Missie volbracht: KV Kortrijk is gered. Wat nu? Tijd voor Storck om sleutels van de club terug te geven

Een club kan niet blijven dansen naar de pijpen van een coach. Op langere termijn werkt het andersom tussen werkgever en werknemer. Dat weet Storck ook wel. (foto Belga) © KURT DESPLENTER BELGA
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Sinds zondagavond is het zeker: KV Kortrijk degradeert niet. Eind juli beginnen de Kerels aan hun zestiende opeenvolgende jaar in de hoogste afdeling. Dat verdient best een applausje. Maar volgend seizoen moet het beter, ook omdat het nieuwe competitieformat dat vereist.

Het gebeurde dus niet zaterdagnamiddag, in het rechtstreekse degradatieduel tegen KAS Eupen: daar kwam KV Kortrijk, op eigen veld, niet verder dan een gelijkspel (0-0). Dat was best teleurstellend, zoals dat eerder ook tegen KV Oostende het geval was (2-2).

Wat dan telkens opvalt, in die wedstrijden tegen toch haalbare tegenstanders, is het gebrek aan stabiliteit op het middenveld. Het is geen nieuw gegeven: Belhocine, Custovic en Storck, de drie opeenvolgende hoofdcoaches, kwamen dit seizoen tot de eensluidende conclusie dat de kern een verdedigende middenvelder mist. Met de goeie voeten van Mehssatou, Kadri en Selemani kiest Storck centraal op het middenveld doorgaans voor de opbouwende, aanvallende optie, maar daardoor komt hij in het hart van zijn ploeg bij momenten defensieve weerbaarheid tekort.

Steunpilaren

Ontgoocheling overheerste zaterdagavond, maar de wetenschap dat Zulte Waregem en KV Oostende gemiddeld meer dan twee doelpunten per wedstrijd slikken, liet toe om met vertrouwen naar de zondagwedstrijden uit te kijken. Terecht, bleek: omdat Zulte Waregem er ‘s anderendaags drie slikte in Charleroi (3-2) en KV Oostende zelfs vijf in Sint-Truiden (5-0), kon er zondagavond alsnog getoost worden op de redding.

De conclusie is dan toch dat KVK, ondanks het wankele evenwicht op het middenveld, defensief solider was dan zijn West-Vlaamse degradatieconcurrenten. Nochtans waren ze daar in Kortrijk niet gerust in, zeker niet toen Storck doelman Ilic passeerde en de centrale verdedigers Dessoleil en Radovanovic naar de B-kern stuurde. Het is een strategie die de Duitse coach ook bij Moeskroen en Cercle Brugge toepaste: enkele dominante persoonlijkheden van hun sokkel halen om anderen ruimte te geven om te groeien. Het pakte goed uit: Watanabe groeide uit tot sterkhouder en leider van de verdediging en Vandenberghe tot rustgevende en betrouwbare factor in doel. Zij werden steunpilaren van het door Storck gereanimeerde team.

Niet vergeten: de vrees om te degraderen was duidelijk voelbaar toen de clubleiding in november al voor de tweede keer van hoofdcoach wisselde. De ploeg stond voorlaatste, op vier punten van de dichtste veilige plaats, er waren mentaliteitsproblemen in de groep, én spelers die in onmin leefden met de clubleiding. Onder Belhocine hadden de Kerels 4 punten op 18 gepakt en onder Custovic 8 op 33. Onder Storck zijn dat er nu 19 op 45. Daarmee zijn ze opgeklommen naar de veertiende plaats, met zeven punten voorsprong op de dichtste degradatieplaats.

Hoge eisen

Volgend seizoen zal het zo goed als zeker weer zonder Storck zijn. Ook na zijn succesvolle reddingsoperaties in Moeskroen en bij Cercle Brugge is hij niet gebleven. Een club kan natuurlijk ook niet blijven dansen naar de pijpen van een coach. Op langere termijn werkt het andersom tussen werkgever en werknemer. Dat weet Storck ook wel. Dus stelt hij hoge eisen, om niet het slachtoffer te worden van een ontoereikend sportief beleid.

De Storck die we bij Excelsior Moeskroen, Cercle Brugge en KV Kortrijk leerden kennen, is een onafhankelijke crisismanager op wie je in hoge nood een beroep doet, een laatste reddingsboei: je geeft hem als het ware de sleutels van de club en doet in de mate van het mogelijke wat hij vraagt en wat volgens hem noodzakelijk is om de Operatie Redding tot een goed einde te brengen. Het motto is dan: In Storck we trust.

Als journalist maak je het dan mee dat je een vooraanstaande bestuurder om een interview vraagt en dat die je antwoordt met het grapje “ik moet het eerst aan Storck vragen.” En wat je ook wel eens hoort, is: “Die vent bemoeit zich werkelijk overal mee.”

Weerstand

Storck komt een club binnen met een globaal plan, schuift mensen opzij, confronteert mensen, haalt mensen uit hun comfortzone. Dat hij dat niet altijd tegenover iedere clubmedewerker met evenveel tact doet, creëert weerstand en zorgt ervoor dat mensen gaan focussen op zijn mindere kantjes in plaats van op zijn kwaliteiten, én dat ze zijn sportieve keuzes beginnen te bekritiseren.

Wat dat betreft, is in Kortrijk het heikele punt zijn niet zo geslaagde impact op het transferbeleid tijdens de wintertransferperiode. Enerzijds stelde hij zijn veto tegen de komst van spelers als Vormer en anderzijds vallen de twee spelers die op zijn advies wel werden aangetrokken, Atemona en Regali, ronduit tegen. Zo passeerde Storck ook D’haene. De aanvoerder diende in januari zelfs een transferverzoek in bij de club, maar dat werd geweigerd – en uiteindelijk geraakte hij door de langdurige blessure van Sych toch nog in de wedstrijdselectie én in de basis.

Met vier in play-downs

Nu de crisis is overwonnen en iedereen kan herademen, is er ook geen nood meer aan een alomtegenwoordige crisismanager. Het is tijd voor Storck om de sleutels van de club terug te geven. Voor de club is het tijd om de juiste lessen te trekken en volgend seizoen niet meer weer in zo’n situatie verzeild te geraken.

De uitdaging wordt er niet kleiner op, want de Jupiler Pro League 2023-2024 wordt er een met zestien in plaats van achttien ploegen, waarvan de laatste vier in play-downs uitmaken wie zakt: de winnaar redt zich, de tweede speelt een barrageduel tegen de eindrondewinnaar van 1B, en de laatste twee degraderen.

Is het dan voor Storck met zijn methode niet mogelijk om ergens langdurig te werken? Toch wel. Als hij een club koopt, moet dat zeker lukken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier