Assistent-trainer Thomas Buffel met Cercle terug naar KRC Genk

Thomas Buffel trekt zondagavond 7 maart terug naar Genk waar hij bijna tien jaar succesvol was. Hij fungeert nu als assistent-trainer van Cercle Brugge waar hij 25 jaar geleden zijn carrière als voetballer begon. De 40-jarige Ruddervoordenaar vertelt meer over groen-zwart, de Rode Duivels, de Belgische beloften en Fabullous.

Mei 1996. De nationale scholieren van Cercle Brugge worden onder leiding van trainer Jan Decraene na een 0-2 winst bij Seraing landskampioen, met Thomas Buffel als topscorer en één van de uitblinkers. Ruim een jaar later koos de jonge Ruddervoordenaar van 16 jaar voor Feyenoord, de club uit Rotterdam waar Geoffrey Claeys hem als een ander Cercleproduct voorafging.

Beste jonge voetballer

Thomas werd ondergebracht in een gastgezin als een leerling van het Thorbecke Topsport Lyceum, met ’s morgens lessen in de richting economie-talen, in de namiddag technische trainingen en ’s avonds een groepstraining op Feyenoord.

Buffel kreeg de onderscheiding van beste jonge voetballer van Nederland en gekoesterd door trainer Leo Beenhakker werd dit het begin van een schitterende carrière, in de Rotterdamse kuip, bij het Schotse Glasgow Rangers en vooral bij KRC Genk.

Landskampioen

Buffel speelde drie jaar voor de koningsblauwe kleuren van The Rangers FC en koos in 2009 voor Cercle om zijn carrière in eigen land opnieuw te lanceren. Op de laatste dag van de zomertransferperiode kwam Genk op de proppen en maakte hij de overstap naar deze club, terwijl Hans Cornelis en Jelle Vossen de omgekeerde beweging maakten.

In Limburg werd hij landskampioen, winnaar van de supercup en de Belgische beker, tegen Cercle dan nog wel. Behalve een smaakmaker was Thomas een goede aanvaller en zelfs aanvoerder van Genk. Hij speelde 388 wedstrijden voor de Limburgers en scoorde 59 keer.

Assistent-trainer

Het is nu bijna twee jaar geleden dat Buffel zijn voetbalschoenen aan de haak hing. Begin februari keerde hij voor een tweede keer terug naar Cercle terug, zij het om als assistent-trainer een goede tandem te vormen met Yves Vanderhaeghe, zijn goede kameraad en kamergenoot ten tijde van de Rode Duivels.

“Als je als jonge gast ergens begint, kansen krijgt in het leven, dan heb je daar respect voor en moet je iets teruggeven”, vindt Buffel. “In eerste instantie moet ik de ploeg en Yves als hoofdcoach bijstaan, met goed advies. Soms wel durven zeggen waar het op staat. Dan kan hij nog keuzes maken of hij het al of niet relevant vindt. Daarnaast, als er ruimte is, willen we een stap verder gaan in de ontwikkeling van talenten, hen trainen en beter maken.”

Talenten opleiden

Cercle wil deels talenten opleiden en op bepaalde vlakken succesvol zijn. “Dat moet toch het verhaal worden”, klinkt de assistent-coach. “Ieder individu heeft hierin zijn rol en dat is bij iedereen deels anders. De ene ambieert misschien een topcarrière in het buitenland. Een ander wil in eerste instantie basisspeler worden, een binnenlandse transfer realiseren of is 34 jaar en reeds met coaching bezig en denkt daar verder over na.”

“Al die verschillende rollen komen uiteindelijk naar een idee samen: iedere training en match het beste van jezelf geven om uiteindelijk in het weekend te winnen. Hoe meer je wint, hoe meer baat dit kan hebben om binnen een team te presteren, te excelleren naar wat je precies wil.”

Rode Duivels

Thomas Buffel is 35-voudig international. Een EK of een WK speelde hij echter niet. “Winst tegen Nederland, dat was misschien wel een mooi moment”, herinnert hij. “We hadden een leuke groep. Een hecht team met Bart Goor, Geert De Vlieger en Eric Deflandre waarmee we in de hotels toch geregeld een kaartje legden.”

In de voorronde van Euro 2004 was de Italiaanse topref Collina in Bulgarije de boosdoener voor de Rode Duivels wegens het niet-fluiten van een penalty na een fout op Mbo Mpenza. “Hierdoor miste ik toch een groot tornooi”, zucht Buffel.

“Nadien kwam er verjonging, Vincent Kompany en nog andere jongeren, in een periode dat we op zoek waren naar identiteit, één vast geheel. Jammer genoeg maakte ik daar geen deel van uit. Gelukkig kon ik mijn zinnen op het clubverband zetten, waarin ik met Genk toch ook Europese successen had. Dat gaf mij veel voldoening.”

Beloften

Thomas Buffel wil zich nu verder ontwikkelen als coach en was voor zijn komst naar Cercle reeds assistent van Jacky Mathijssen bij de nationale beloften. Deze maand volgt voor hen een kleine stage, met een oefenwedstrijd tegen Frankrijk. Buffel en Matthijssen maakten de overstap van bij de nationale U19 na het vertrek van Johan Walem.

“Het is bondscoach Roberto Martinez die de lijnen uitzet en ziet wat voor hem de beste opties zijn”, aldus Buffel. “Bij de U19 probeerden we al een beetje de spelstijl van het A-team te hanteren. Die jongens voorbereiden op het grote werk. Dat proberen we nu ook bij de U21 voort te zetten. Het is een soort opleidende functie. Het is aan ons om de stappen tussen die leeftijdscategorieën kleiner te maken.”

Er zijn daarom vaak onderhoudende sessies om alle coaches, ook die bij de lagere nationale teams, beter te maken en elkaar te ondersteunen. “In het huidige voetbal wordt er op clubniveau wel sneller van systeem geschakeld, zodat een 3-4-3 couranter wordt. Vroeger was het vaak 4-3-3 en waren er spelers die uit de lucht vielen als ze 3-4-3 moesten spelen. Het is goed dat we datzelfde aanhouden. Je voelt dat er een goede communicatie is tussen Jacky en de bondscoach.”

Prioriteit

Toen Buffel zijn job, met de goedkeuring van Martinez, bij Cercle aanvaardde, was zijn taak bij de nationale ploeg vooral scouting, om de twee maanden een stage en met de hoofd- en bondscoach overleggen om te zien welke speler er op de voet gevolgd moest worden. Alsook tactische zaken bespreken.

Een parttime job, met daarnaast zaakvoerder zijn van Fabullous. Een bedrijf in Hasselt dat netwerk- relatiegeschenken maakt met een commerciële waarde. “Het is vooral marketinggewijs, zoals een fles drank met een logo en een mooie design. Mijn prioriteit ligt nu bij Cercle. Het is een zeer fijne job, veelzijdig. Ik zie het niet als werk, maar veel meer als een passie”, besluit Thomas Buffel. (ACR)