Bert Van Lerberghe: “Eigenlijk is Sien een alleenstaande mama”

Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain. © Foto Layla Vancompernolle
Tom Vandenbussche

Zondag verschijnt Bert Van Lerberghe in Brugge aan de start van de Elfstedenronde. Een week later wacht het BK op de weg in Gent. Verwachtingen koestert hij echter niet, want in april kreeg de Desselgemnaar van Cofidis met het cytomegalovirus af te rekenen. Toch oogt niet alles somber. Van Lerberghe beleefde de voorbije maanden ook vele mooie momenten. Hij trouwde met zijn Sien en werd papa van een flinke zoon. “Romain begint nu zelfs al wat te lachen en mij te herkennen.”

Het is woensdagnamiddag als we Bert Van Lerberghe (26) en Sien Deviaene (28) in hun woning in Desselgem opzoeken. Kleine Romain kirt van plezier, maar het gezicht van zijn papa en mama oogt somber als het plotse overlijden van eliterenner zonder contract Joren Touquet ter sprake komt. “Joren was een jaar jonger dan mij”, vertelt Bert. “Ik heb bij de jeugd vaak tegen hem gekoerst. Geen slechte renner, hoor! Als Joren goed was, trok hij meer dan zijn plan. Maar het was vooral ook een goeie kerel als mens. Dat zo iemand er nu plots niet meer is… Onwezenlijk.”

Van Lerberghe staart voor zich uit. Ook hij werd de voorbije maanden op sportief vlak niet gespaard. Daar wordt een topsporter niet vrolijk van. “De week na Paris-Roubaix zijn we getrouwd, maar de dagen erna voelde ik me erg vermoeid. Toen het daarna in de Tour de Yorkshire voor geen meter bolde, besefte ik dat er iets scheelde. Cytomegalovirus was het verdict.”

In januari heb ik eens een nacht voor Romain gezorgd. Ja, jongens… Als ik dat het hele jaar moet doen, is het gedaan met koersen

Weet je waar je het opliep?

Bert: “Ik denk op de trouw.”

Sien: “Naar het schijnt is het ook iets wat kindjes vaak hebben. Misschien heeft hij het van Romain overgekregen.”

Bert: “Ik ben zeker van niet. Een kindje kan zoiets pas krijgen als hij met andere kinderen in contact komt. Romain gaat nog niet naar de crèche, dus daar kan het niet van komen. Ik ben er zeker van dat iemand op onze trouw met CMV rondliep.”

Sien: (knikt) “Een hand geven, zoenen… Je komt op zo’n dag met heel veel mensen in contact. En je drinkt al eens vlugger uit het glas van iemand anders.”

Kerstkindje

Het was het voorbije half jaar natuurlijk niet allemaal kommer en kwel ten huize Van Lerberghe-Deviaene. Zorgde daarvoor: Romain Van Lerberghe. “Een kerstkindje”, glimlacht Sien.

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Sien: “Heel toevallig eigenlijk. We zijn beiden helemaal geen caféhangers, maar hebben elkaar wel op café leren kennen. Bert was daar met een vriend en ik met een vriendin. Dat was een koppel.”

Wist je dat hij een coureur was?

Sien: (lacht) “Ja, want hij was die dag net gevallen.”

Bert: “In de duo-strandrace in Bredene.”

Sien: “Hij was een beetje down. Bert was toen nog geen prof, maar ik wist wel dat hij wielrenner was. Mijn broer Armin heeft ook nog gekoerst, bij DJ-Matic.”

Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain.
Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain.© Foto Layla Vancompernolle

Zeven jaar later hebben jullie een baby. Dat moet toch een hele verandering geweest zijn…

Bert: “Weet je, ik vind het leuker dan verwacht. Begrijp me niet verkeerd: ik keek enorm uit naar zijn geboorte.”

Sien: “Bert dacht dat hij er nog niet meteen een echte band mee zou hebben. De eerste maanden doet zo’n kindje niet veel, hé. Dat ligt, eet, slaapt. Bert heeft graag een kindje van twee, drie jaar.”

Bert: “Dan kan je er echt al iets mee doen. Maar het bevalt me heel goed, hoor. Zeker nu, want Romain begint intussen al wat te lachen en mij te herkennen.”

Sien: “Maar het heeft ook een impact op Bert als wielrenner, waardoor hij vermoeid is.”

Bert: (knikt) “Ook al moet ik er niets voor doen.”

Sien: “Als Romain hier ligt te wenen of aandacht nodig heeft, vraagt dat iets van jou, zonder dat je er bewust mee bezig bent.”

Hoe verlopen de nachten?

Sien: “Niet zo goed. Nu lijkt hij stilaan wat vertrokken. (glimlacht) Hout vasthouden dus.”

Bert: “Ik slaap er gelukkig door.”

Sien: “Bert slaapt sowieso met oordoppen.”

Bert: “Als hij wakker wordt, gaat Sien naar zijn kamer en legt ze zich in een bed naast hem. Ik word toch niet wakker. Vorige winter heb ik, in januari, eens een nacht voor Romain gezorgd. Ja, jongens… dat ging niet. Als ik dat het hele jaar moet doen, is het gedaan met koersen.”

Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain.
Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain.© Foto Layla Vancompernolle

Koersen is jouw job. Daar draagt de partner de gevolgen van.

Sien: “We hebben daar op voorhand duidelijke afspraken over gemaakt. Ik wist dat voor we eraan begonnen.”

Bert: “Eigenlijk is zij een alleenstaande mama. Of het scheelt toch niet veel.”

Sien: “Dat is in onze situatie normaal. Ik ben nu ook nog met ouderschapsverlof. Pas in augustus begin ik weer te werken (bij Rituals, in Waregem, red.). Ik heb alles in één keer opgenomen. Met zo’n eerste kindje wilde ik het absoluut zo doen. Ik wilde er voor alles zelf bij zijn. Zijn eerste papje, dat wilde ik hem zelf geven. En vanaf september kan hij naar de crèche. In augustus heb ik nog twee weken verlof staan en de rest van de tijd overbruggen we dankzij de opa’s en oma’s.”

Die zullen wel trots zijn…

Sien: “We hebben er heel veel aan.”

Bert: “Romain is overal het eerste kleinkind.”

Sien: “Ze kunnen hem geen week missen of ze staan hier alweer.”

Bert: “Siens ouders wonen in Tiegem, de mijne in Waregem en Nokere.”

Sien: “Ze wonen niet ver en springen vaak binnen. We hebben er veel steun aan. En je ziet aan hen ook dat ze hem supergraag zien.”

Bert, is er voor jou als wielrenner iets veranderd sinds je papa bent geworden?

Bert: “Voor mij niet echt.”

Sien: “Hij kan daar goed afstand van nemen.”

Bert: “Het is eigenlijk wreed om te zeggen. Als ik in een rittenkoers zit, denk ik ‘s avonds wel aan hem, maar overdag tijdens de koers niet.”

Sien: “Ik denk dat Bert soms ook wel content is dat hij twee minuten op zijn gemak is.”

Bert: “Als ik weg ben, laat ik niet veel van me weten. Zo ben ik.”

Sien: “Je wordt gewoon graag met rust gelaten.”

Bert: “Mijn pa is vroeger altijd naar mijn wedstrijden meegegaan, maar voor mij moet niemand dat doen. Of er daar nu 20 of 100 man voor mij is, dat verandert voor mij niet zo heel veel, ook al heb ik dat wel graag.”

Sien: “Hij is daar heel nuchter in. Maar nu met Romain heeft hij toch graag dat we af en toe op de koers zijn.”

Bert: (knikt) “Zeker als ik hem na afloop even kan zien. Dat is geestig en daar kijk ik ook naar uit.”

Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain.
Bert Van Lerberghe met zijn vrouw Sien Deviaene en zoontje Romain.© Foto Layla Vancompernolle

Sien, moet jij ook in het huishouden je plan trekken?

Sien: “Bert is een handige Harry, maar niet in het huishouden. Hij zal nooit de afwas doen of stofzuigen.” (lacht)

Bert: “Op dat vlak ben ik een leegaard. Ik weet dat van mezelf.”

Sien: “Hij moet het zo ook doen. Rusten is een deel van zijn job.”

Bert: “Maar de eerste twee, drie maanden dat we hier woonden, was ik het die altijd kookte. (grijnst) Sien kon dat toen nog niet. Sindsdien heb ik wel geen pan meer aangeraakt, denk ik.”

Sien: “Koken interesseerde mij niet, dus moest ik dat allemaal nog leren. Soms is het voor mij lastig, omdat Romain heel veel aandacht vraagt en ik daardoor niet altijd mijn huishouden op orde krijg. Dan denk ik: hoe ga ik dat doen als ik weer moet werken? Maar het zal wel lukken.”

Intussen zijn jullie ook getrouwd. En vorige winter was er ook al het veelbesproken vrijgezellenfeest op de Koppenberg.

Sien: (proest het uit van het lachen) “Ik zat toen mee in het complot, want ik moest zijn fiets en kledij klaarzetten.”

Bert: “Wat een tweedaagse… De dag ervoor hadden we in Gent al een zware cantus gedaan. Maar dan écht een zware, hé.”

Sien: “Hij zat toen al bij mij polsen. Zo van: gaat het morgen nog zwaar zijn? Waarop ik zei: als je weet dat er nog een tweede dag komt, houd je je best wat in. Maar hij dacht dat het wel zou meevallen. (denkt even na) Het was een wild vrijgezellenfeest…”

Bert: “Het was de moeite.” (lacht zijn tanden bloot)

Sien: “Tot bleek dat hij ook de Koppenbergcross moest rijden.”

Bert: “Mottig dat ik me die dag voelde. Mij hadden ze gezegd dat ik in de materiaalpost voor Tim Merlier, al van jongs af mijn beste vriend, moest staan. Toen ik daar toekwam, zag ik plots mijn fiets staan en dacht ik: het zal niet waar zijn, hé. In de auto op weg naar de Koppenberg had Stijn Steels mij nog gezegd dat ze eraan gedacht hadden om mij te laten meerijden en vroeg hij mij of ik dat dan gedaan zou hebben. Waarop ik had geantwoord: ja, absoluut!”

Sien: “Het was eentje om nooit te vergeten.”

Bert: “Het was prachtig georganiseerd.”

De trouw in Wortegem verliep vermoedelijk iets rustiger…

Sien: (glimlacht) “Wel ja…”

Bert: “Er waren enkele vrienden, met wie ik in de winter ga mountainbiken, die niet meer wisten waar ze waren.”

Sien: “We hadden ongelofelijk veel geluk met het weer. Het eerste mooie weekend van het jaar… Maar kijk, het is allemaal alweer gepasseerd.”

Bert: “In oktober is er het vrijgezellenfeest van Tim Declercq. Alweer iets om naar uit te kijken, maar eerst gaan we nog iets van dit seizoen proberen te maken.”

Bert Van Lerberghe:

“Wil tegen einde van Tour weten voor welke ploeg ik in 2020 rijd”

Bert, vorig jaar maakte je lange tijd kans op een Tourselectie, maar viel je nog af. Ik veronderstel dat een Tourdeelname ditmaal sowieso geen optie is?

“Zeker niet. Kopman Laporte had mij er graag bij gehad, maar op dit moment zou het een aanslag op mijn lichaam zijn. CMV blijft lang in het bloed zitten, waardoor ik nog slechte dagen heb. Maar het gaat redelijk. Op het BK zal ik nooit in topvorm zijn, maar het had slechter kunnen zijn.

Je bent straks einde contract bij Cofidis. Weet je al hoe jouw toekomst eruit zal zien?

“Ik ben met enkele concrete pistes bezig en zou er tegen het einde van de Tour uit willen zijn. Het voorbije anderhalf jaar zat het niet altijd mee. Vorig seizoen begon ik heel goed, maar daarna kende ik heel veel pech. Lekke banden, valpartijen… Te veel om op te sommen. Ook dit jaar weer. Elke voorjaarsrenner kent wel eens pech, maar bij mij was het erover.”

Vorig jaar werd je nog zevende in de Omloop. In 2017 had je zonder pech in de top tien van Paris-Roubaix kunnen eindigen. Welke ambities heeft Bert Van Lerberghe als wielrenner nog?

“Ik ben op een leeftijd gekomen waarop ik mijn limieten begin te kennen. Ik heb nog groeimarge, maar in het profpeloton hoor ik bij de middelmaat. Ik denk dat ik het best rendeer als leadout voor een sprinter. En in klassiekers als de Omloop, Kuurne, Waregem, Wevelgem en Roubaix kan ik, als alles meezit, in de top tien eindigen. Als ik twee jaar geleden op Carrefour de l’Arbre geen materiaalpech ken, sprint ik me in Roubaix in de top tien. Maar een klassieker winnen zal ik nooit doen. Dat denk ik toch.”