Het aparte verhaal van KVO-keeper Liam Bossin: “Ik ben blij dat ik niet gestopt ben met voetballen”

Doelman Liam Bossin: “Over mijn persoonlijke prestaties ben ik tevreden, al kan het altijd beter.” © KVO
Timmy Van Assche
Timmy Van Assche Medewerker KW

KV Oostende heeft een pak inkomende transfers achter de rug. Maar eentje wist zich al heel snel te onderscheiden: keeper Liam Bossin. Het gewezen jeugdproduct van Woluwe en Anderlecht krijgt na omzwervingen in Engeland, Ierland en Nederland eindelijk een volwaardige kans als prof in eigen land. “Nooit gedacht dat een club geld voor mij zou betalen.”

Nee, de competitiestart van KVO liep niet van een leien dakje, hoewel Bossin zich in alle matchen wist te bewijzen. “Er zijn heel veel nieuwe spelers en we moeten elkaar nog leren vinden. Van meet af aan zat er wel een vechtersmentaliteit in de ploeg en dat is mee de verdienste van trainer Stijn Vreven. Ik heb al met heel wat trainers gewerkt, maar Stijn wil echt álles geven. Toegegeven, Oostende is een leuke stad, maar de eerste competitieweken waren een domper op mijn mood om echt van de stad te genieten. Want nee: ik kan absoluut niet tegen mijn verlies. Op training en tijdens de week ben ik de rust zelve, maar in wedstrijden hou ik me niet in. Voetbal is mijn werk, de club geeft me vertrouwen. Dan wil je je honderd procent geven en iets terugschenken. Tja, ik heb bijvoorbeeld tegen Lommel en Deinze goeie reddingen verricht, maar dat is ook mijn job, niet? Maar goed, over mijn persoonlijke prestaties ben ik tevreden – al kan het altijd beter.”

Andere oorden

Bossin is afkomstig van Woluwe en ging bij het toenmalige White Star voetballen. Op amper 16-jarige leeftijd maakte hij zijn debuut bij de A-ploeg in tweede klasse, met toen Felice Mazzu aan het roer. Op het einde van het seizoen 2012-2013 – het kampioenenjaar van KV Oostende in tweede klasse, trouwens – tekende Bossin bij Anderlecht. Na de jeugd van de Mauve werd hij vierde keeper van de A-ploeg na Silvio Proto, Davy Roef en Frank Boeckx.

“Van Proto heb ik zowat alles geleerd en kweekte ik ook mijn mentaliteit van vandaag. Ik durf hem een goeie vriend te noemen en hoorde hem onlangs met zijn verjaardag. Ook Nicaise Kudimbana, ex-Oostende en doelman tijdens het kampioenenjaar, is een goeie maat van me. Hem hoor ik nog regelmatiger. Ik heb het met hen over KV Oostende gehad en ze waren categoriek: deze club hoort niet thuis in tweede klasse. Kijk naar de prima infrastructuur. Ja, bij Anderlecht was het allemaal nog groter – we kunnen er niet omheen dat het een hele grote club is, hé – maar dit is gewoonweg on point. Toen Anderlecht er uiteindelijk voor koos om met talent Mile Svilar en kind van de club Davy Roef door te gaan, zocht ik andere oorden op.”

De Engelse traditieclub Nottingham Forest werd het volgende station. “Een grote club. (knipoogt) Die gasten wonnen twee keer de Champions League, hé, dat is meer dan Manchester City. Nu, ik was amper 21 jaar, alleen in een grote stad en speelde alleen bij de U21. Ik was fysiek niet klaar voor het grote werk. Eén keer zat ik op de bank, tijdens de derby tegen Aston Villa. Ik zat te hopen dat ik niet moest invallen. Dat publiek, die sfeer: zó intimiderend. Je voelde de grond gewoonweg daveren onder je voeten. Ja, het blijft een mooie ervaring, maar het was een moeilijke periode.”

Ierland

In 2020 tekende Bossin bij Cork City in Ierland, het thuisland van zijn moeder waar hij voor de nationale U19 en U21 speelde. Hij werd er algauw basisspeler. “Maar hoe onprofessioneel was die competitie, zeg”, blaast Bossin. “Ik woonde met andere spelers samen in één gebouw, maar dat liep niet lekker. Kijk, ik ben een heel nette persoon – (knipoogt) niet op het autistische af, maar toch – en kon er niet aarden. Bovendien zaten we soms vier, vijf uur op de bus om een match te spelen. En wind, zoveel wind! Pas op, hier aan de kust kan het ook waaien hé, maar daar… Ik was er helemaal klaar mee. Toen de coronapandemie uitbrak nam ik snel het vliegtuig naar Brussel om bij mijn familie te zijn. Bovendien leek, na mijn Iers avontuur, geen enkele club geïnteresseerd te zijn in mij. Ik had weinig profmatchen op de teller en was intussen al de 23 jaar voorbij. Pas op, ik vind leeftijd slechts een getal, maar in de voetballerij is dat blijkbaar al oud. Ik was klaar met het voetbalwereldje en dacht om te gaan werken. Het gevoel overheerste dat ik niks meer in het voetbal te zoeken had.”

Dordrechtse redding

Tot dat ene telefoontje. “Mijn zaakwaarnemer meldde me dat FC Dordrecht, in de Nederlandse tweede klasse, me op proef wou hebben. Kijk, ik stak al mijn geld in die laatste kans op een contract. Benzine, hotels, een spa… Alles betaalde ik zelf. En mocht het niet gelukt zijn, ging ik werk zoeken. Algauw raakte Dordt onder de indruk en gaven ze me een contract. In het voetbal hoor je vaak romantische verhalen over veel geld verdienen en met blitse auto’s rondrijden. Maar zo zie je maar: iedereen stippelt zijn eigen route uit. (lacht) En ja, ik ben blij dat ik niet gestopt ben.”

In Nederland vond Bossin opnieuw het plezier terug, ook al bengelde de club onderin. “Dordrecht heeft een speciale plek in mijn hart, maar we zouden nooit voor promotie strijden. De twaalfde of dertiende plek stond al garant voor feest. Ik was er – (lacht) als ik de commentaren mag geloven – een van de uitblinkers en kon vorig seizoen op interesse rekenen. De algemeen directeur kreeg telefoontjes van heel wat eredivisie-clubs, maar niemand wou het geld op tafel leggen dat KVO bood. (lacht) Nederlanders zijn gierig, hé. Plots ging alles snel. Vanneste had mijn statistieken gezien – ik liet het hoogste percentage reddingen optekenen – en ik raakte gecharmeerd van het project. Ook mijn meertaligheid is een troef. KVO: dat is de beste keuze. En ik had nooit gedacht dat een club ooit geld voor me zou betalen. Dat vertrouwen wil ik niet beschamen. Ik heb het hier uitstekend naar mijn zin. Ik woon in het lekker rustige Zedelgem – ik ben een rustig persoon – en vind hier stabiliteit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier