sprint wordt van ver aangetrokken. Uiteindelijk is het Niels Vandyck die het haalt voor Christophe Van Cauwenberghe. De Fransman Anthony Pinaud eindigt als derde.
Kus en bloemen
Na zichzelf even op te frissen fietst Niels Vandyck (27) opnieuw naar de aankomst. Hij krijgt bloemen en kussen van het kersverse bloemenmeisje Julie. “Deze overwinning is goed voor het vertrouwen. We draaiden met ons drieën goed rond. Die Fransman deed wel raar en sprintte nooit mee voor de premies. Misschien wist hij het niet”, vertelt Niels met een grijns. Hierna poseert hij voor de camera’s van de perslui.
Vrijwilligers ruimen ondertussen de nadarhekkens op. “Dan kunnen we vroeger een pint gaan drinken.” In café Godjes gaan die vlot over de toog. Achteraan in het zaaltje vindt de prijsuitreiking plaats. De renners dienen hun rugnummer in en komen hun prijzengeld ophalen. “Iemand nog een pistolet”, komt Bart tussen. “We hebben er teveel besteld. Dan maar uitdelen aan de klanten.”
“De magie van de koers is nu een beetje verdwenen, maar wij doen ons best om die verder te zetten”, Bart Clicque voorzitter koerscomité Eendracht maakt macht
De renners komen binnen. De ene al frisgewassen, de andere staat er nog in zijn bezwete wieleroutfit. “Heb ik toch prijs? Dat maakt mijn dag goed. Bedankt en tot de volgende.” Gilbert ploft zich neer in een zetel. “Het is genoeg geweest voor vandaag.” Wanneer de laatste renner weg is, ruimen de afgevaardigden van Cycling Vlaanderen op. Nog een laatste drankje en dan trekken ook zij huiswaarts.
Toekomst verzekerd
De dag loopt op zijn einde. Bart en Ronny staan op de stoep voor Godjes. “Oef, alles is goed verlopen. Weet je wat het meeste deugd doet? Als mensen je bedanken voor de mooie dag. Daarvoor doen we het. Rijk gaan we er niet van worden. Je moet zot zijn om vandaag een koers te organiseren”, vertelt Bart. “Gelukkig zijn we dat”, komt Ronny tussen. Daarop schieten beide mannen in een lach.
“Het is niet gemakkelijk om zo’n wedstrijd te organiseren, maar achteraf ben je altijd voldaan. Kermiskoersen zijn voor de oudere generaties folklore. De magie van de koers is nu een beetje verdwenen, maar wij doen ons best om die verder te zetten. Ik ben zeker dat er binnen tien jaar nog een wedstrijd in Ledegem is. Wij hebben het geluk dat een jongere generatie klaarstaat om de fakkel over te nemen”, vertelt Bart met de nodige trots. “Tijdens de wedstrijd heb ik niet veel moeten doen. Ze zijn er klaar voor Bart”, komt Ronny tussen. “Kom we gaan er een op gaan drinken.”
In Ledegem bewijzen ze dat het nog altijd mogelijk is om een kermiskoers te organiseren. Ook op Vlaams niveau lijkt er beterschap op komst, maar het wordt afwachten wat de hervormingen gaan geven. De deur van Godjes valt ondertussen toe. De straten van Ledegem zijn leeg. Twee uur geleden vlamde hier nog een peloton renners voorbij. In de cafés hoor je supporters nog nakaarten. Afspraak volgend jaar op de ‘platse’.
(Simon Dekaezemaker)
Beloften
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier