Het Brugs stadsbestuur is fier dat Brugge de komende zes jaar drie keer als startplaats van De Ronde mag fungeren. Ook al moet de Brugse stadskas hiervoor in totaal 1,5 miljoen euro ophoesten.
Op een persconferentie dinsdag in het Brugse stadhuis bevestigde Tomas Van Den Spiegel, CEO van Flanders Classics dat Antwerpen en Brugge een gezamenlijk voorstel ingediend hebben om de komende zes jaar afwisselend als startplaats van De Ronde te fungeren. Inmiddels is het contract voor de periode 2022-2027 getekend.
De Brugse burgemeester Dirk De fauw bekent dat zijn Antwerpse college Bart De Wever hem het voorstel deed, tijdens de onderhandelingen voor een fusie tussen beide havens: “Bart De Wever wist dat Brugge kandidaat was als startplaats en suggereerde om samen een voorstel in te dienen, in plaats van tegen elkaar op te boksen en de prijs voor het startgeld nog de hoogte in te jagen. Hij vroeg wel dat Antwerpen in 2022 nog de startplaats mocht zijn, omdat de economische return de voorbije twee edities erg beperkt was, aangezien er geen publiek mocht aanwezig zijn.”
Mooiste Dag
Het idee om de Ronde te ‘heroveren’ rijpte al tijdens de start van de huidige Brugse politieke coalitie. Twee jaar geleden voerde financiënschepen Mercedes Van Volcem al de eerste, verkennende gesprekken met Flanders Classics: “Mijn collega’s zeiden mij toen, Mercedes ga ervoor. Maar ze geloofden niet echt in een goede afloop.”
Sportschepen Franky Demon is lyrisch na het binnenrijven van het contract: “Brugge krijgt er naast de Heilig Bloedprocessie een tweede Mooiste Dag bij!” Volgens schepen voor Economie Pablo Annys is de economische return moeilijk in te schatten; “Het weekend van De Ronde zijn alle Brugse hotels nagenoeg volzet. 16.000 wielertoeristen haspelen daags voordien het parcours af. Voor de horeca is dit een zegen. En vergeet niet dat 80 miljoen sportliefhebbers wereldwijd opnieuw mooie beelden van Brugge zullen zien. Dat is onbetaalbaar voor het internationaal verblijfstoerisme op langere termijn.”
Duur
De keerzijde van de medaille is dat de Brugse stadskas de komende zes jaar 1,5 miljoen euro moet ophoesten. Burgemeester Dirk De fauw laat ons zelf meerekenen: “Antwerpen moet dit jaar 400.000 euro betalen om de startplaats te mogen zijn. Elk jaar komt daar 25.000 euro bij….” Dit rekensommetje betekent concreet dat Brugge in 2023 450.000 euro moet betalen, in 2025 maar liefst 500.000 euro en in 2027 zelfs 550.000 euro.
De komende jaren dat Antwerpen startplaats is, belooft Tomas Van Den Spiegel een Brugs publiek evenement dat vooral de jeugd moet warm maken voor De Ronde en het wielrennen. Wat dat precies zal zijn, moet nog uitgedokterd worden. De CEO van Flanders Classics is zelf tevreden over het nieuwe contract met Antwerpen én Brugge: “In deze barre tijden wilden wij niet het onderste uit de kan halen, maar onze maatschappelijke rol benadrukken. De Ronde is het grootste festijn van het land. We waren tevreden met Antwerpen, maar beseften ook dat vele wielerliefhebbers heimwee hadden naar Brugge als startplaats. Beide burgemeesters vroegen eerst een contract voor tien jaar, maar tien jaar is een eeuwigheid, zeker in de politiek.”
En wat met de vage belofte van andere West-Vlaamse burgemeesters om mee Brugge als startplaats te financieren? Dirk De fauw: “Elke eurocent is uiteraard welkom. Maar sommige collega’s hebben nogal wat voorwaarden gekoppeld aan die financiering. Zo wou de burgemeester van Roeselare dat de renners over zijn Marktplein fietsen. Maar dat is niet zo evident in volle koers.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
