Ex-ASO-speler en trainer Roger De Jonghe blikt terug: “Als trainer mocht ik vaak niet promoveren”

© FR
Fons Roets
Fons Roets Medewerker KW

Als trainer maakte ex-ASO-speler Roger De Jonghe (76) naam en faam in heel West-Vlaanderen. Roger werd geboren op 18 augustus 1946 in Oostende. Zijn broer Ivan is elf jaar jonger. Zijn moeder, Jeannette Capon, was van Franse afkomst. Zij huwde tijdens de oorlog, in 1943, met vader Julien De Jonghe. Na de oorlog werkte Julien in Wallonië en was steeds een week van huis.

Ma werkte in de sprotfabriek. In 1961 werd vader Julien slachtoffer van een zwaar werkongeval en de 14-jarige Roger moest gaan werken om de kost te verdienen. Via het voetbal, Roger was al aangesloten bij ASO, kon hij aan de slag als loodgieter.

Voor zijn legerdienst kon hij deelnemen aan een examen voor de reinigingsdienst van stad Oostende. Ook na het leger bij de Zeemacht in Oostende werkte hij nog aan stad, eerst bij de reinigingsdienst, dan bij de technische dienst en EBES. Hij volgde de opleiding van gasfitter en bleef er tot zijn pensioen.

Roger trouwde op 23 december 1970 met Viviane Dubois en is vader van dochter Saskia. Hij is opa van kleindochter, sportjournaliste, Morgane (22) en tennisbelofte Maxan (18).

Schotten tegen garagedeuren

“Van mijn zes tot mijn tien jaar shotte ik dagelijks in de Schapenstraat tegen de garagedeuren of op het plein waar nu MPIGO De Vloedlijn staat”, vertelt Roger. “Ik was nog geen tien toen ik al een lidkaart van VGO mocht tekenen. Bij ASO werd ik onmiddellijk geselecteerd. Ik was zeer wendbaar en maakte 65 goals. Tot aan de juniores was ik één van de grote beloften van ASO, in een sterke lichting.”

Ik heb hard moeten knokken voor mijn stek

“Als scholier pakten we de kampioenstitel van West-Vlaanderen. Als junior en na mijn legerdienst, moest ik meer met de beloften spelen. Mijn eerste match met de eerste ploeg van ASO, samen met Willy Desmit, was voor de beker in Charleroi, seizoen 66-67. We wonnen met 0-1 en kregen een vette winstpremie.”

Veel concurrentie

“Mijn verdere carrière bij ASO verliep met ups en downs. Er was veel concurrentie op het middenveld en ik moest hard knokken om mijn stek af te dwingen. In 68-69, het jaar dat we kampioen speelden in tweede nationale, had ik mijn vaste plaats. Het jaar nadien in eerste klasse heb ik 22 wedstrijden gespeeld. We degradeerden en iedereen kreeg de vrijheid. Vriend Freddy Qvick werd trainer bij derdeklasser Menen en ik ging mee.”

In 1996 speelde Roger De Jonghe een oefenmatch met een team van trainers op het veld van en met truitjes van SK Voorwaarts. Boven van links naar rechts Jean-Claude Alleman, Jan David, Roland Pysson, Jaak Beyers, Berten Verschelde en Jean-Pierre Leblanc, onderaan Yvan De Jonghe, Franklin Capitaine, Frans Strubbe, Roger De Jonghe en Pierre Haevermaet. (foto's FRO)
In 1996 speelde Roger De Jonghe een oefenmatch met een team van trainers op het veld van en met truitjes van SK Voorwaarts. Boven van links naar rechts Jean-Claude Alleman, Jan David, Roland Pysson, Jaak Beyers, Berten Verschelde en Jean-Pierre Leblanc, onderaan Yvan De Jonghe, Franklin Capitaine, Frans Strubbe, Roger De Jonghe en Pierre Haevermaet. (foto’s FRO)

“Ik ben er zes jaar gebleven. Een testmatch met AA Gent, na vijf jaar Menen, leverde niets op. Na zes jaar Menen verkoos ik een nieuwe job als trainer van de VGO-UEfA’s boven de lange verplaatsingen naar Wervik. Na vier jaar degradeerde VGO naar derde en waren er geen UEFA’s meer.”

“Ik mocht overstappen naar de ASO-juniores, maar na één seizoen zakten die ook naar derde. Ik volgde toen al de driejarige cursus als trainer. Na één jaar ASO begon mijn trainerscarrousel in het provinciaal voetbal doorheen West-Vlaanderen.”

Hoofdtrainer

Roger startte als hoofdtrainer bij SV Blankenberge in 2de provinciale. Na twee jaar volgde SK Voorwaarts en na drie jaar SKVO speelde hij eindronde met de buren van Hermes Oostende. Met Zeemeeuw Zeebrugge won hij de Beker van West-Vlaanderen.

“Na twee succesvolle jaren in Zeebrugge werd ik voor één jaar manager bij SKVO. Op het einde van een succesvol seizoen werd ik ontslagen door voorzitter Pierre Ryckewaert. In feite heb ik veel pech gehad in mijn trainerscarrière. Bij Oostnieuwkerke stond ik sportief onder druk van het bestuur. Bij Dosko Beveren mocht ik geen kampioen spelen, omdat er geen geld was om te promoveren. We hebben wel nog de beker van West-Vlaanderen gewonnen. Bij Diksmuide had ik een superploeg met veel Oostendenaars.”

“We gingen door tot de kwartfinales van de Beker van België, maar wijlen Gerard Vindevogel vroeg me om niet te promoveren, omdat er geen financiële middelen voor waren. Bij De Panne, in tweede provinciale, speelden we de eindronde, maar weer kwam de vraag om niet te promoveren. Er was geen geld en ze zijn zelfs gezakt naar derde. Ik herhaal het, er moet wat geluk bij zijn.”

Voetbal en de hond

Na een sabbatjaar, waarin Roger een marathon liep in minder dan vier uur, en veel gefietst heeft, werd hij weer trainer.

“Ik heb VV Aartrijke naar tweede en eerste provinciale gebracht en dat leverde mij een contract op bij VV Koksijde”, vervolgt Roger. “Daar had ik ook een sterke ploeg met Marc Notredame, Karel Ternier en drie goede Fransen. Na drie jaar kreeg ik het verwijt dat ik de eigen spelers opzij liet en ik had de steun niet meer van de ploeg. Mijn laatste ploeg is White Star Oudenburg geworden, speciaal voor voorzitter Gaby Sabbe.”

“Na twee seizoenen was het op en dan heb ik mij laten opereren. Ik kreeg twee nieuwe heupen en moest veel sporten. Dan heb ik veel gefietst. Als gedreven opa heb ik me de voorbije jaren meer ingezet voor het vervoer van de kleinkinderen, vier keer per week naar Kortemark.”

“Ik heb het provinciaal voetbal definitief vaarwel gezegd. Ik volgde het wielrennen en werd abonnee van KV Oostende. Met de Amerikanen is de sfeer van weleer spijtig genoeg verdwenen, maar voetbal op nationaal en internationaal niveau blijft me interesseren. Ik lag mee, samen met de vrienden Willy De Smit en Pol Vranken, aan de basis van de ASO-Memories.”

“Mijn hond Prince is intussen mijn tweede passie. Het is een Mechelse herder en al twaalf jaar is hij mijn trouwe kameraad bij mijn dagelijkse wandeling. Daar geniet ik van en het houdt me fit. Prince is een groot stuk van mijn familiaal leven geworden!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier