Slechts 15 punten op 30: wat schort er aan kampioen Club Brugge? Ex-coaches Broos en Cossey zien deze 4 pijnpunten

Hugo Vetlesen vond nog geen enkele keer de weg naar het doel. © BRUNO FAHY BELGA
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Van zijn dertien officiële wedstrijden dit seizoen won Club Brugge er amper vijf – en verloor het ook vijf keer en speelde het driemaal gelijk. Hoe staat de landskampioen er voor in het vooruitzicht van de competitiehervatting in Westerlo én de Champions Leagueverplaatsing naar AC Milan? Vier pijnpunten: een evaluatie van Hugo Broos en Rudi Cossey, beiden ex-speler én ex-coach van Blauw-Zwart.

PIJNPUNT 1: De spitsen scoren onvoldoende

In 13 officiële wedstrijden maakte Club slechts 18 goals. Nilsson scoorde nog maar 3 keer, Jutgla geen enkele keer. De andere doelpunten kwamen van de buitenspelers Skov Olsen (4), Tzolis (4) en Talbi, de middenvelder Vanaken (3) en de verdedigers Mechele (2) en Seys.

Hugo Broos: “Het probleem is dat Club te wisselvallig is. Er werd ook al veel gewisseld, waardoor de indruk ontstaat dat de coach aan het zoeken is naar het goeie en gretige Club van eind vorig seizoen – na de trainerswissel.

“Dat er te weinig gescoord wordt, is een feit. Dat Nilsson, absoluut een nuttige spits, aanpassingsproblemen kent, kan ik begrijpen, want dit is een heel ander voetbal dan bij Union. Ik weet wel niet of het helpt om hem te wisselen of op de bank te zetten, want je weet hoe dat gaat met zelfvertrouwen van spitsen. Jutgla, een ander type, is wat minder dan vorig seizoen. Misschien denkt hij: wéér op de bank. En Skov Olsen is soms wel wedstrijdbepalend, maar soms ook van weinig of geen nut.”

Rudi Cossey: “Zo weinig goals is on-Brugs. Maar misschien trappen ze er de volgende wedstrijd wel vijf binnen. Want qua expected goals staan ze altijd bovenaan, maar om de een of andere reden gaat die bal vaak niet binnen. Als je snel op voorsprong komt, wordt het makkelijker, omdat de tegenstander dan uit zijn schulp moet komen. Maar Club kwam al vaak op achterstand en dan wordt de druk alleen maar groter.

“Misschien heeft het ook een beetje te maken met de manier waarop ze spelen. Misschien is Club te veel afhankelijk van zijn diepe spits. Tzolis is iemand die heel veel in de ruimte duikt en daardoor iets minder voor doel komt; en van Skov Olsen weet de tegenstander intussen dat hij bijna altijd hetzelfde doet – naar binnen komen en trappen – en stelt zich daarop in. Dat maakt dat het gevaar uit de tweede lijn moet komen. Dat is de grote sterkte van Vanaken. Maar omdat hij voor de aanvoer naar de aanvallers moet zorgen, komt hij iets minder in de box.

“Het is niet dat ze de kwaliteit niet hebben, maar ze zijn een beetje voorspelbaar geworden. Ik denk dat ze met hun kwaliteiten af en toe eens zouden moeten kunnen omschakelen naar een ander systeem om het de tegenstander moeilijker te maken om hen te neutraliseren. Jutgla bijvoorbeeld is een doeltreffende spits die je in bepaalde wedstrijden kunt gebruiken als extra spits.”

PIJNPUNT 2: Club slikt te gemakkelijk goals

In 13 officiële wedstrijden incasseerde Club al 17 goals: 12 in de competitie, 2 in de Supercup en 3 in de Champions League.

Hugo Broos: “Dat is te veel, zeker als je ziet hoe ze vaak tot stand komen. Komt het door een gebrek aan ervaring achterin? Jong zijn, mag geen excuus zijn, maar in topwedstrijden kan dat een rol spelen. Is het soms een kwestie van kwaliteit? Misschien. Als je iemand als Romero bij een Argentijnse topclub haalt, is dat omdat er iets meer nodig was in de verdediging. Maar hij speelt amper. Omdat hij zich nog moet aanpassen of omdat hij toch niet de juiste man is?”

Rudi Cossey: “Ik begrijp de keuze voor een linksvoetige centrale verdediger als Romero, want Mechele moet als rechtsvoetige op de linkerkant tegen zijn voet spelen. Dat Romero nog niet veel speelde, zal zijn omdat anderen momenteel meer voldoening geven. Bij Antwerp speelde Pacho de eerste maanden ook niet en waren er veel twijfels, maar eens hij aangepast was, bleek hij een superverdediger te zijn en nu zit hij bij PSG. Ik denk wel dat Club voldoende verdedigende kwaliteit heeft. Maar ik vind dat ze te veel risico nemen, zeker als ze op achterstand komen. De backs zijn regelmatig weg en dan is bijna elke counter in hun rug gevaarlijk. Goeie ploegen straffen dat af.”

PIJNPUNT 3: Vetlesen scoort niet

Infiltrerende middenvelder Vetlesen maakte in 13 officiële wedstrijden nog niet één goal. Hij komt wel in de positie om te scoren, maar scoort niet.

Hugo Broos: “Mja, misschien is Vormer nog altijd niet vervangen. Hij maakte elk seizoen zijn doelpunten, kon een eindpass geven en was een leider in de groep. Je bent met hem veel verloren en het is niet makkelijk om zo iemand te vervangen.”

Rudi Cossey: “Vormer is inderdaad nog altijd niet vervangen. Nul goals in dertien wedstrijden, dat is onvoldoende voor een ploeg als Club. Nielsen heeft dat scorend vermogen vanuit de tweede lijn wel, als hij met het volle vertrouwen speelt. Dan is hij met zijn drive en doelgerichtheid moeilijk af te stoppen.”

PIJNPUNT 4: Club mist leiders

Wat ook geregeld terugkeert in analyses: een gebrek aan leiderschap, mentaal sterke spelers die iedereen scherp houden.

Hugo Broos: “Daar ga ik niet in mee. Je hebt Mignolet, Mechele en Vanaken en dan zou je nog een vierde leider nodig hebben, één met een groot bakkes? Zo kun je blijven lullen. Aan wie zich daarachter wegsteekt, zeg ik: sta zelf op! Vanaken is geen leider zoals Vormer, maar ik vind dat hij als kapitein geëvolueerd is en de dingen zegt zoals ze zijn.”

“Vormer is er niet meer en nu lieten ze ook Odoi vertrekken, die ook heel belangrijk was voor de ploeg” – Rudi Cossey

Rudi Cossey: “Vormer is er niet meer en nu lieten ze ook Odoi vertrekken, nog iemand die heel belangrijk was voor de ploeg. Zie wat hij met zijn persoonlijkheid toevoegt aan Antwerp. Vanaken is niet iemand die vaak op tafel klopt, maar wel de mouwen opstroopt en een echte winnaar is – zelfs als hij kaart. Dat ontbreekt een beetje in het huidige voetbal, met nogal wat jongens die de taal niet machtig zijn of die intrinsieke leiderskwaliteiten niet hebben.”

Conclusie

Hugo Broos: “Club is te wisselvallig en misschien zou er op bepaalde posities in het elftal wat meer kwaliteit mogen zijn, maar je kunt niet zeggen dat er te weinig kwaliteit is om een belangrijke rol te spelen in de competitie. Als iedereen voor de spiegel gaat staan en zich afvraagt wat hij fout heeft gedaan en beter kan doen, geraken ze er wel uit. Ik zie ze ook wel in staat om degelijke wedstrijden te spelen in de Champions League, maar eh… een Europese beker gaan ze niet winnen.” (lacht)

“Je kunt niet zeggen dat er te weinig kwaliteit is om een belangrijke rol te spelen in de competitie” – Hugo Broos

Rudi Cossey: “Punten pakken in deze poule is niet evident. Ik denk dat Club moet proberen vertrouwen te putten uit wedstrijden tegen ploegen als Dortmund en AC Milan, waarin ze hun niveau moeten zien omhoog te tillen, om in de competitie meer rendement te halen. Ik verwacht een titelstrijd tussen Genk en Club, waarin Club het uiteindelijk weer zal halen. Het heeft toch de sterkste kern. Misschien moeten ze soms andere keuzes maken, af en toe eens met twee spitsen durven spelen en daarvoor niet wachten tot ze op achterstand staan, meer variëren zodat de tegenstander zich moeilijker op hen kan instellen.”