Woensdag trof Patrick Callens voor de laatste keer alle voorbereidingen voor een uitwedstrijd van Knack Volley. Naar de andere kant van het land en in de hoop dat die meteen de twaalfde landstitel zou opleveren in Maaseik. Na meer dan 30 jaar inzet was een publieke hulde meer dan op zijn plaats. Door corona viel die eerbetuiging evenwel weg.
“Ik speelde zelf recreatief volleybal in De Zilten en op vraag van William Ingels engageerde ik mij in 1986 in de jeugdwerking van Knack”, herinnert Patrick Callens zich nog zijn debuut als vrijwilliger. “Bij de vereffening in 1993 werd ik door voorzitter Edwin Blauwblomme aangezocht om samen met Filip Dekiere de ploegbegeleiding te verzorgen. Wat die opdracht inhield? Alle praktische zaken rond de ploeg, van sportuitrusting tot huisvesting van de buitenlandse spelers en hun administratie naar de overheid toe, een oplossing geven.”
Een veel omvattende opdracht is het die hij bijna 30 jaar lang tot eenieders tevredenheid volbracht. “Even lang ging omzeggens al mijn vrije tijd en iets meer naar die ploegbegeleiding. De helft van mijn jaarlijks verlof ging daarbij naar de Europese verplaatsingen van het team. De sportieve successen en appreciaties van spelers, technische staf en bestuur waren voor mij een toemaatje dat het mogelijk maakte het zolang vol te houden.”
Europese beker
In die 30 jaar werkte Patrick samen met drie voorzitters en vier trainers. “Na Edwin Blauwblomme nam Daniël Vanden Berghe de voorzittershamer over, de jongste seizoenen is dat Francis De Nolf. Die continuïteit was ook een kenmerk in de sportieve leiding, want ik werkte maar onder vier trainers. Bij de vereffening was de Pool Sarzycki trainer, maar die maakte rap plaats voor Marc Spaenjers. Na een viertal seizoenen nam Dominique Baeyens over en hij bleef 12 jaar de sportieve lijnen uitzetten. Emile Rousseaux zorgde daarna zes seizoenen voor sportief succes, de jongste twee campagnes is Steven Vanmedegael T1. Ik kon met iedereen goed samenwerken. Dat de ploeg sportief al die tijd hoog scoorde, maakte dat uiteraard mee mogelijk.”
“Op sportief vlak steekt het winnen van de Europabeker voor Bekerhouders in het Poolse Czestochowa in 1992 er bovenuit. Wij hadden een fantastische ploeg met de broers Falasca, waarvan Miguel uitgroeide tot één van de beste setters van Europa, en de Mexicaan Ivan Contreras. Maar het was bij elke nationale beker of titel ook altijd genieten.”
Contreras voorbeeld
Er passeerden heel wat buitenlandse spelers de revue. “Ik zal nooit de Venezolaan Ivan ‘Bomba’ Marquez vergeten. Een ontwapenende kerel waarop je niettegenstaande al zijn fratsen – zijn appartement zag er door zijn slordigheid niet uit en hij frituurde al zijn eten – nooit kwaad kon zijn. Bovenaan staat Ivan Contreras. Een grote meneer zowel op als naast het veld. Plichtbewust tot en met en een voorbeeld voor de jongere spelers.”
Patrick Callens begon zijn opdracht bij Knack in woelige tijden en zet er een punt achter in een seizoen dat door het coronavirus de echte volleybalbeleving zonder supporters mist. Hij verdiende alvast beter, want een feestelijk afscheid komt er niet direct. (RBD)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier