“Als ze ons nu zes keer over de Kemmelberg sturen, zou iedereenmoord en brand schreeuwen”

Tom Vandenbussche

Een namiddagrit over 111 km met zes keer de Kemmelberg en finish bovenop de top. U kunt het zo gek niet bedenken, maar 26 jaar geleden was het in de Ronde van West-Vlaanderen voor amateurs bittere realiteit. Hans De Clercq (48) en Casper van der Meer (52) vochten in apocalyptisch weer een heroïsch duel uit. Symbolischer kon haast niet. De ene is tegenwoordig medeorganisator van Gent-Wevelgem, de andere is de vriend van West-Vlaanderens beste wielrenster. We brachten de twee in Kemmel samen voor een uniek dubbelinterview. “Je moet soms wat geluk hebben om prof te kunnen worden.”

Woensdag 22 april 1992, de 14de Ronde van West-Vlaanderen voor amateurs trekt zich op gang met een proloog van Reningelst naar de top van de Rodeberg.

De Clercq: “Tijdens de zevendaagse verbleven we allemaal in de Kosmos, een soort van jeugdherberg bovenop de Rodeberg.”

Van der Meer: “En elke avond was het kip met rijst. Uit zo’n grote bak. (grijnst) Je moest nooit vragen wat er te eten viel.”

De Clercq: “Nu krijgen de renners allemaal andere dingen, maar toen wisten wij niet beter.”

Van der Meer: “Ik was daar met mijn club uit Volendam. Een sterk ploegje, hoor. Wietse Veenstra, Aart Vierhouten… In de eindstand zouden we plaatsen twee, drie en vier inpalmen. Mijn ervaring was beperkt, want ik was eerst crosser, hé. Tot mijn Zwitserse ploeg me eens op de weg liet koersen en ik met ene Alex Zülle duelleerde. Dus zei men: jij moet op de weg gaan rijden.”

De Clercq: “Ik was voorzien voor de Giro delle Regioni, maar na de Franco-Belge, waarin ik de rit op de Kluisbrg won, vroeg ik aan bondscoach Freddy Helssen of ik in West-Vlaanderen mocht starten. Met de pisteselectie. Patrick Sercu sprong een gat in de lucht.”

Proloog op Rodeberg

(proloog, 4,4 km): 1. Tom Quigley, 2. Wim Vansevenant (0’04”), 3. Kurt Van Lancker (0’13”), 4. Casper van der Meer (0’15”), 10. Hans De Clercq (0’23”)

De Clercq: “Ik weet nog goed dat Sercu zei: aan de voet van de Rodeberg had je de beste tijd. Maar ja, ik raakte niet boven. Dat was eigenlijk een fantastische proloog, hé.”

“Het strafste van al is dat in Kemmel niemand weet dat wij toen zes keer over de Kemmelberg gereden zijn, hé”

Van der Meer: “Heel moeilijk om in te delen.”

De Clercq: (knikt) “Ik heb me toen volledig opgeblazen.”

Van der Meer: “Ik niet. De Rodeberg lag me nochtans niet.”

De Clercq: “Normaal rijd je daar op je buitenplaat omhoog, maar die dag parkeerde ik volledig.”

Van der Meer: “Voor mij was het een verrassing, want enkele weken ervoor had ik in de Tour du Vaucluse, mijn eerste rittenkoers ooit, een blessure opgelopen. Ik was daardoor nog ingetapet en mocht eigenlijk niet starten.”

Vlaamse Ardennen

(1ste rit, 178 km): 1. Wietse Veenstra, 2. Eddy Vancraeynest, 3. Wim Omloop, 6. Van der Meer, 20. De Clercq (0’32”). Klassement: 1. Van der Meer, 13. De Clercq (0’40”).

De Clercq: “De rit door de Vlaamse Ardennen, met Oude Kwaremont, Paterberg, Kortekeer, Taaienberg én Eikenberg. Ik weet nog dat ik wegreed op de Kwaremont en op de Eikenberg een minuut voorsprong had. Maar het was nog veel te vroeg en dus liet ik me weer inlopen. Ik ging enkel voor de bolletjestrui. Die kon ik toen al bijna niet meer verliezen.”

Hans De Clercq ging in de Ronde van West-Vlaanderen 1992 Casper van der Meer vooraf in de rit met aankomst op de Kemmelberg. (Foto a-Bart)
Hans De Clercq ging in de Ronde van West-Vlaanderen 1992 Casper van der Meer vooraf in de rit met aankomst op de Kemmelberg. (Foto a-Bart)© GF

Van der Meer: “Volgens mij reden we in die rit op het einde weg met een kopgroep. Nietwaar?”

De Clercq: (knikt) “In de plaatselijke ronden. Ik was niet mee. Ploegmaat Omloop wel, dus kon ik me wegcijferen. Ik stond ver in de stand en had niet de ambitie om het klassement te winnen.”

Waaiervorming

(2de rit, 148 km): 1. Wim Vansevenant, 2. Tom Steels (0’12”), 3. Ronny Van Asten. 3de rit Diksmuide-Diksmuide (158 km): 1. Erwin Houtop, 2. Tom Steels (0’01”), 3. Wietse Veenstra, 13. Van der Meer, 14. De Clercq. Klassement: 1. Van der Meer, 5. De Clercq (0’40”).

De Clercq: “We reden weg in de waaiers. Ik herinner me nog goed waar: tussen Bredene en Brugge, net na de afslag naar Jabbeke.”

Van der Meer: “In waaiers rijden, dat kon ik niet goed. Maar ik was wel mee.”

De Clercq: “Als Nederlander kun je dat sowieso een beetje, niet?”

Van der Meer: (droog) “Bij ons in Nederland moest je eerst in waaiers kunnen rijden voor je klimmer kon proberen te worden.”

De Clercq: “Omloop was erbij. Ik was erbij. Die rit mocht Tom Steels, onze sprinter, niet verliezen. Maar ik had eens rond me gekeken en begon toch aan dat klassement te denken. Na afloop hebben we serieus onder onze voeten gekregen van Sercu.”

Koninginnenrit

(4de rit A, Menen-Menen, 72 km): 1. Wietse Veenstra, 2. Tom Steels, 3. Rigo Willems. (4de rit B, Menen-Kemmelberg, 111 km): 1. Hans De Clercq, 2. Casper van der Meer (0’02”), 3. Stefaan Vermeersch (0’31”). Klassement: 1. Van der Meer, 2. De Clercq (0’33”).

Hans De Clercq, hier als drager van de bolletjestrui, is 26 jaar na datum medeorganisator van de koers met de Kemmelberg als blikvanger. (a-Bart)
Hans De Clercq, hier als drager van de bolletjestrui, is 26 jaar na datum medeorganisator van de koers met de Kemmelberg als blikvanger. (a-Bart)© GF

De Clercq: “Voor Gent-Wevelgem heb ik hier in Kemmel jaarlijks een vijftal vergaderingen met de burgemeester, de schepen… Weet je wat ik het strafste van al vind? Er is hier niemand die weet dat wij toen zes keer over de Kemmelberg gereden zijn, hé. Niemand!”

Van der Meer: “Als ze nu beslissen om zes keer over de Kemmel te rijden, iedereen zou moord en brand schreeuwen. En o ja, er was nog een ochtendritje ook.”

De Clercq: “Plus de steile kant van de Kemmel naar beneden, hé.”

Van der Meer: “En slecht weer!”

De Clercq: (blaast) “De hele dag, ook ‘s ochtends in Menen al. 72 km in lijn. In de namiddag nog eens 111. (smalend) Alsjeblieft. Toch een mooi dagje, hé?”

Van der Meer: “In Menen reed ik twee keer lek. Als leider. Maar ik kon nog net komen aansluiten.”

De Clercq: “In de namiddag was er zes keer een grote lus via Nieuwkerke en Dranouter. En op het einde telkens via de Beukelaarstraat de Kemmel omhoog.”

“Op de Kemmelberg was het eerder een gevecht om als eerste de kasseien op te draaien, want dan kon je de betonnen boord gebruiken”

Van der Meer: “Volgens mij hebben we niet eens gedemarreerd. Water gieten deed het! Je kon maar een bepaald tempo rijden, want als je te snel ging, slipte je wiel weg.”

De Clercq: “En plots waren we nog met twee. Ik herinner me dat ik je er enkel in Nieuwkerke heb proberen af te rijden.”

Van der Meer: (knikt) “We hebben lang samen voorop gereden.”

De Clercq: “Ik moest iets doen wilde ik de ronde nog winnen, maar het is me niet gelukt. Op de laatste beklimming van de Kemmelberg was het doodgaan. Voor beiden. Het was eerder een gevecht om als eerste de kasseien op te draaien, want dan kon je de betonnen boord gebruiken. Veel volk, hoor. Ik heb er nog foto’s van liggen.” (toont foto’s)

Van der Meer: “Kijk eens. Jij was een beer. Jij reed gewoon zonder armstukken en met de rits open.”

De Clercq: (glimlacht) “Maar in de stand stond ik wel nog altijd 33 seconden bij jou in het krijt.”

Eerste tijdrit ooit

(5de rit, Ieper-Oostduinkerke, 125 km): 1. Wim Omloop, 2. Bart Van De Water, 3. Danny Dierckx. (6de rit A, Izenberge, individuele tijdrit 20km): 1.Stefan Sels, 2. James Polak (0’03”), 3. Gino Bos (0’08”), 5. Hans De Clercq (0’53”), 48. Casper Van der Meer (3’01”). (6de rit B, Izenberge-Poperinge, 118 km): 1. Carl Pauwels, 2. Ludo Van Overveldt, 3. Tom Steels.

Van der Meer: “Dat moet mijn eerste tijdrit ooit geweest zijn…”

De Clercq: (toont foto van zichzelf, met vol wiel en tijdrithelm) “Ik reed al met een tijdritfiets in 1987, op het PK tijdrijden van Oost-Vlaanderen voor juniores, geleend in een winkel in Zelzate.”

Hans De Clercq ging in de Ronde van West-Vlaanderen 1992 Casper van der Meer vooraf in de rit met aankomst op de Kemmelberg. (Foto a-Bart)
Hans De Clercq ging in de Ronde van West-Vlaanderen 1992 Casper van der Meer vooraf in de rit met aankomst op de Kemmelberg. (Foto a-Bart)© GF

Van der Meer: “Ik had pas het jaar erop een tijdritfiets.”

De Clercq: “IJzig koud was het die dag. Het vroor niet, maar veel scheelde het niet. En het goot! Sneeuwregen. In de tijdrit kon ik de tegenstand knock-out slaan en mijn achterstand op Casper goedmaken. En dus werd die laatste rit een formaliteit. Logisch, want door het verschrikkelijke weer had niemand nog zin om aan te vallen. Op de Poperingse ring smeekten de coureurs zelfs om af te stappen. En plots stopte het hele peloton.”

Van der Meer: (grijnst) “Dat weet ik nog goed. Onder het viaduct. Je moet weten: bij de liefhebbers gebeurde zoiets niet vaak.”

“Wat voor een weertje was dat, zeg! Je kon maar een bepaald tempo rijden, want als je te snel ging, slipte je wiel weg”

De Clercq: “Michel Pollentier, mijn ploegleider bij Izenberge Sportief, kwam bij mij en zei: als je nu niet op je fiets stapt, word je zege niet gehomologeerd. (lacht) Ik dus die fiets weer op, want voor Izenberge, dat pas dat seizoen was opgestart, was dit dé koers van het jaar. En 30 minuten later had ik weer warm, hoor.”

Ploegmaats bij Palmans

Eindstand: 1. Hans De Clercq (929,4 km in 23u.11’32”), 2. Casper van der Meer (Ned) (1’35”), 3. Aart Vierhouten (Ned) (1’45”) … 8. Pascal De Smul, 9. Niko Eeckhout, 10. Dany Bossuyt (vader van juniore Shari Bossuyt), 11. Eddy Vancraeynest, 12. Nico Mattan, 17. Stefaan Vermeersch, 19. Alexei Sivakov (Rus, vader van Pavel Sivakov, nu neoprof bij Team Sky), 25. Wim Vansevenant, 31. Giovanni Cornette, 32. Wim Feys, 36. Michel Nottebart, 41. Nico Debaes, 50. Franky Van Haesebroucke.

Van der Meer: “Jammer dat ik al in 1992 geen prof was geworden. Mijn contract bij Tonton Tapis lag nochtans klaar, maar toen ging de hoofdsponsor failliet.”

De Clercq: “Je moet soms wat geluk hebben. In 1990 zou ik via Berten De Kimpe prof worden, maar toen stopte Hitachi plots. In 1992 werd ik zesde in de Vlaamse Pijl, tweede in de Kattekoers, won ik de koninginnenrit in de Franco-Belge en deed ik dat over in de Ronde van West-Vlaanderen, waar ik ook eindwinnaar werd. Als je dat nu doet, mag je eind april tekenen. Toen niet. Nu hebben jonge gasten het een stuk makkelijker. Dat is een goede evolutie, hé. En zoals wij Sport Vlaanderen-Baloise hebben, is er in Nederland nu ook Roompot.”

Van der Meer: (knikt) “Als die ploeg er nu niet was geweest, zou het systeem van Rabobank volledig ingestort zijn. In mijn tijd bestond dat nog niet. Als klimmer (een zware val tijdens de Driedaagse De Panne 1997 in de afzink van de Kemmelberg luidde het begin van het einde van zijn carrière in, red.) kreeg je toen weinig kansen. Jammer. Heel jammer.”

Vijf keer finishte een koers op de top van de Kemmelberg

Vijf keer eindigde een rit in de Ronde van West-Vlaanderen op de top van de Kemmelberg, in 1991 en 1992 zelfs na zes beklimmingen. Winnaars van dienst: Jan Van Doninck (1988), Martin Kokkeltoren (1989), Andrei Nakaznyi (1990), Eduard Karczmarczyck (1991) en Hans De Clercq (1992). Anno 2018 is de Kemmelberg nog altijd de blikvanger van Gent-Wevelgem en wordt de helling, zelfs nu de passage sinds 2014 betalend is, in diverse koersen opgenomen, maar niet meer als aankomstplaats.