KV Oostende heeft vooral op karakter het behoud weten af te dwingen. Alleen al voor het mentale aspect en getoonde karakter verdient de kern een onderscheiding. Ook tactisch zat het vaak goed. Maar kritische zielen bleven begrijpelijkerwijs op voetbaltechnisch vlak op hun honger zitten. We leggen de spelerskern onder het vergrootglas.
Doelman Liam Bossin (2.610’) werd door de fans terecht verkozen tot speler van het seizoen (zie pagina 19). Linksachter Brent Laes (2.285’) was dan weer een absolute voltreffer: gratis (!) opgehaald bij Lierse. Beschikt over een gigantische motor, super vitessebak, quasi onvermoeibaar. Een karakterspeler die bij KV Oostende volledig tot z’n recht komt. Dit seizoen betekende ook het jaar van de doorbraak voor Mohamed Berte (2.585’). Ondanks z’n 1,75 meter moeilijk van de bal te zetten, explosief en steeds op de loer. Assistent Kurt Bataille geldt als zijn mentor en houdt z’n voetjes mee op de grond. Leerde doorheen het seizoen ook beter z’n energie te benutten. Met 11 goals en 8 assists van goudwaarde. Was eveneens waardevolle winnaar van ‘Puis/Verbiest’-trofee geweest.
Onderscheiding
Keeper Brent Gabriël (660’) speelde slechts één competitiematch, maar verdient absoluut een vermelding voor z’n straffe bekerparcours. Had evengoed eerste doelman kunnen zijn, ware het niet dat Bossin bijzonder sterk acteerde. Is als topprof een uitstekende schakel in het Oostendse doelmannenteam. Jonas Vinck (2.910’) begon aan het seizoen als rechtsachter, maar werd in de winter (noodgedwongen) rechts in de centrumdefensie opgesteld. Deed dat prima – niet volledig foutloos, soit –, ging voorop in de strijd en is een van de leiders. Aan de andere kant van de verdediging was het derde KVO-seizoen voor Zech Medley (2.376’) het goede seizoen. De Engelsman zat eerst niet in de selectie, maar was na vijf speeldagen niet meer uit het team weg te denken. Vooral na Nieuwjaar ijzersterk, zowel met bal aan de voet als qua positiespel. Opvallend, als verdediger pakte hij in 30 matchen amper één gele kaart. Chapeau voor Siebe Wylin (1.923’). Het Oostendse talent begon aan de jaargang als bankzitter, maar kreeg na de winterstop volop z’n kans toen Vinck moest opschuiven. Stelde nooit teleur en toonde ook offensief z’n kwaliteiten. Kortrijk-huurling Massimo Decoene (1.781’) was een aangename ontdekking. Presenteerde zich als een balvast en betrouwbaar, maar ook als kloeke centrale verdediger. Stevige bonk die geen enkele gele kaart pakte, maar wel twee keer (zeer discutabel) rood. Ook een titularis op het middenveld was Sieben Dewaele (2.548’). Veeleer stille kracht, maar belangrijke link in de omschakeling en opbouw. Leuk dat net hij met z’n enige goal van het seizoen de zege van de redding tegen SL16 inluidde. De Schot Ewan Henderson (2.188’) flitste bij z’n overgang van Hibernian en kende daarna een logische terugval. Bleef een belangrijke offensieve schakel op het middenveld en etaleerde z’n klasse, onder meer met een knappe bekergoal tegen Antwerp.
Voldoende
Cedric Van Daele (1.267’) kreeg vooral in het seizoensbegin minuten. Had met Laes een stevige concurrent op links, al viel hij geregeld in als meer offensieve kracht. Stelde niet teleur en liet af en toe zien waarom hij kapitein was van de Gentse beloften. Heeft nog progressie. Maxime D’Arpino (835’) is een geval apart omdat hij vooral met blessures diende af te rekenen. Geraakte moeilijk op dreef, maar is z’n klasse niet verloren. Bleek van grote waarde op cruciale momenten met knappe beslissende goals tegen Zulte-Waregem en Patro. Tot slot heeft Alfons Amade (864’) een wisselend seizoen gekend. Speelde onder Stijn Vreven amper, mocht met Mozambique verrassend mee naar de Africa Cup en kwam in de tweede seizoenshelft boven water als knokkende middenvelder. Daniel Pérez (1.510’) was niet altijd even gelukkig met z’n acties, maar zorgde ondanks z’n lengte (1,90 meter) en stormramgehalte vaak voor meer diepgang dan de snelle Atanga. Scoorde vier knappe goals en gaf twee assists, die drie zeges en een punt opleverden. Robbie D’Haese (1.439’) kende ook een goed jaar. Begon sterk aan het seizoen, maar diende gaandeweg met kleine blessures af te rekenen. Liet het hoofd niet hangen: bleef knokken voor het team en zichzelf.
Twijfelgeval
Gewezen Frans jeugdinternational Thomas Basila (1.200’) hoopte op meer. Begon als basispion in de defensie, maar viel geblesseerd uit. Kwam op het einde van dit seizoen weer boven water en deed het oké. Kaartenpakker: liefst zes keer geel in twaalf competitieduels. Johanna Omolo (434’) kwam in de herfst van z’n carrière op aanraden van Vreven naar KVO en bracht ervaring mee. Punt. Juanda Fuentes (509’) kwam als Barcelona-talent met hoge verwachtingen naar KVO. Bracht flitsend voetenwerk op de mat, maar kende een moeilijke aanpassing en trachtte het te vaak te frivool te doen. Net wanneer hij weer boven water kwam, viel hij geblesseerd uit na een gemene tackle in Beveren. Niks is echter verloren: wedden dat de Colombiaan er volgend seizoen staat? Luis Hartwig (463’) was al geblesseerd voor hij in Oostende belandde en scoorde bij z’n debuut, meteen goed voor een punt op Dender in oktober. Daar bleef het ook bij en kon, behalve één assist, nooit écht z’n stempel drukken. Heeft nog veel marge, beschikt over talent en krijgt alle tijd om zich verder te ontwikkelen.
Gebuisd
David Atanga (1.154’) is toch wel de meest ontgoochelende speler van afgelopen jaargang. Flitste zelden of nooit, met een symbolisch barslechte slotmatch tegen SL16. Leek grotendeels futloos en gedesinteresseerd rond te tjokken. Zijn contract loopt straks af.
Geen beoordeling
Richmond Badu, Vincent Koziello, Alessandro Albanese (205’), Anas Hammas (12’), Dapo Mebude (49’) en Andy Musayev (219’) kwamen niet of onvoldoende in actie voor een beoordeling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier