Voetballer Emiel Deconinck stapt uit de voetbalwereld, al blijft hij er eigenlijk wel in. Na jaren van voetbal spelen, gaat hij jongeren begeleiden bij het mentale aspect van het spelletje. Hij is zelf ervaringsdeskundige van de hoge druk die jongeren onbewust kunnen voelen.
Het verhaal van Emiel Deconinck leest eigenlijk wel als een sprookje, al zou hij er zelf bescheiden onder blijven. De doorsnee zesjarige Belgische jongen zou dromen van het parcours dat de 24-jarige Kuurnenaar ondertussen aflegde, zowel in het voetbal, als in de academische wereld.
Het bilan? Het sportieve luik bevat een leven vol voetbal met de U23 van OHL als eindbestemming en ook in de academische wereld trapte Emiel niet naast de bal: hij heeft een master sport and performance psychology op zak. Daarvoor zat hij zelfs twee jaar in de VS op school, in de California Baptist University. En wat deed Deconinck na de schooluren? Voetballen bij de ploeg van universiteit.
Club-kamp
Het is nogal ironisch, maar zijn eerste ervaring met de voetbalwereld was behoorlijk negatief. “Toen ik vijf jaar oud was, nam mijn vader (profvoetballer Nico Deconinck, red.) me mee naar een voetbalkamp bij Club Brugge”, neemt hij ons terug mee naar het prille begin.
“Ik kwam al wenend thuis en zei dat ik nooit meer zou voetballen.” Dat draaide uiteindelijk anders uit. Emiel speelde twee jaar bij Racing Club Harelbeke, negen jaar bij Zulte Waregem, zeven jaar bij Club Brugge en ook even bij KV Kortrijk. Na zijn periode in de Verenigde Staten speelde hij nog een jaar bij de U23 van OHL, waar hij af en toe meetrainde met de eerste ploeg. Een profcontract bleef – voorlopig althans – uit.
En nu maakt Deconinck dus de moedige beslissing om zijn leven over een andere boeg te gooien. Hij stopt als voetballer bij OHL en heeft een nieuwe missie: de druk die jongeren – al dan niet onbewust – ervaren door anderen aankaarten en zo veel als mogelijk is wegwerken. “Het was mijn vriendin die me er voor het eerst mee confronteerde. Ze vroeg me of ik voetballen eigenlijk wel leuk vond. Dat was aan het begin van de tweede helft van vorig seizoen. Ik besefte toen dat ik er geen voldoening meer uithaalde. Ik was er onbewust wel al jaren mee bezig.”
Spijt
“De druk die je als jonge gast ervaart, ik herken dat bij veel jongens. Het wordt ook gezien als iets heel normaals. Let op, mijn ouders hebben mij als kind nooit, maar dan ook nooit, verplicht om te voetballen. Er zijn ook gewoon veel externe factoren waardoor je druk ervaart. De presteerdruk is er vaak. Je zal als kind vaak vergelijken met je leeftijdsgenoten.”
Emiel geeft aan dat velen hem nu zeggen dat hij “er later spijt van zal hebben”. Het klopt natuurlijk ook dat hij één stap verwijderd was van het profvoetbal. “Ik ben niet over één nacht ijs gegaan. Ik heb de voor- en nadelen tegen elkaar afgewogen. Het voetbal heeft me veel bijgebracht en het is ook niet zwart-wit. De omkadering die ik heb gehad was super en het voetbal is ook heel belangrijk geweest voor mijn zelfontwikkeling. Het negatieve waren vaak echter de wedstrijden. Het geroep van ouders en coaches… Ik kon er niet echt van genieten. Misschien dat mijn karakter ook niet echt bij het (prof)voetbal past?”
Bijzaak
Voetbal was en is een groot deel van de identiteit van de Kuurnenaar en dat beseft hij zelf ook wel. Het is ook helemaal niet zo dat hij een aversie heeft ontwikkeld voor het spelletje: “Ik speel nog altijd heel graag, maar niet in die setting. Ik zal nog steeds het voetbal op de voet volgen en af en toe met mijn vrienden een potje spelen.”
Is voetbal, zoals het spreekwoord luidt, de belangrijkste bijzaak in de wereld? “Voor mij wel. Maar het blijft een bijzaak. Er is nog zoveel. Op vlak van identiteit heb ik mezelf de jongste maanden alleszins al wat meer kunnen ontdekken. Het is mijn missie geworden om mijn boodschap zoveel als mogelijk is door te geven.”
Missie
Hij zit daarvoor wel al op de goeie positie. Hij is namelijk nog steeds actief bij OHL, maar als mental coach bij de jongere afdelingen. De juiste man op de juiste plek. “Ik ben mijn ouders zo dankbaar dat ik het voetbal en de school telkens op die manier heb kunnen blijven combineren. Daardoor heb ik nu ook die master op zak.”
“Ik ben mijn ouders zo dankbaar dat ik het voetbal en school telkens op die manier heb kunnen blijven combineren.”
De toekomst ziet er alleszins rooskleurig uit zo. Hoe hij zijn missie exact wil volbrengen, ligt nog op de tekentafel, maar er zijn al genoeg ideeën. “Waarom geen campagne in het Belgisch voetbal over de druk die jonge kinderen ervaren?” Deconinck kan en zal in ieder geval een lans weten te breken voor zijn lotgenoten!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier