Geert Tavernier, de man met de gouden linker, uit Zevekote: “Roger De Vlaeminck was onze grootste supporter”

Geert Tavernier anno vandaag. © FRO
Fons Roets
Fons Roets Medewerker KW

Zevekotenaar Geert Tavernier beschikte over een gouden linker. Toen hij de kans kreeg om naar een grote club te verhuizen, was de transferprijs te hoog of waren de omstandigheden er niet rijp voor. Toch blikt Geert tevreden terug op zijn voetballoopbaan.

Geert Tavernier, geboren op 8 december 1959, groeide op in Zevekote, bij Gistel, in een sportief gezin van vijf, met drie zussen en een broer. Na de gemeenteschool in Zevekote volgde Geert drie jaar lager middelbaar in het OLV-College in Gistel en trok dan voor drie jaar naar het VTI in Oostende, afdeling industrieel-wetenschappelijk.

Na vier jaar graduaat elektronica studeerde hij af in 1982. Als speler van KVO kon hij even aan de slag bij sponsor Eddy Vergeylen van NV Dekotap, om tapijt en vloerbekleding te snijden. Na enkele maanden kreeg hij werk aangeboden bij AED, het auto-elektriciteitsbedrijf van wijlen François Drabbe, toenmalig bestuurslid van KV Oostende. Daar bleef hij twintig jaar actief. Na het faillissement van AED kon hij overstappen naar Auto-Terminus waar hij nu vier dagen in de week aan de slag is.

Uit zijn eerste huwelijk heeft Geert een 32-jarige zoon, Sebastien. Hij hertrouwde met Chantal Vandenbossche. Ze wonen al twintig jaar in Gistel. In januari is Geert opa geworden van een kleindochtertje, Roxanne.

“Roland Boey is de beste trainer die ik gehad heb”

“In december 1970 werd ik elf en tekende ik een lidkaart bij KE Gistel en in 1971 mocht ik aantreden bij de miniemen”, vertelt Geert. “Herman Sanders was mijn eerste trainer en ik kreeg van hem mijn eerste voetbalschoenen. We wonnen die eerste match en ik scoorde drie goals. Ik heb dat seizoen acht goals gemaakt in drie matchen. We verloren met 2-1 op bezoek bij AS Oostende. Ik scoorde de 0-1 en was een van de uitblinkers als linksbuiten. De belangstelling van ASO was meteen gewekt en ik werd getransfereerd naar Oostende. Cyriel Starkey was onze trainer. In mijn eerste seizoen speelde ik 21 matchen bij de provinciale miniemen en scoorde ik 34 doelpunten. Ik speelde twee seizoenen bij de cadetten en was goed voor 35 doelpunten. Als scholier schoot ik ook meer dan dertig keer raak. Ik zorgde ook voor veel assists. Met de juniores bleef ik scoren en we hebben ook de nationale finale gespeeld en verloren tegen Beveren. Met de UEFA’s, met Berre Deurwaerder als trainer, speelden we telkens op het eerste veld van de grote, Vlaamse ploegen. We konden ons in de kijker spelen en werden regelmatig geselecteerd voor de beloften.”

Het debuut van Geert in de eerste ploeg van ASO was op AA Gent, in de eindronde voor promotie naar eerste klasse, met Freddy Qvick als trainer. “Ik was pas 17, mocht enkele matchen invallen voor José Mortier en dat viel best mee”, weet Geert. “Het seizoen erop werd Carlos De Steur hoofdtrainer. Ik had last van groeipijnen, vooral aan de enkels, en heb bijna een half seizoen geblesseerd aan de kant gestaan. Na nieuwjaar kon ik weer aansluiten en we zijn gezakt naar derde klasse. Van dan af heb ik meegedraaid in de eerste ploeg, met gemiddeld meer dan tien doelpunten. Ik heb het meest geleerd van Wilfried Puis, die teruggekeerd was naar de kust. De jaren voor de fusie, met trainers Redgy Boey en het duo Storme-Qvick, liep alles vierkant en was er veel onzekerheid.”

Laatste derby

“Ik herinner me nog de laatste derby tussen VGO en ASO in 1979 op Armenonville. Het publiek stroomde nog binnen en na minder dan een kwartier had ik al drie keer gescoord met een kopstoot en een afstandsschot. De match was al gespeeld. Toen de fusie eraan kwam, had ik veel goesting om te vertrekken. Gent, KV Mechelen en Waregem waren geïnteresseerd maar ASO, Oswald Debruycker, vroeg veel geld, drie miljoen (Belgische frank, red.), en er is nooit een transfer tot stand gekomen. Het laatste jaar dat ik op school zat – ik was dan 22 – heb ik ook getest bij Anderlecht, met Ivic als trainer. Ik heb er nadien niets van gehoord en heb nog zeven seizoenen bij fusieclub KVO gespeeld. We zijn gestart met een enorm grote kern. Gilbert Marmenout was een VGO-trainer. Van mij werd veel verwacht, maar het draaide van geen kanten. Samen met Dirk Maene was ik elk jaar topscorer. Met James Storme als trainer hebben we de beslissende titelwedstrijd verloren, thuis tegen Bornem. Dat was een mokerslag. Ik ben dan maar vertrokken naar Eeklo.”

Roger De Vlaeminck

Oud-ploegmaat Roland Boey uit Oostende was trainer bij derdeklasser Eeklo en Geert heeft er drie mooie jaren beleefd. “Ik speelde er met ex-Cercle spits Franky Vanhaecke en we hadden een toffe ploeg, een goede mix van jong en ervaren. Roger De Vlaeminck was onze grootste supporter! We werden kampioen na een mooie 2-1-zege tegen Olympic Charleroi. Roland Boey is de beste trainer die ik gehad heb, simpel maar succesvol met een groep! Het tweede jaar speelden we eindronde en in de beker verloren we de kwartfinale tegen Sint-Truiden. Het derde jaar verloren we in de eindronde van AA Gent. Ik werd 30 en kreeg een aanvraag om prof te worden bij Beerschot. Ik heb het risico niet genomen en ben, met Roland Boey, naar Wervik getrokken.”

Een foto uit 1984 met bovenaan van links naar rechts Chris Desmet, Peter Leysen, Hedwig Hagers, Nico Muylaert, Herman Bellaert, Bram Van Kerkhof, Danny Vandeput en Bobby Woodruff, onderaan Dirk Wittewrongel, Chris Vanderhaeghen, Bill Cosman, Hans Belligh, Rik Priem, Geert Tavernier, Chris Jonckheere, Carl Boenders en Jean-Luc Seys.
Een foto uit 1984 met bovenaan van links naar rechts Chris Desmet, Peter Leysen, Hedwig Hagers, Nico Muylaert, Herman Bellaert, Bram Van Kerkhof, Danny Vandeput en Bobby Woodruff, onderaan Dirk Wittewrongel, Chris Vanderhaeghen, Bill Cosman, Hans Belligh, Rik Priem, Geert Tavernier, Chris Jonckheere, Carl Boenders en Jean-Luc Seys. © FRO

In Wervik, in derde klasse met Bobby Woodruff en Michael Bennett, de vader van renner Sam Bennett, kende Geert ook drie mooie seizoenen, scoorde veel en beleefde er voetbalplezier. Dan volgden vijf leuke seizoenen SV Koekelare en op 35-jarige werd hij nog uitgeroepen tot beste speler van de reeks. “Ik werd 40 en moest met VGO weer herbeginnen in eerste provinciale”, lacht Geert. “We zijn gezakt en weer gestegen. Op 42-jarige leeftijd moest ik de schoenen aan de haak hangen wegens een hielblessure. Ik werd dan eerst linietrainer bij KEG Gistel en fungeerde drie jaar als jeugdtrainer bij de miniemen en de cadetten. We haalden de kwartfinale van de Beker van België en speelden tegen Eden Hazard.”

Trainerscarrière

Na het failliet van KEG fungeerde Geert ook een seizoen als T2 van Noël Azou in 4de nationale. Zijn trainerscarrière als T1 of T2 bij VGO, KEG Gistel, KWS Oudenburg, weer VGO, Veldegem, VV Oostduinkerke en Davo Westende in 2015 was er een van vallen en opstaan. “Kinderen keken naar me op omdat ik het kon voordoen. Bij een groep volwassenen pakte de mayonaise niet altijd. Misschien ben ik een beetje te braaf geweest! Ik heb nooit een trainerscursus willen volgen. In 2015 trok ik er een streep onder.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier