Kortrijks assistent-coach Joseph Akpala voelt zich thuis in onze provincie: “Ik voel me meer West-Vlaming dan Belg”

© Foto Kurt
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Goaltjesdief bij Charleroi, publiekslieveling bij Club Brugge en prestigetransfer bij het KV Oostende van Marc Coucke. Joseph Akpala (36) heeft in ons land, en in onze provincie, al aardig wat watertjes doorzwommen. Vorig jaar begon hij aan een nieuw hoofdstuk en zette hij bij KV Kortrijk zijn eerste stappen in het trainersvak als assistent-coach. Tien maanden later werkte hij er al onder drie trainers én was hij zelfs even hoofdtrainer ad interim. Een gesprek met de goedlachse Nigeriaan. “Ik voel me meer West-Vlaming dan Belg.”

Toen Karim Belhocine vorig seizoen in september de laan werd uitgestuurd, nam Adnan Custovic – voor even – de fakkel over. Van de Bosniër is in het Guldensporenstadion al lang geen spoor mee. Van de assistenten die hij toen meebracht echter wel. Zowel onder Bernd Storck, als nu onder Edward Still, bleven Jimmy Hempte en Joseph Akpala aan boord. En dat terwijl die laatste eigenlijk nooit een job als trainer ambieerde. “Ik had er eigenlijk nooit echt bij stilgestaan, dus toen Adnan me belde met de vraag of ik als assistent wilde werken, heb ik wel enkele dagen moeten nadenken”, lacht Akpala. Het belette hem echter niet om uiteindelijk ja te zeggen. “Omdat te timing eigenlijk perfect was”, klinkt het. “Mijn vrouw was kort daarvoor bevallen en ik had beloofd om er voor haar te zijn omdat ze ondersteuning nodig had, maar net op het moment dat ze weer sterk genoeg was en we hadden besloten dat ik opnieuw iets zou gaan doen, kreeg ik het telefoontje van Adnan. En ik ben heel erg blij dat ik uiteindelijk op het aanbod ben ingegaan.”

Nochtans stond Custovic kort nadien al terug op de keien en gaf ook Bernd Storck er na het seizoen de brui aan. Het maakt dat Akpala met Edward Still ondertussen al aan zijn derde hoofdcoach toe is. Al ziet de Nigeriaanse aanvaller daar zelf geen graten in. “Integendeel. Onder elke coach leer je dingen bij en kan je dingen oppikken. Het was voor mij wel een beetje een shock toen Adnan ontslagen werd, want ik was zelf nog mijn plek aan het zoeken als assistent, maar anderzijds zijn Edward, Adnan en Bernd alle drie heel erg verschillende types mens, met elk hun eigen visie op voetbal, wat het heel interessant maakt. Elke coach heeft evenwel één ding gemeen: ze willen winnen. Dat is iets wat blijft hangen en wat je als trainer moet kunnen overzetten op je spelers, elk op zijn eigen manier. Ideaal was het dus niet, maar leerrijk des te meer.”

Te vroeg gestopt

Maar wat voor assistent is Akpala eigenlijk? “Ik zie mezelf als een grote broer van de spelers. Ik ben nog niet lang gestopt met zelf te voetballen, dus als spelers na een oefening op training of na een match feedback geven, begrijp ik hun gevoelens.” Dat laatste is vooral omdat het bij Akpala zelf ook nog kriebelt om zélf op het veld te staan. “Ik mis het, ja”, glimlacht hij. “Na mijn korte periode bij FC Dinamo in Roemenië wilde ik eigenlijk nog verder voetballen, maar niet te laag. Ik wilde een club vinden in België, maar niet in de amateurreeksen of zelfs tweede klasse. Waarom niet? Ik wilde geen blessures riskeren. Ik heb altijd gezegd dat ik tot mijn 37ste op het hoogste niveau wilde spelen, maar op dat moment wilde ik geen blessures riskeren als ik niet meer op het hoogste niveau kon spelen. Ik wilde immers na mijn carrière nog met de kinderen kunnen spelen. Er is nog een leven na het voetbal ook, hé.”

“Soms denk ik dat ik te vroeg gestopt ben met voetballen, maar ik wilde niet op een lager niveau gaan spelen”

“Al moet ik nu wel toegeven dat het niet gemakkelijk is om spelers van mijn leeftijd te zien spelen of scoren. Soms denk ik wel eens dat ik te vroeg gestopt ben met voetballen. Anderzijds gaat dat ook gewoon over de passie voor het spelletje. Waarschijnlijk zou ik dat gevoel ook gehad hebben mocht ik gestopt zijn op mijn 39ste. Weet je dat ik, als we voor de match een tactische bespreking hebben, nog steeds die adrenaline voel alsof ik zelf op het veld zou staan? Dan voel ik me helemaal klaar om te spelen. (lacht) Dat is nog steeds het opwindende aan mijn job: ik sta nog steeds elke dag op het veld. En dat is leuk, maar anderzijds heb ik nog steeds de neiging om op een bal te trappen en mee te doen. Ooit zei ik dat ik dacht dat dat gevoel wel zou overgaan, maar dat is tot dusver nog niet het geval. En eerlijk? Ik denk niet dat het ooit zal overgaan.”

Verknocht aan West-Vlaanderen

Met KV Kortrijk is Akpala na passages bij Club Brugge en KV Oostende aan zijn derde West-Vlaamse voetbalhoofdstuk bezig. De Nigeriaan is naar eigen zeggen dan ook volledig verknocht aan onze provincie. “Maar niet per se omdat ik in Oostende of Brugge gevoetbald heb, wel omdat ik me in West-Vlaanderen meer thuis voel dan waar ook in België. Net als mijn familie trouwens”, vertelt Akapala. “We zijn hier helemaal gesetteld en we willen hier ook blijven. België is mijn tweede vaderland. Dit land heeft me immers het platform gegeven om mijn talent te tonen en ik heb me hier snel kunnen integreren. We zijn een klein land, maar alles is hier perfect. Ik ben Belg en voel me Belgisch. Al voel ik me eigenlijk nog meer West-Vlaming dan Belg. We wonen in Bruhhe.” Bruhhe mét een West-Vlaamse tongval zowaar. Akpala lacht: “Ik probeer het dialect te leren, ook al is het niet zo gemakkelijk. Ik denk dat ik in een gesprek ongeveer 80 procent versta als het in het Nederlands is en hier en daar iets wanneer het in het West-Vlaams is. Mijn oudste zoontje van 3 jaar mixt Nederlands en Engels door elkaar. Ik vermoed dat West-Vlaams het volgende wordt.”

“Als we voor de match een tactische bespreking hebben, voel ik nog steeds die adrenaline alsof ik zelf op het veld zou staan”

Stage bij Club Brugge

Is een job bij Club Brugge dan ook de ultieme droom? “Droom zou ik het niet noemen, maar mocht ik de kans ooit krijgen, zou ik daar zeker blij mee zijn. We wonen op twee minuten van het stadion, dus elke thuismatch hoor ik de supporters. Zelf ben ik vorig seizoen ook een paar keer gaan kijken toen ze in de Champions League speelden en ik heb er mijn stage gedaan toen ik mijn trainersdiploma wilde halen. Club Brugge heeft dus uiteraard een plek in mijn hart. Al voel ik me hier bij Kortrijk ook zeker heel goed thuis. Vanaf dag 1 ben ik hier heel goed ontvangen en heb ik met iedereen een goede band: van de materiaalman over de greenkeeper tot de perschef.”