Red Flames beginnen aan EK voetbal: “Als we de eerste match winnen, is alles mogelijk”
Zondag om 18 uur beginnen de Red Flames tegen IJsland aan hun EK. In hun poule treffen ze daarna ook nog Frankrijk (14 juli) en Italië (18 juli). Tegen drie landen die op de FIFA-ranking hoger gerangschikt staan, zou de groepsfase overleven een succes zijn. De West-Vlaamse ex-Red Flame Heleen Jaques, die erbij was op het EK 2017, weegt de kansen af.
In 2017 konden de Red Flames zich voor het eerst plaatsen voor een EK. In Nederland raakten ze toen niet voorbij de eerste ronde: ze wonnen van Noorwegen en verloren nipt van Denemarken en van het gastland, de latere finalisten nota bene. Uit die ervaring vallen lessen te trekken, meent Heleen Jaques. “Hadden we in onze openingsmatch tegen Denemarken in de eerste helft veel meer in onszelf en in ons voetbal geloofd, meer lef getoond, dan was er veel meer mogelijk geweest. Het was allemaal nieuw voor ons, maar na die eerste wedstrijd wisten we: als we uitgaan van onze eigen sterkte, zijn er mogelijkheden. Als je op zo’n toernooi, waar je een lange tijd 24 uur op 24 samenzit, een hecht team bent en blijft, kun je als underdog een land kloppen dat denkt sterker te zijn.”
Dubbeltje op zijn kant
Dat zal nodig zijn in een poule met drie ploegen die op de FIFA-ranking hoger geklasseerd staan dan de Red Flames (19de): IJsland (17de), Frankrijk (3de) en Italië (14de). “Die rangschikking zegt vooral iets over de evolutie: het zijn landen die al langer inzetten op het vrouwenvoetbal”, aldus Jaques. “Je ziet er de geschiedenis in, maar dat wil niet altijd iets zeggen over het actuele niveau.”
“Ik zag IJsland tegen Polen spelen en mijn indruk was: als België op zijn sterkst is, is er zeker iets mogelijk. De tweede ronde halen, is het doel, wat niet gemakkelijk wordt. Want alles zal moeten kloppen en zoals Kevin De Bruyne onlangs nog zei: je hebt op zo’n toernooi ook altijd een beetje geluk nodig. Maar als je die openingswedstrijd kunt winnen, is er veel mogelijk. Dan zet je ook druk op de andere ploegen. Frankrijk is buiten categorie, maar het moet zich ook kunnen bewijzen op een groot toernooi en in de voorgaande edities heeft het zijn favorietenrol niet kunnen waarmaken. Italië telt veel dynamische speelsters, maar net als tegen IJsland is in het verleden gebleken dat zulke wedstrijden een dubbeltje op hun kant zijn. In de groep en in de staf zitten nu ook meisjes met EK-ervaring, die kunnen inspelen op het goed aanvatten van die openingswedstrijd. Naar mijn gevoel, als ex-speelster, draait het om geloven in je kwaliteiten, niet twijfelen, durven uitgaan van het voetballend vermogen, druk vooruit zetten en snel aansluiten. Als je scherp begint en meteen drie punten pakt, groeit het vertrouwen, kom je in een flow terecht en is opeens alles mogelijk. Ik kijk daarom heel erg uit naar die openingswedstrijd.”
Beter gewapend
De Red Flames zijn nu beter gewapend dan in 2017, oordeelt Jaques. “Conditioneel en qua kracht staat deze selectie al veel verder, ook qua voetballend vermogen. Het is een jonge groep, maar met nu ook al heel wat meisjes met buitenlandse ervaring.”
De nationale ploeg is afhankelijk van de clubs, waar nood is aan een inhaalbeweging, maar er werd intussen wel degelijk vooruitgang gemaakt, zegt Jaques, die bij de KBVB jeugdcoördinator, coach van de U16 en assistent-coach van de U19 is. “Clubs proberen er toch een bepaalde structuur in te krijgen, met een physical coach en door voor elke training een medische staf beschikbaar te stellen. Misschien wordt het te weinig benadrukt, maar aan de basis werd er al heel wat progressie gemaakt.”
Zo liet Club YLA weten dat het voortaan gaat werken met een menstruatiecoach, om de cyclus van elke speelster in kaart te brengen en er de belasting op af te stemmen om de prestaties en de blessurebestendigheid te optimaliseren. “Elke vrouw is anders, elke cyclus is anders en elke vrouw reageert anders op hormonale schommelingen”, weet Jaques. “Het is goed dat dit in de media is gekomen, want daar wordt te weinig bij stilgestaan. Ook de speelsters zelf, jonge meisjes en ouders moeten zich daar nog veel meer bewust van worden. Voor mij is het momenteel ook een leuke uitdaging om speelsters klaar te stomen voor het grote werk. Jonge speelsters progressie zien maken, daar hou ik echt van.”
In de EK-selectie van de Red Flames zitten vier West-Vlaamse speelsters: Tessa Wullaert (Sint-Baafs-Vijve), Féli Delacauw (Snellegem), Jody Vangheluwe (Harelbeke) en Diede Lemey (Aarsele). “Als je Tessa op haar kwaliteiten kan uitspelen, met snel voetbal in de omschakeling, dan is zij een speelster die het verschil kan maken”, aldus Heleen Jaques. “Ze kan een bal bijhouden, heeft een hele goeie crosspass en is doelgericht. Ze komt uit voor haar mening, heel direct, wat soms hard overkomt, maar op die manier probeert ze in het vrouwenvoetbal wel iets in beweging te zetten.”
“Féli is een nog jonge centrale middenveldster die vorig jaar een moeilijk jaar kende. Ze moet nog groeien en zich nog meer durven profileren. Ze is conditioneel sterk, ziet het spel heel goed, loopt slim en geeft alles voor de groep.”
“Jody is het type pitbull waar je niet graag tegen speelt. Net als Féli moet je haar twee, drie keer voorbijgaan om er echt voorbij te zijn. Ze heeft een voorgeschiedenis van knieproblemen en het is nog een beetje kijken welke belasting ze aankan om die knie goed te kunnen houden. Als je grinta en scherpte in de duels nodig hebt, kan zij zeker een meerwaarde zijn.”
“Diede zette als keepster in Italië veel stappen en neemt die ervaring mee naar de nationale ploeg. Ze is een teamspeelster, staat met beide voeten op de grond en kan binnen een groep rust brengen wanneer er wat spanning is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier