Johnny Dusbaba, van topvoetballer tot zakenman: “Koffer van Mercedes was mijn winkel”

We zien Johnny Dusbaba op een ploegfoto met Anderlecht: staand v.l.n.r. Vander Elst, Van Binst, Dusbaba, De Bree, Broos, Thissen, zittend v.l.n.r. Nielsen, Haan, Couck, Rensenbrink, Vercauteren. © FRO
Redactie KW

Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes.

Johnny Dusbaba werd geboren op 14 maart 1956, in de druk bevolkte Schilderswijk in Den Haag, Nederland. De kinderen groeiden er op in de straat. Hij was voorbestemd om in de garage van zijn vader te werken, maar na twee jaar technische opleiding werd hij op 15-jarige leeftijd van straat geplukt om, als semiprof, elf keer per week te trainen bij ADO Den Haag. Hij werd prof bij Ajax, Anderlecht, Standard Luik, NAC Breda en Sint-Niklaas.

Van jongs af aan was Johnny bezig met de verkoop van textiel en leren jassen, en op zijn dertigste zette hij zijn zakenleven verder zonder voetbal. Als speler van Anderlecht woonde hij in Liedekerke, waar hij zijn vrouw Miriam Van Ginderdeuren leerde kennen. Hij baatte vier jaar Snooker Dusbaba. Op vakantie in Oostende leerde hij de Koningin der Badsteden waarderen. Hij kwam met Miriam aan de kust wonen. In de Vlaanderenstraat hadden ze vanaf 1985 een boetiek, in combinatie met de markten. Nu runnen Miriam en John al 27 jaar Boetiek Joy in de Kapellestraat. Hij is vader/stiefvader van drie kinderen en opa van vier kleinkinderen.

Johnny Dusbaba nu.
Johnny Dusbaba nu. © FRO

“Ik was groot en sterk, trainde graag en debuteerde als 16-jarige libero of verdedigende middenvelder bij ADO in de eerste ploeg”, vertelt John. “Ik speelde mij in de belangstelling van managers en kreeg aanbiedingen van Feyenoord, Bordeaux en Ajax. Ik had het geluk dat Barry Hulshof een blessure opliep, en ik mocht hem vervangen als voorstopper.”

“Ik speelde direct met vedetten als Cruijff, Suurbier, Krol, Schrijvers, Mühren, Neeskens, Haan, Mulder en Keizer. Cruijff, die samen met Neeskens vertrokken is naar Barcelona, maakte het voetballen zo simpel. Met Ajax won ik de titel, de beker, en speelde de kwartfinale van de Europabeker tegen Manchester United.” In de kraker Ajax-Feyenoord (1977) scoorde John twee keer, aan beide kanten, en haalde daarmee de wereldpers.

Stock in het kot

Na vier jaar Ajax werd hij voor drie miljoen gulden getransfereerd naar Anderlecht. “Ik werd gekocht als vervanger voor Erwin Vandendaele, met wie ik toch een jaar in de clinch lag. We wonnen met paars-wit de Europa Cup in Parijs in 1978. Dat was uniek. We schakelden Porto en Bremen uit en wonnen de finale met 4-0 tegen Austria Wenen. Met Anderlecht won ik de titel, de beker en de Supercup, met 3-1 tegen Liverpool. Ik was populair bij de fans, want na de training verkocht ik truitjes, sjaals, hemden, leren jassen, tv’s en video’s. De koffer van mijn Mercedes was mijn winkel, mijn stock lag in het materiaalkot.”

Het laatste seizoen bij Anderlecht belde Raymond Goethals John op en vroeg hem mee te gaan naar Standard Luik.

“De sfeer bij de Rouches was fantastisch, maar het bestuur, met voorzitter Petit, viel tegen. Contracten werden niet nagekomen, betalingen kwamen altijd te laat. In Luik liep alles fout. De club en tal van bekende spelers zoals Gerets en Bodart werden gestraft wegens omkoperij. Arie Haan en ik hadden een goede advocaat en gingen vrijuit. Kessler wilde mij bij Club Brugge en ik mocht ook terug naar Anderlecht. Ik moest dreigen met publicatie van de schandalen bij Petit om weg te komen bij Standard.”

“Anderlecht koos voor René Vandereycken en Brugge belde af. Blij dat ik toen voor NAC Breda kon tekenen en er nog twee toffe seizoenen heb beleefd. Dat was ook zo bij Sint-Niklaas, waar ik wel minder gedreven was – ik was 28 – en nog meer zakenman werd. Mijn laatste transfer, naar FC Nürnberg in 1986, duurde maar enkele dagen: de Duitse mentaliteit beviel me niet en ik hing de schoenen aan de haak.”

Tennis en snooker

John had in Liedekerke een paradijs, met een kleine kinderboerderij en enkele tennisvelden.

“Na het voetbal kwam het tennis. Ik speelde geen competitie, maar won toch enkele tornooien in de regio Oost-Vlaanderen. Ik had veel balgevoel en een goede vista. Na acht jaar tennis opende ik, samen met Miriam, een snookerzaak met tien tafels. We speelden vier seizoenen in de hoogste divisie en organiseerden stages en tornooien met Engelse profs. Veel voetbalvrienden kwamen snookeren in Snooker Dusbaba.”

“Begin de jaren 90 verwisselden we Liedekerke voor Oostende, eerst vier jaar de markten en de winkel in de Vlaanderenstraat, nu al 27 jaar de damesboetiek Joy in de Kapellestraat.”

“Toen onze zoon Joy in doel stond bij ZVC De Putters, een klein clubje in de liga met lokaal ‘t Putje bij Kim, groeide bij mij de ambitie om een sterke ploeg uit te bouwen die het onoverwinnelijke ZVC Bouwteam kon verslaan. We speelden viermaal kampioen en stegen tot in tweede nationale van de VZVB. We beleefden leuke tijden, op en naast het terrein, en organiseerden elk jaar een groot tornooi op OTC, samen met Deweert Sport. Ik heb er veel tijd en geld in gestoken, maar door gebrek aan respect is het spijtig genoeg scheef gelopen.”

Oeps, die schaal

“Intussen was ik flink wat kilo’s bijgekomen. Ik was beschaamd toen de weegschaal plots op 159 kilogram stond. Ik durfde niet meer in de spiegel kijken. Toen heb ik mijn karakter laten spreken: na negentien maanden diëten en dagelijks fietsen, soms 80 tot 100 kilometer, ben ik 65 kilogram afgevallen. Ik voel me nog altijd topfit, maak elke dag mijn toertje en ben fier dat ik mijn kleinkinderen kan begeleiden in hun sport. Lex, zoon van Joy, is twaalf en speelt vier keer per week tennis bij OTC. Hij kan zo goed worden als zijn opa – hoop ik!”

“Ik volg de sport nog dagelijks, via de media. Voetbal is een lachertje geworden, met meer dan dertig spelers en tien trainers per ploeg! Alles draait om geld en de vedetten van nu zijn maar half zo goed als wij vroeger! Om de twee jaar ga ik naar de reünie van Ajax en Anderlecht. O, en nog even dit: ik ben geen trainer, maar ik geloof niet in België en coach Martinez voor het WK in Qatar.”