Pasen, met aftrap om 13.30 uur: dan is er de veelbepalende topper tussen de vorig seizoen uit de Jupiler Pro League gedegradeerde teams Seraing en KV Oostende. De Metallo’s tegen de Kustboys. Een KVO-zege is goed voor een voorsprong van vijf eenheden, een nederlaag verjaagt de Oostendenaars naar de voorlaatste stek. Voldoende redenen voor veel vragen aan sportief directeur Nils Vanneste.
Sinds de aanstelling van Werner Van Oosterwyck tot voorlopig bewindvoerder is de functie van Nils Vanneste opnieuw wat gewijzigd. Hij heeft nu opnieuw iemand waarmee hij in overleg kan gaan om beslissingen te nemen. Natuurlijk kan Nils Vanneste zich nu ook weer meer focussen op het sportieve. Daarom stellen we hem aan de vooravond van Pasen ook uitsluitend sportieve vragen.
Wat herinner je je nog van de match thuis tegen Seraing, een 1-1-gelijkspel op zaterdag 2 september?
“Dit was de eerste wedstrijd waarin de ploeg stilletjes aan in zijn definitieve plooi viel. Enkel Massimo Decoene was toen nog niet bij ons. Die goede wedstrijd was toch wel heel verschillend van onze eerste drie competitiewedstrijden. We creëerden kansen, we scoorden onze eerste competitiegoal maar we misten jammer genoeg wel een penalty. Mohamed Berte trapte in de laatste seconden nog op de paal.”
Hoe opmerkelijk is het dat twee ex-eersteklassers het risico lopen in 12 maanden te zakken van de eerste tot de derde reeks?
“Onwaarschijnlijk. Ik weet natuurlijk niet hoe de situatie eruit ziet in Seraing, maar onze rollercoaster van dit seizoen heeft hopelijk een positief eindstation. De zes punten aftrek heeft ons in deze situatie gebracht. Anders waren we nu al zo goed als gered. Toch mogen we niet blijven ‘klagen’ over wat gebeurd is. De situatie is wat ze is en wij moeten er alles aan doen om te voorkomen dat die zes punten in mindering doorslaggevend zijn.”
“Als je springt, dan moet je berekend springen”
“Onze situatie is dusdanig veranderd dat we niet meer mogen kijken naar onze jaren eerste klasse. De budgetten, het aantal stafleden, de omkadering… Toen we degradeerden, veranderde alles. Ons huidig budget staat in schril contrast met voorgaande seizoenen. Het zou dus onfair zijn om vorige seizoenen te vergelijken met dit seizoen en te stellen dat we sowieso moesten promoveren door onze status. Dit is een nieuw KVO dat dit jaar vooral zijn kopje boven water moet zien te houden. Eens we dat hebben verwezenlijkt, kunnen we weer bouwen aan de toekomst. Het is niet eenvoudig om de balans te vinden tussen zoveel mogelijk geld binnen brengen, competitief blijven (maar geen inkomende transfers kunnen doen terwijl je zoveel mogelijk moet verkopen) en ondertussen een nieuwe eigenaar zoeken waardoor alle langetermijnbeslissingen op de lange baan worden geschoven en er onzekerheid heerst in de club… Dan kan je je verwachten aan een spannend jaar.”
Knettergekke reeks
“Ik ben wel overtuigd dat we, hopelijk in rustigere en stabielere omstandigheden, op dit elan moeten verder werken. Niet zomaar met geld gooien, een nuchtere maar ambitieuze werking neerzetten en ervoor zorgen dat de club financieel gezond is en blijft. Als je springt, moet je berekend springen. Als je je doel uiteindelijk niet haalt, mag de club daardoor niet in de problemen komen. Het blijft een onvoorspelbare sport. Enkel zo kan je op lange termijn een stabiele club worden. Ik voel ook dat onze supporters dat idee genegen zijn. Niet meer gek doen om binnen drie jaar weer in de problemen te zitten maar eerder hard werken om een stabiel en langdurig verhaal te schrijven voor de club, supporters en alle medewerkers.”
Vier uitzeges op rij (recent bruusk gestopt door Jong Genk) vier thuisnederlagen op rij (voorlopig nog lopend): zoek je achter die heel uitzonderlijke combinatie van KVO in 2024 iets?
“We zien aan onze data dat we ook anders spelen buitenshuis dan thuis. Dat is zeker niet bewust, maar eerder opmerkelijk. Wat het ook moge zijn, onze laatste vier wedstrijden (tweemaal thuis en tweemaal uit) moeten we er vol voor gaan en moeten we het ’thuiscomplex’, als ik het zo mag noemen, van ons af spelen.”
In jullie vier resterende opdrachten bekampen jullie twee rechtstreekse degradatieconcurrenten (Seraing en SL16FC) en twee kandidaat-promovendi (Beerschot en Patro Eisden). Hoe bekijk je die kalender?
“We wonnen twee keer van Zulte Waregem, we speelden gelijk in Beerschot en we wonnen in Lommel. Mij hoor je dus niet zeggen wat nu de moeilijkste of de makkelijkste wedstrijden zijn. Ik ben 100 procent overtuigd dat deze groep het potentieel heeft om van iedereen in de reeks te winnen.”
Heb je al de kalender van de rechtstreekse concurrenten bestudeerd?
“Ja, maar in feite maakt dat niet veel uit. Seraing speelde gelijk tegen Beerschot en won tegen Patro. Het is echt een knettergekke reeks waar iedereen van iedereen wint of verliest. Je kan dus onmogelijk zeggen wat nu eigenlijk een goeie kalender is of wat niet.”
Hoe beoordeel je coach Shoffner?
“Jamath is een coach die enorm veel vertrouwen geeft aan de spelers en vooral de druk laag kan houden. Dat is heel belangrijk in onze situatie. Onze trainersstaf is na het vertrek van Michiel Jonckheere en Jarne Kesteloot gedaald naar vier mensen. Wij hebben de kleinste trainersstaf van de reeks en hebben geen echte videoanalist meer. Het zijn dus echt wel geen eenvoudige omstandigheden om als coach in te werken. Maar onze trainers gaan hier goed mee om, werken dag en nacht om alle gaten op te vullen en onze coach is daar een goeie schakel en een goede leider in.”
Zondag 31 maart, 13.30 uur: Seraing – KV Oostende.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier