Topsporters ruilen fiets en bal voor darts en keu: op de lappen met Tim Declercq en Sammy Bossut

Philippe Verhaest

Topatleten leiden een spartaans leven en zetten alles in het teken van hun sport. Zomaar even snel-snel op café gaan om een potje biljart of darts te spelen, het is voor velen onder hen een verre droom. Daar wilden wij verandering in brengen en dus trokken we met wielrenner Tim Declercq naar The Hot Shot in Koekelare en met doelman Sammy Bossut naar Biljart Palace in Ingelmunster voor een namiddagje cafésport, al dan niet op topniveau.

Dit artikel verscheen in de unieke De Krant van West-Vlaanderen van 16 september 2022, met gast-hoofdredacteur Dominique Persoone. Puur, authentiek en met een vleugje rock & roll startte hij aan het avontuur. Ook benieuwd hoe de ideale krant eruit ziet voor de Brugse chocolatier met een gouden hart?Abonnees ontdekken het hier.

Sammy Bossut: “Ik heb zelfs mijn eigen keu”

Geen voetbal zonder stevige pint in het stadion. Of vanop café om je helden aan te moedigen. Wie echter maar zelden het interieur van onze Vlaamse herbergen ziet, zijn de heren voetballers zelf. Hoog tijd om een van dé éminences grises van onze Jupiler Pro League uit te nodigen voor een namiddagje aan de toog en rond de biljarttafel.

Met liefst 454 wedstrijden tussen de palen van SV Zulte Waregem, waarvan liefst 115 zonder tegendoelpunt, mag Sammy Bossut zich met recht en reden een van dé uithangborden van Essevee noemen.

Een prof in hart en nieren ook, die zich ook op zijn 37ste tot in de puntjes blijft verzorgen. “Mijn vetpercentage schommelt momenteel rond de negen procent”, zegt hij niet zonder trots aan de toog van Biljart Palace in Ingelmunster, waar hij rustig van zijn cola nipt.

“Ik denk dat het van voor de coronacrisis geleden is dat ik nog op café gebiljart heb”

“Hoe ouder je wordt, hoe sneller de kilo’s er blijven aan plakken. Daarom let ik zo goed mogelijk op. Ik wil elke week de beste versie van mezelf aan het werk kunnen zetten. Op café gaan, dat is iets dat ik hoogst uitzonderlijk eens doe. Ik denk dat het van voor de coronacrisis geleden is dat ik nog op café gebiljart heb.”

Schrijnwerker

Daar moeten we dringend verandering in brengen met een spelletje American poolbiljart. “Ik ben zelf meer een snookerspeler”, verklapt hij. “Ik heb zelfs mijn eigen keu. Maar bij poolbiljart zijn de gaten groter en dat zal jou misschien beter liggen”, grapt Bossut.

Het arendsoog van Sammy Bossut krijgt ook tijdens een spelletje golfbiljart geen rust.
Het arendsoog van Sammy Bossut krijgt ook tijdens een spelletje golfbiljart geen rust. © JOKE COUVREUR

De toon is gezet, tijd om de ballen open te stoten. Op de vraag of de Dentergemnaar als voetballer zijn droom beleeft, antwoordt hij met een bevestigende knik. “Als jong gastje zag ik me al prof worden, maar naast talent en hard werk is er ook een stevige portie geluk bij. Voor hetzelfde geld raak je nooit opgemerkt.”

“Ik had wel een plan B: blijven voetballen op een zo hoog mogelijk niveau en daarnaast als schrijnwerker aan de slag gaan. Ik heb trouwens een jaartje bij een houtbedrijf in Meulebeke gewerkt, maar op mijn negentiende kon ik bij Essevee een eerste profcontract tekenen. Ik weet dus maar al te goed hoe het leven met een reguliere job eruit ziet. Daarom prijs ik me ook zo gelukkig dat ik al zeventien jaar profkeeper ben.”

Échte rijkdom

Die wetenschap maakt het ook makkelijker om de iets mindere momenten een plek te geven, zegt hij terwijl hij zijn halve ballen met de nodige sérieux richting pockets stuurt. “Ik weet van mezelf dat ik het lastiger kan hebben wanneer ik na een blessure terugvecht. Ik ben erg competitief ingesteld en wil álles spelen. Maar op zo’n momenten kan ik echt mijn kas zitten opfretten. Een voetballer wil het gras ruiken, de bal voelen.”

Sammy Bossut met onze journalist: “Als jonge gast heb ik úren aan de golfbiljart gesleten.”
Sammy Bossut met onze journalist: “Als jonge gast heb ik úren aan de golfbiljart gesleten.” © JOKE COUVREUR

Dat hij al zijn hele carrière bij dezelfde club speelt, zegt veel over wie Sammy Bossut is. Een uit de West-Vlaamse klei opgetrokken atleet die het harde labeur niet schuwt en niet noodzakelijk op zoek gaat naar groener gras aan de overkant.

“Ik zit al zeventien jaar perfect op mijn plaats. Ik woon op amper tien minuten van de Elindus Arena en kan zelfs enkele keren per week mijn dochters Nina (6) en Lilou (4) van school ophalen. Dát is echte rijkdom.”

De goalie omschrijft zichzelf als een echte gezinsman. Zijn vrouw Annelore Boutens (34) en zijn kroost komen altijd op de eerste plaats. “Als voetballer heb je één groot voordeel tegenover wielrenners”, zegt hij.

“Je bent veel minder vaak lang van huis weg. Enkel bij Europese verplaatsingen en stages moet ik mijn ménage soms wat langer missen. En op matchdagen kan – en wil – ik niks anders plannen. Dan is het Essevee-time. Gelukkig is Annelore dat ritme al lang gewend. Sinds we samen zijn, heeft ze nooit iets anders gekend. Daar doe ik mijn hoed voor af, want zij houdt ons gezin draaiende.”

Drie ‘madams’ voorop

Het enige wat Sammy een béétje mist, is de vrijheid om op uitnodigingen voor feestjes te kunnen ingaan. “Invitaties voor huwelijken of familiebijeenkomsten naast ons neerleggen, het is een vast onderdeel van ons bestaan”, lacht hij.

“Maar tegelijk slechts een kleine opoffering. Mijn vrije momenten spendeer ik nog altijd veel liever aan mijn drie madams thuis.”

© JOKE COUVREUR

De eight ball ligt als enige nog op het blauwe biljartlaken. Wie scoort, mag zich de tijdelijke keizer van de American poolwereld noemen. De tsunami aan woorden bij Sammy droogt in één ruk op, het competitiebeest komt boven. Drie stoten later en de partij zit erop. Bossut wins. Tijd voor een verfrissing.

Een koffie voor onze doelman, want alcohol komt amper in de buurt van Bossut. “Heel uitzonderlijk trakteer ik mezelf eens op een aperitiefje – liefst een zoet kriekbier – maar ik beschouw het niet als een gemis in mijn leven. Enkel in het tussenseizoen gun ik me iets meer en kan ik op vakantie de teugels wat meer vieren. Maar zelfs dan let ik op. De kilo’s bij een late dertiger, hé…”

Café De Grot

Tijd voor een partijtje golfbiljart, het spel uit Bossuts jeugd. “Ik ben afkomstig van De Ginste, een gehucht van Oostrozebeke. In café De Grot heb ik úren aan de tapbiljart gesleten. Lang geleden dat ik dit nog gespeeld heb.”

© JOKE COUVREUR

En wat blijkt: het fingerspitzengefühl zit nog altijd meer dan goed. Bal na bal schiet Sammy quasi argeloos binnen en uiteindelijk moet bovengetekende met twee winstpartijen tegen één nipt de duimen leggen voor het sluitstuk van aan de Gaverbeek. Je bent nu eenmaal topsporter of je bent het niet.

“Ik doe dit écht graag, maar op café zal je me zo goed als nooit vinden. Mijn laatste snookerspelletjes heb ik al een hele tijd geleden tegen Yves Lampaert afgewerkt en thuis heb ik een dartboard hangen. Maar daar stopt het ook.”

“Na mijn voetbaljaren heb ik ook niet meteen de ambitie om meer aan de toog te gaan hangen”, glimlacht hij. “Ik wil dan vooral tijd inhalen met de mensen die ik het liefst zie: mijn gezin. Eens op reis kunnen gaan zonder aan het nieuwe seizoen te moeten denken, bijvoorbeeld. Maar dat zijn vooralsnog verre toekomstplannen.”

“Ik heb nog een contract tot eind dit seizoen, daarna zie ik wel wat er op me afkomt. Een tweede carrière als professioneel biljarter lijkt me evenwel geen optie. In deze omgeving ben ik nog net iets te groen achter mijn oren. How, laat ons nog eentje spelen om het af te leren.”

Tim Declercq steunt Team Belgium, en West-Vlamingen Yves Lampaert en Stan Dewulf in het bijzonder, tijdens het WK wielrennen.
Tim Declercq steunt Team Belgium, en West-Vlamingen Yves Lampaert en Stan Dewulf in het bijzonder, tijdens het WK wielrennen. © JOKE COUVREUR

Tim Declercq: “Ons team neemt altijd een vogelpiek mee”

Een bestaan als professioneel wielrenner bij Quick Step-Alpha Vinyl, een van de beste teams ter wereld en thuishaven van kersvers Vueltawinnaar Remco Evenepoel, daarvoor zijn best wat opofferingen nodig. “Mijn dagelijks leven staat volledig in het teken van de fiets”, zegt Tim Declercq (33).

De Izegemse Houthulstenaar is bezig aan zijn tiende jaar als prof en maakt sinds 2017 deel uit van The Wolfpack. “Stilaan een meubelstuk, hé”, lacht hij, terwijl we onze keu krijten voor een eerste spelletje golfbiljart. “Maar ik kus mijn beide handjes dat ik mijn droom al zolang mag beleven.”

De eerste rode en witte ballen zijn ondertussen tussen de tappen gescoord, tijd om Tim een blik op zijn carrière te laten werpen. Toen hij voor het eerst op een koersfiets sprong, had Tim al de stiekeme ambitie om er ooit zijn brood mee te verdienen. “Ik heb de kans gekregen om van mijn passie mijn beroep te maken. Dan móet je dankbaar zijn, vind ik.”

Binnen het peloton staat Declercq te boek als het prototype van de meesterknecht. Kilometers lang tegen de wind in beuken, zich volledig leegrijden voor een kopman… El Tractor doet het zonder verpinken. “Ik heb mijn rol gevonden, ja. Lange inspanningen liggen me zeer goed, maar laat me geen korte sprintjes trekken. Die explosiviteit heb ik gewoon niet.”

Hotel als tweede thuis

Jaarlijks maalt Tim zo’n 34.000 kilometer. “Bijna de wereld rond”, grijnst hij. “Daardoor ben ik ook vaak van huis. Hoeveel dagen per jaar? Ik heb die nog nooit geteld. Mocht ik dat doen, dan zou dat waarschijnlijk stevig binnenkomen. Maar hotels zijn al tien jaar mijn tweede thuis.”

“Onze sport speelt ook de klok rond door ons hoofd. Wedstrijd of niet: je kan de fiets nooit helemaal aan de kant zetten. Een vrij weekend zonder training bijvoorbeeld, dat bestaat niet. Het is part of the job, dat neem je er met de glimlach bij.”

Tim Declercq aan het werk: “'Tapbiljarten' doe ik écht graag.”
Tim Declercq aan het werk: “’Tapbiljarten’ doe ik écht graag.” © JOKE COUVREUR

“Ik was echt content met jullie uitnodiging: eindelijk nog eens aan de toog hangen”

Een (trainings)rit heeft Tim Declercq nog nooit met tegenzin afgewerkt, zegt hij. “Enkel bij érg zware trainingen durf ik vooraf eens een zucht te laten, maar ik besef zeer goed dat ik een geprivilegieerd leven leid. Elke dag opnieuw mogen doen waar je gelukkig van wordt, daar zou iedereen toch voor tekenen? Plus: nadat ik eens goed door de muur ben gegaan, weet ik weer waarvoor ik het doe.”

