Zulte Waregem kan mirakel niet verrichten en laat op slotspeeldag de redding liggen: Gitzwart seizoen met degradatie na 18 jaar op hoogste niveau

Alieu Fadera staat na dit seizoen in de belangstelling van grote clubs uit 1A, de klasse waarin ook Ruud Vormer wil blijven. (foto’s Belga) © DAVID CATRY BELGA
Jochen Coorevits

Na 18 jaar onafgebroken op het hoogste toneel komt er een einde aan voetbal in 1A voor Essevee. De Boeren slikten 78 (!) tegengoals en waren daarmee de slechtste leerling van de klas. De conclusie? Er was simpelweg te weinig kwaliteit om resultaten neer te zetten of vast te houden.

Tot op de laatste speeldag kon Essevee zijn hachje redden. Zoals zo vaak werd er ondermaats gestart, werd na een straffe comeback een 0-2-achterstand opgehaald, om in het slot kopje onder te gaan tegen Cercle Brugge. Zulte Waregem liet het niet alleen dáár liggen. Denk onder andere aan het 5-5 gelijkspel tegen Eupen in de heenronde en de twee gelijke spelen tegen die andere degradanten KV Oostende en Seraing. “We deden heel vaak mee voor een resultaat, maar het was te vaak een verhaal van net niet”, vatte aanvoerder Jelle Vossen het seizoen samen. Of kwam het ontslag van coach Mbaye Leye, na de zware 2-6-nederlaag tegen AA Gent op speeldag 29, te laat? Het zijn vijgen na Pasen. Al moet gezegd: Frederik D’Hollander toonde zich kranig en zette een team met passie, strijdlust en grinta neer. Het was niet genoeg voor het behoud. De club heeft de sterkte van de kern foutief ingeschat. Er was te weinig ervaring én kwaliteit. Borja Lopez, Dani Ramirez en Ravy Tsouka bleken miskopen. In januari werd nog gecorrigeerd door de komst van Ruud Vormer en Christian Brüls. Het moet wel gezegd: mede door blessures en pech kon nooit op volle sterkte gevoetbald worden. Maar ook dat hoort – jammer genoeg – bij de sport.

Om in deze categorie vermeld te worden bij een degradant, dat is een kunststukje. Ook al ergerden we ons soms aan het te pas en te onpas tegen de grasmat liggen, we kunnen niet rond Alieu Fadera. De Gambiaanse winger telt nog altijd maar 21 lentes en staat na dit seizoen in de belangstelling van grote clubs uit 1A, waaronder Club Brugge. Met zeven goals en evenveel assists heb je dan je waarde gehad. Zinho Gano zat de eerste elf wedstrijden op het strafbankje na een dispuut in de kleedkamer. Bij zijn terugkeer was hij meteen goed voor goals tegen Kortrijk en Anderlecht. De boomlange spits legde er toch nog twaalf in het mandje (en is daarmee clubtopschutter) en kroop drie keer in de rol als aangever. Hadden ze maar sneller water bij de wijn gedaan, denk je dan … En last but not least, Jelle Vossen. De verpersoonlijking van een boer: hard werken, knokken tot het einde en niet willen buigen. De 34-jarige Limburger scoorde negen keer. Onder D’Hollander werd hij aangeduid als kapitein, zij het van een zinkend schip. Tot de laatste minuut bleef Vossen lopen voor wat hij waard was. Dat hij na afloop in tranen uitbarstte, sprak boekdelen. Ruud Vormer was in januari de missing link die gevonden werd bij Club Brugge, waar hij op overschot zat. Mits het behoud lag een contract van twee seizoenen klaar. Na maanden zonder wedstrijden kon hij toch zijn stempel drukken. Tot hij tegen KVO zijn sleutelbeen brak en minimaal zes weken aan de kant stond. Typerend voor Vormer, op speeldag 31 was hij inzetbaar, zij het met een beetje risico. Op Eupen was hij met drie assists en een doelpunt één van de mannen die Essevee een laatste levenslijn kon bieden. Met hem erbij was de redding misschien een feit. Vormer wil in 1A blijven en zal behoudens verrassingen niet meer in het shirt van Zulte Waregem te zien zijn.

Sammy Bossut en Louis Bostyn kun je weinig verwijten als je wekelijks in een schietkraam staat. Bossut begon aan het seizoen, Bostyn nam over op speeldag twaalf na een 5 op 33. Dat Bostyn weer naar de bank verzeilde, had te maken met een nakende transfer naar Antwerp. Uiteindelijk sprong de deal af, Bossut stond weer onder de lat. Toen D’Hollander werd aangesteld, koos die voor Bostyn. De West-Vlaming keepte uitstekende partijen.

Laten we het dan hebben over twee revelaties. Modou Tambedou en Lukas Willen, twee youngsters.

Tambedou (20) kwam door een blessure van Derijck aan de aftrap op de openingsspeeldag. Met duelkracht speelde hij zich in de kijker, later schoof hij op naar het middenveld. De sterkhouder zag zijn seizoen eindigen in … december door een slepende blessure. Willen (19) ontpopte zich centraal tot een solide verdediger en mag rekenen op interesse van andere clubs. Dat hij zoveel kansen kreeg, had deels te maken met het falen van de ervaren pionnen.

Karol Fila werd in januari gehaald. De Poolse rechtsachter werd gehuurd voor een half seizoen zonder aankoopoptie, maar dat zag je niet aan zijn spel. Vol overgave en technisch onderlegd, dat is ergens normaal als je eigendom bent van Straatsburg, een club uit de Franse Ligue 1, toch hoger aangeschreven dan de Jupiler Pro League.

Alessandro Ciranni trok zijn streng op rechts, maar ook hij viel op speeldag 29 uit. Nicolas Rommens mocht weer proeven van 1A. Met zijn traptechniek kon hij gevaarlijk zijn op stilstaande fases, wat resulteerde in twee goals en vijf assists. Maar wanneer de Antwerpenaar onder druk kwam, was het vaak wat minder. Alioune Ndour had tijd nodig om zich aan te passen. Eens dat gebeurd was, zag je zijn neus voor doelpunten. Ongeleid projectiel met veel snelheid en inzet.

Timothy Derijck ging mee ten onder in de malaise. Hij is niet meer van de snelste, wat logisch is gezien zijn 35-jarige leeftijd. Qua positiespel is er niet veel mis mee, moest hij geflankeerd worden door een écht goede centrale verdediger. Hij was toch een van de leiders en voortrekkers.

Het hoeft niet te verbazen dat hier een opsomming volgt van defensief ingestelde spelers, als je naar het aantal tegengoals kijkt.

Borja Lopez kon adelbrieven voorleggen met passages bij Monaco, Hajduk Split en Gijon. De West-Vlaamse bodem inspireerde de Spanjaard niet, hij bleef onder niveau.

Op de linkerkant zagen we eerst Oleksandr Drambaiev en daarna Novatus Miroshi. De Oekraïner charmeerde met zijn rushes over de flank, maar technisch was het ondermaats. Miroshi van zijn kant speelde op het middenveld, dan centraal achterin en tot slot op links. De Tanzaniaan is nog piepjong met zijn 20 jaar, maar ging al te vaak te onstuimig in duels, en ook tactisch en technisch is er nog werk aan. Ravy Tsouka en Bent Sörmo kwamen niet vaak in actie. Als ze dat tóch deden, vielen ze flagrant door de mand.

Abdoulaye Sissako wisselde goede met slechte momenten af. Al overheerst bij ons het gevoel dat het te weinig is voor een centrale middenvelder. Dani Ramirez moest de spelmaker worden, maar blonk vooral uit in slechte passes.

In deze categorie moeten we nog Christian Brüls en Stan Braem vermelden. Brüls startte prima, maar toen Vormer uitviel, haalde hij zijn rendement niet meer. Braem, topschutter in 1ste amateur bij Zwevezele, kon het niet waarmaken. De stap naar 1A was te groot, al pikte hij toch twee goals mee.

Tot slot waren er nog Lasse Vigen, Bassem Srarfi, Chinoso Offor en Mamadou Sangaré die de club verlieten in januari.

Doelmannen Sef Van Damme, Martijn Beernaert, verdedigers Wout De Buyser en Cheick Thiam, middenvelders Pape Diop en Kevor Palumets en aanvallers Youssuf Sylla en Lennert Hallert kwamen te weinig in actie voor een beoordeling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier