Decospan Menen kan zaterdag in de eigen sporthal Vauban volleybalgeschiedenis schrijven. Als het in de derby tegen buur Knack Roeselare twee sets wint, of dus één wedstrijdpunt haalt, speelt het de meervoudige titelfinale tegen Knack.
Door de midweekse 3-1-nederlaag bij Maaseik mist Menen met 26-24, of twee luttele punten, in de vierde set dat noodzakelijke punt naar de titelfinale. Hamvraag daarbij is natuurlijk of Knack liever de finale afwerkt tegen de Meense buren of tegen aartsrivaal Maaseik. De laatste speeldag is daarbij beslissend. Wint Knack in drie of vier sets van Menen en wint Maaseik in drie of vier deelbeurten van het nog puntenloze Aalst, dan wordt de titelfinale in extremis voor de zoveelste keer een meervoudige confrontatie onder de aartsrivalen Knack en Maaseik.
Los van deze cijfermatige beschouwingen staat wel de vaststelling dat trainer Steven Vanmedegael zijn discipelen net op tijd naar hun beste niveau kon laten groeien. Dat bewijst deze minicompetitie waarin het twee keer Maaseik in het verlies speelde. Het leek wel het seizoen van net niet te worden. “Maar uiteindelijk haalden wij met die titelfinale én het ticket voor de European Champions League onze belangrijkste doelstelling van het seizoen. Of die finale nu gaat tegen Menen of Maaseik doet niets ter zake”, blikt Vanmedegael vooruit op die ultieme titelstrijd die volgende week vrijdag begint in de Tomabelhal. “Het klopt dat wij een zoveelste bekerfinale misten en evenmin konden doorstoten naar de kwartfinales in de Europese Champions League. Al blijf ik erbij dat wij goede wedstrijden speelden op de Europese scène. Maar dat is uiteindelijk maar mogelijk bijkomstig prijzengewin. Die titel en de Europese topcompetitie zijn de jaarlijkse hoofddoelstellingen en die zijn met de titelfinale al deels gerealiseerd. Nu moeten wij alleen nog de kers op de taart zetten met een titel.”
Cijfers tonen aan dat aantal spelers op hun topniveau zitten
Geen druk
“Of de druk na het missen van die nevenambities vanuit het bestuur of supporters op den duur dan niet te groot werd? Dat hebben wij alvast nooit ervaren. Ik moet wel toegeven dat de eliminatie voor de beker door Menen en het niet doorstoten op Europees vlak wel hard aankwam in de groep. Maar blessures en ziekte lagen mee aan de basis van dat mindere presteren. Onder meer ook het feit dat de aangetrokken Gavenda door een hardnekkige blessure nooit zijn niveau haalde, het feit dat enkele spelers vermoeid vanuit de zomercampagne van de nationale ploeg kwamen én coronaperikelen maakten dat het trainingsvolume aangetast werd. Wij haalden op training dan ook nooit ons volle rendement en het bleef duren om ons topniveau te bereiken.”
“Naar de Champions Final Four toe voelden wij, die dagelijks met de ploeg bezig zijn, dat de groep stilaan naar zijn betere niveau toegroeide. Dinsdag tekenden wij met de winst tegen Aalst en na de nederlaag tegen Maaseik begin maart onze zevende overwinning op rij aan. Vooral de twee overwinningen tegen Maaseik waren illustrerend voor de progressie die het team de jongste weken naar de finale toe maakte.”
“In de thuiswedstrijd dinsdag tegen Aalst, waarin wij de eerste set de bezoekers gemakkelijk opzij zetten, moesten wij die derde beurt wel knokken om deelverlies te vermijden, maar dat kwam omdat de ploeg diezelfde drive waarmee wij Maaseik klopten niet vond. De scoutingcijfers van de wedstrijden tegen Maaseik tonen dan wel aan dat een aantal spelers echt op hun topniveau zitten. De ploeg is dus klaar voor de ultieme finaleduels.”
En wordt dat dan tegen Menen of tegen Maaseik? “Je komt nooit op het veld om te verliezen, ook nu niet. Laten wij het houden dat ik het voor ons comfortabeler zou gevonden hebben en liever gezien had, los van alle prognoses over die finale-ontmoetingen, dat Menen zijn finaleticket in Maaseik had beslecht. Dat kwam er dus op enkele punten na niet. Wij zien dus wel wat het zaterdag wordt.”
Zaterdag 23 april om 20 uur: Decospan Menen – Knack Roeselare.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier