Terug naar Union Abele, twee decennia na het einde van de club: “Altijd hechte vriendengroep geweest”

Ex-speler Stefan Deheegher en Jean-Marie Dewulf met achter zich het voormalige veld van Union Abele. Twee verlichtingspalen en een vervallen tribune doen er nog aan herinneren dat daar ooit gevoetbald werd.©Eric Flamand
Ex-speler Stefan Deheegher en Jean-Marie Dewulf met achter zich het voormalige veld van Union Abele. Twee verlichtingspalen en een vervallen tribune doen er nog aan herinneren dat daar ooit gevoetbald werd.©Eric Flamand
Redactie KW

Het groen en geel van Union Abele mag dan al ruim twintig jaar niet meer te zien zijn op onze voetbalvelden, de ploeg ligt nog altijd nauw aan het hart van veel sympathisanten. De club uit de grensgemeente stond bekend om zijn veld dat er niet bepaald egaal bij lag, maar nog meer om de fantastische sfeer die er rondhing.

Union Abele hield er al vorige eeuw mee op, in 1999. Ware het niet van de staantribune die er nog aanwezig is, zou niemand durven zeggen dat midden in de velden ooit een voetbalveld lag. Zeker niet als we naar de hellingsgraad in de omgeving kijken. Het veld was berucht bij de tegenstand. De veronderstelling dat de doellijn van het bovenste doel even hoog lag als de deklat aan de overkant, lijkt geenszins overdreven. Toch werd er meer dan 40 jaar provinciaal voetbal gespeeld in de Abele. De voetbaltraditie reikt zelfs nog verder terug, want al in 1938 werd een club gesticht die een tijdlang voetbalde in de Westlandcompetitie. In 1957 volgde de verhuis naar het plein bij het latere stamcafé de Zwarte Leeuw.

Gebroeders Mouton

Na tien jaar mee te draaien in vierde provinciale volgde een eerste promotie. Voormalig bestuurslid Jean-Marie Dewulf was in 1966-1967 zelf nog speler. “Het was pas mijn tweede jaar bij de club. Ik was nog een jonge knaap, maar het zou toch het mooiste moment uit mijn actieve voetbalcarrière worden. We wonnen in dat jaar zelfs 10 matchen op rij”, glundert Dewulf. “Voor onze bescheiden ploeg was dat een fantastisch moment. Jammer genoeg konden we ons het jaar nadien niet handhaven. Sportief haalden we wel altijd ons niveau, maar we waren vooral een echte vriendenploeg. Plezier stond altijd centraal. Zo herinner ik mij een verhaal uit de beginperiode. Het bestuur vertelde ons dat we in het begin van het seizoen versterking zouden krijgen van twee Franse spelers, de gebroeders Mouton. Toen we vol spanning naar de eerste training afzakten, waren er geen nieuwe spelers te bespeuren, wel twee schapen op een hoek van het veld. We beseften onmiddellijk dat ze ons liggen hadden omdat ‘mouton’ natuurlijk de Franse vertaling van schaap is. De beestjes bleven trouwens doorheen de week grazen op het veld. Enkel voor een training of een match moesten ze aan de kant. Het zijn taferelen die nu natuurlijk niet meer voorkomen, maar het past perfect in de volkse sfeer die het voetbal vroeger kenmerkte.”

“Na een match was het bij ons vechten om een rondje te kunnen geven in café De Zwarte Leeuw”

Onderdeel van die volkse sfeer was het veld. Naast de hellingsgraad lag het er ook vaak drassig bij, weet ex-speler Stefan Deheegher. “We speelden er vaak met onze enkels in de modder. Op training zakten we soms af naar een parking wat verderop. Daar trainden we dan op onze gewone schoenen, omdat het veld er gewoon te slecht bij lag.” Ook Dewulf kan dit beamen, maar haalt ook de positieve aspecten aan. “Naast het veld hadden we de enige verwarmde staantribune in de streek. Ach, het ging ons vooral om het plezier. Als we konden voetballen, waren we tevreden. De omstandigheden deden er toen niet toe.”

Sfeer en warmte

Ook naar het einde toe bleef Union Abele een sfeervolle club, weet Deheegher. “Abele was mijn eerste ploeg en ik was er waarschijnlijk mijn hele carrière gebleven mocht de club niet zijn opgedoekt. De groep hing echt aan elkaar. Zelfs nu, ruim 20 jaar later, hebben we nog altijd contact met enkele spelers. Na een match was het bij ons vechten om een rondje te kunnen geven in café de Zwarte Leeuw, het kloppende hart.”

Ook Deheegher maakte een promotie mee, in het seizoen 1988-1989. “Het was de tweede en meteen ook laatste promotie”, legt hij uit. “Uitzonderlijk was ook dat onze kadettenploeg toen kampioen speelde. Een unicum, want het was de eerste kampioensploeg in onze geschiedenis”, vult Dewulf aan. “Extra mooi was dat we in de eindronde onze eeuwige concurrent Blue Star Poperinge konden verslaan”, zegt Deheegher met enige trots. “De derby was altijd de match van het jaar voor ons. Om ze in de strijd voor promotie tweemaal te kunnen kloppen, dat was uniek. Mooi detail is dat ik toen zelf ook kon scoren. Later wonnen we nog van Woesten en promoveerden we voor de tweede maal. Hiervoor volgde een onthaal op het stadhuis van Poperinge. Na die receptie trokken we natuurlijk naar de Zwarte Leeuw, waar ook een feestzaaltje bij was. Het werd laat die dag.”

“Bij elke gelegenheid konden we bij uitbaters Leonce Hoflack en zijn vrouw Christiane Dehoeck terecht”, aldus Dewulf. “Ze zorgden er telkens voor dat alles tot in de puntjes in orde was. Op het einde van het jaar kregen we bijvoorbeeld altijd biefstuk friet voorgeschoteld. Een van de scheidsrechters uit de streek wist dit en zorgde ervoor dat hij zijn laatste wedstrijd altijd bij ons kon fluiten. Zo kon hij meegenieten van een gratis maaltijd. Daarvoor moest hij zelfs niet in ons voordeel fluiten, integendeel we hadden hem vaak tegen”, lacht Dewulf. “Maar zo was Leonce nu eenmaal. Het is een voorbeeld van de warmte die de club altijd heeft uitgestraald. Ik kan me de vele mooie momenten als bestuurslid nog zo voor de geest halen. Ook de vele feesten, vaak tot diep in de nacht blijven onvergetelijk.”

Toen Leonce en Christiane besloten er mee op te houden in 1999, was het al snel duidelijk dat het einde nabij was. “Zeker omdat Leonce ook secretaris van de club was”, aldus Dewulf. “Het was ook al langer moeilijk om nog aan spelers te raken. De samenloop van omstandigheden betekende het einde”, licht Dewulf toe. “Een tijdje geleden zijn Leonce en Christiane kort na elkaar overleden. Union Abele heeft veel aan hen te danken gehad”, weten beide heren. (LR)