Sissako maakt zich op voor tweede West-Vlaamse degradatiestrijd; “Ervaring is zeker een voordeel”

De Fransman Abdoulaye Sissako (25) staat aan de vooravond van zijn tweede degradatiestrijd in twee jaar. Precies een jaar na het aansnijden van de degradatiestrijd in Waregem, staat hij met Kortrijk voor dezelfde opdracht. Deze keer met goeie moed om het nu wel positief af te ronden.

Afspraak in het Guldensporenstadion op dinsdagmiddag. Ploeggenoot en topschutter Isaak Davies weet te vertellen dat Abdoulaye Sissako niet op training is door ziekte. In het uitgeregende stadion leek het interview letterlijk in het water te vallen. Gelukkig was de immer sympathieke Sissako bereid om ons telefonisch te woord te staan. Met hese stem beantwoorde hij alle vragen.

Eupen

Eerst en vooral: “Comment ça va?” Sissako voelt zich niet lekker en besloot om niet te trainen. Veel ergs is er niet aan de hand en hij hoopt om zo snel mogelijk weer fit te zijn. Liefst voor het weekend met daarin de reis naar Eupen voor de eerste wedstrijd van de Relegation Play-offs. “Normaal zou ik genezen moeten zijn”, zegt hij zelf. Over Eupen gesproken, Kortrijk heeft dit jaar nog niet kunnen winnen van de Oostkantonners. Hoe zitten de verhoudingen nu?

“Tegenwoordig is het een compleet andere situatie”, vertelt de middenvelder. “In het begin van het seizoen gaven we de wedstrijd zelf uit handen in de tweede helft. De volgende confrontatie was begin december. Toen gingen we daar 1-1 gelijkspelen door de goal van Tom Vandenberghe in de laatste minuut. Het was een compleet andere situatie. Nu heerst er veel meer vertrouwen in de groep. We zijn ervan overtuigd dat we van iedereen kunnen winnen in de Play-offs. Het is nu aan ons om dat waar te maken.”

Goede voorbereiding

Als voorbereiding op die Play-offs trokken de ‘Kerels’ naar het Nederlandse Mierlo om zich daar in volle rust te kunnen klaarstomen. Een goeie voorbereiding vond Sissako: “Voor het groepsgevoel moeten we het niet meer doen. Dat is er al in overvloed. Het deed wel deugd om daar te kunnen trainen. We hebben hard gewerkt in groep. Volgens mij zal het een positief effect hebben op de resultaten, al weet je dat natuurlijk nooit op voorhand.”

Voor veel spelers is het een eerste kennismaking met de degradatiestress. Maar dat is buiten Abdoulaye Sissako gerekend. Vorig jaar speelde hij nog voor de rivalen uit Waregem. Het seizoen had daar het bekende resultaat waardoor Zulte Waregem nu moet strijden om terug te keren naar eerste klasse.

Sissako ziet er wel zijn voordeel in dat hij die ervaring heeft opgedaan: “Mijn ervaring is zeker een voordeel, het kan mij enkel ten goede komen. Ik weet wat het is om met die stress te spelen, maar uiteindelijk blijft het gewoon voetbal. We moeten alles geven en spelen alsof ons leven ervan afhangt. Enkel zo kunnen we kans maken om te overleven. Toch mogen we niet te veel nadenken over de consequenties. We moeten gewoon blijven voetballen zoals we gewend zijn en als iedereen zijn job goed uitvoert komen we er wel.”

Vaste waarde

In die degradatiestrijd zal Sissako ongetwijfeld een belangrijke schakel zijn. Hij bemant al heel het seizoen dat middenveld. Ondanks de concurrentie die er deze winter bijkwam. Zelf heeft hij nooit getwijfeld aan zijn positie: “Het is juist dat er deze winter enkele middenvelders bijkwamen. Maar ik ben altijd blijven geloven in mezelf. Ik weet wat ik kan en heb nooit getwijfeld. Mijn relatie met de coach is goed. Ik verwacht dan ook om de komende wedstrijden een belangrijke rol te spelen. De nieuwe aanwinsten zorgen trouwens niet enkel voor wrevel. De manier waarop Kings Kangwa in de ploeg is gekomen, bewijst dat. Ik denk dat we uitstekend kunnen samenspelen.”

Op het veld bekleedt Sissako een leidersfunctie als defensieve middenvelder, maar hij geeft toe dat hij dat naast het veld niet echt is: “In de kleedkamer ben ik niet degene die altijd het woord zal nemen. Ik ben niet echt een stereotiepe leider. Toch doe ik er alles aan om dat op het veld wel te zijn. De communicatie met mijn teamgenoten is van onschatbare waarde. Ondanks de vele nationaliteiten verloopt dat soepel. Er wordt vooral Engels en Frans gesproken. Met de Japanners in de verdediging is het soms ingewikkeld, maar voorlopig kennen we geen problemen. Ze werken zich goed in en kunnen intussen genoeg Engels om mee te draaien op het veld.”

(JDB)