De eerste editie van de Ronde van West-Vlaanderen, 40 jaar later…

Hans De Clercq won de editie van 1992, nadat hij (zie onderaan) de koninginnenrit met zes beklimmingen van de Kemmelberg op zijn naam had geschreven. (foto's gf) © GF
Redactie KW

Maandag zal het exact 40 jaar geleden zijn dat de eerste Ronde van West-Vlaanderen voor liefhebbers van start ging. In 1979 kwam Het Wekelijks Nieuws op de proppen met het idee om een meerdaagse voor liefhebbers, nu de beloften en elite zonder contract, te organiseren. De etappekoers zou elk jaar een beetje groter worden en uiteindelijk uitgroeien tot één van de hoogtepunten voor wielerliefhebbers over de hele provincie. Gilbert Vandromme, een bekende stem in het West-Vlaamse koersmilieu, was erbij van in het prille begin en neemt ons mee voor een uniek stukje wielergeschiedenis.

Enkel wie nog nooit een kermiskoers van dichtbij heeft gezien, weet niet wie Gilbert Vandromme is. De Poperingnaar is al jaren speaker op de West-Vlaamse wielerwedstrijden, is co-organisator van het GSI-kermiscriterium van Poperinge, tuft rond in een camionetje van de Krant van West-Vlaanderen, verzorgt de tussenstanden van het Westsprint-regelmatigheidscriterium, maar is bovenal een wielerliefhebber in hart en nieren. In 1971 nam hij voor het eerst een micro in de hand om deskundig commentaar te leveren bij het wedstrijdverloop. Acht jaar later stond hij mee aan de wieg van de eerste Ronde van West-Vlaanderen. 40 jaar later vertelt hij boordevol passie over het ontstaan, de groei en de ondergang van één van ‘s lands mooiste wedstrijden voor liefhebbers.

Om zoveel mogelijk steden aan te doen, werd gekozen voor zes halve ritten. Het was de start van iets dat zou uitgroeien tot een enorm wielerspektakel

De eerste editie van de Ronde van West-Vlaanderen, 40 jaar later...
© GF

1. Ontstaan als publiciteitsstunt

Gilbert Vandromme: “De Ronde van West-West-Vlaanderen is eigenlijk ontstaan als een soort publiciteitsstunt. In 1979 bestond Het Wekelijks Nieuws 75 jaar en je moet weten: in die periode was de krant ontzettend populair in de West-Vlaamse woonkamer. Zowat elke familie had het weekblad in huis. Ter gelegenheid van die verjaardag besloten toenmalig directeur Herman Sansen en promotiechef Willy Vandepoele om een grote bus te kopen. Die plakten ze vol met reclame en rustten ze uit met een heuse geluidsinstallatie. Daarmee trokken ze overal rond in de provincie: naar koersen, loopwedstrijden, jaarmarkten, allerlei festivals en optredens…. Als er iets te vieren viel, was de bus ter plaatse.”

“Plots kwamen ze op het idee om als nevenactiviteit zelf een grote koers op poten te zetten. Vooral in de gebieden waar ze veel verkochten. Enig probleem: van wedstrijden organiseren hadden die twee grote mannen geen kaas gegeten. Ddaarom kwamen ze aankloppen bij Wielerclub Hoppeland uit Poperinge, waar de drukkerij van de krant gevestigd was. Raph Igodt was toen penningmeester, ikzelf was secretaris en zou ook speaker tijdens de koers worden. Samen met Paul Samyn, wielerjournalist bij Het Wekelijks Nieuws, probeerden we dat klusje zo goed mogelijk te klaren. Alles moest heel snel gebeuren. Pas in het voorjaar ontstond het idee. Rijkelijk laat en daardoor hadden ze ook geen geschikte datum. De wielerbond plaatste hen dan maar eind juni op de kalender. In allerijl werden de ploegen uitgenodigd, werd het parcours uitgetekend, sponsors gezocht, seingevers opgetrommeld… Dat resulteerde in een driedaagse die op 24 juni startte. Elf ploegen verschenen aan de start van de eerste editie, goed voor 66 renners, vooral kleinere namen. En om toch zoveel mogelijk steden aan te doen, werd er gekozen voor zes halve ritten. In de voormiddag 60 à 70 km, daarna een verplaatsing en in de namiddag moesten de renners opnieuw de fiets op. Het was de start van iets dat zou uitgroeien tot een enorm wielerspektakel.”

2. De groei

Gilbert Vandromme: “De jaren die volgden is de koers steeds groter geworden. Drie dagen werden er vier, vijf en uiteindelijk zeven! Er verschenen steeds meer en grotere ploegen aan de start. In 1992 waren er zelfs een aantal nationale selecties aanwezig: onder meer Nederland, Frankrijk, Rusland, Tsjechië en Polen zonden renners naar onze provincie. Ook het parcours begon steeds meer op dat van een profkoers te gelijken. Met prologen, ploegentijdritten, etappes langs de kust, doorheen het Heuvelland, over de Kemmel, in de Vlaamse Ardennen…. Voor mij persoonlijk waren dat ontzettend mooie tijden, maar ook voor de renners en het publiek waren het hoogdagen.”

“En hoewel het altijd een koers voor liefhebbers is gebleven, verschenen er toch een aantal bekende namen op de erelijst. Johan Museeuw kon een rit winnen en werd eens tweede in het eindklassement, Eddy Planckaert boekte twee etappezeges, Rudy Dhaenens staat op de erelijst, Danny Lippens is de enige die zich twee keer tot eindwinnaar kon kronen….”

1992 werd de laatste editie. De koers was te groot geworden. Of hoe zegt men dat? Mooie liedjes duren niet lang…

“Michel Pollentier en Denis Secq waren twee mannen die een ontzettend belangrijke rol speelden in deze groei. In 1988 kwamen ze bij de organisatie en ze zagen het meteen groots. De Ronde van West-Vlaanderen zou nog enkele jaren floreren, alvorens voorgoed van de kalender te verdwijnen

3. Het hoogtepunt in 1992 werd het einde

Gilbert Vandromme: “De 14de editie werd misschien wel de mooiste ooit. In de slotrit moest het peloton maar liefst zes keer de Kemmelberg over! Het was Hans De Clercq, huidig ploegleider bij Sport Vlaanderen-Baloise, die bovenop de Kemmel de dubbel pakte: ritwinst en eindzege!”

“Jammer genoeg werd het meteen ook de laatste editie. Alles was nochtans al geregeld voor 1993, het programmaboekje was zelfs gedrukt. Alleen… het geld was er niet. Ergens was dat ook wel te verwachten. Je moet maar eens tellen: zeven dagen koers, de overnachtingen van de renners moeten betaald worden, de seingevers, een UCI-commissaris, allerhande vergoedingen… Het budget van drie miljoen Belgische frank is nooit rondgeraakt. En ook een afgeslankte versie is er niet meer gekomen. De stekker werd er volledig uitgetrokken. De koers was te groot geworden. Of hoe zegt men dat? Mooie liedjes duren niet lang….”