Enkel het feit dat Tim regelmatig familiemomenten moet missen, durft soms knagen. “Al is dat de tol die elke profrenner betaalt”, beklemtoont hij. “Ik ben een echte familieman. Mijn vrouw Tracey Debruyne (32) en ons dochtertje Marielou (2) zijn het allerbelangrijkste in mijn leven. Wanneer ik met de ploeg op pad ben, probeer ik dan ook zo veel mogelijk te videobellen met het thuisfront.”

Gouden vrouw

“Ook op de momenten dat ik nog maar eens een huwelijksfeest of babyborrel van goeie vrienden moet laten schieten, vloek ik wel eens. Een van mijn beste copains vroeg me zelfs een jaar voor hij zou trouwen welke datum ik zéker van de partij kon zijn.”

“Ik stelde de week na Parijs-Roubaix voor, want dan ben ik normaal altijd even vrij. Maar ik kreeg een week voor zijn feest telefoon dat de ploeg op me rekende voor Luik-Bastenaken-Luik, net in datzelfde weekend. De koers gaat altijd voor, maar die bewuste avond is het wel af en toe door mijn hoofd geschoten dat ik eigenlijk op dat avondfeest zou zitten…”

“Gelukkig heb ik een gouden vrouw. Eigenlijk zijn we met twee topatleten in dit verhaal. Ik op de fiets, Tracey thuis. Zonder haar zou ik nooit zo’n carrière kunnen uitbouwen. Schrijf dat maar in grote letters op. Ze steunt me in alles wat ik doe.”

“Ons dochtertje is op 6 juli twee jaar geworden, maar een verjaardagsfeestje konden we nog niet organiseren. Mijn planning liet dat gewoon nog niet toe. We zúllen uiteraard een feestje bouwen, maar dat zal iets voor het najaar zijn. Voor die flexibiliteit doe ik mijn hoed af.”

© JOKE COUVREUR

We laten de biljarttafel voor wat het is – uw dienaar wist El Tractor zowaar te kloppen met twee punten verschil – en nemen even een pauze bij een drankje. Alcoholvrij, dat spreekt voor zich, want als coureur moet je als een pater leven, luidt het cliché. “Dat klopt ook grotendeels”, beaamt Tim.

“Altijd gezond eten, op tijd in bed, je zo goed mogelijk verzorgen… Uiteraard mag je eens zondigen en een frietje stekken, maar tussen februari en oktober zal je me amper alcohol zien drinken. Dat wreekt zich meteen. Tijdens het tussenseizoen probeer ik wel wat schade in te halen. Die drie weken vakantie zitten stampvol afspraken met vrienden en familie.”

“Dit jaar staat er een vrijgezellenweekend, het afscheid van Philippe Gilbert, twee trouwfeesten en een reisje met mijn gezin op de agenda. Lekker druk, maar tegelijk toch altijd een beetje met de rem op. Het nieuwe seizoen loert namelijk mee om de hoek.”

Caféworpen à volonté

Zomaar even spontaan op café gaan, is er voor Tim Declercq ook niet bij. “Het is écht lang geleden dat ik nog eens aan de toog heb gehangen”, lacht hij. “Daarom was ik ook zo content met jullie uitnodiging. Eigenlijk doe ik dat wel eens graag, maar ik verbied het mezelf. Ik weet dat een avondje op café kan doorwegen.”

“Ik heb mijn rust nodig. Maar zo’n potje cafésport vind ik wel de max. In mijn jongere jaren kon ik redelijk goed bakken (tafelvoetballen, red.). Golfbiljart vind ik ook geestig, maar ik krijg niet vaak de kans om het te spelen, zoals je wel gemerkt hebt”, knipoogt Tim.

Tijd om het dartbord onveilig te maken. “Ik ben hier ook geen held in, hoor”, waarschuwt hij ons. “Maar bij ons in de ploeg reist een vogelpiek standaard mee. We hebben wel enkele gasten in de ploeg die er helemaal aan verslingerd zijn. Maar gelukkig kan ik beter koersen dan pijltjes gooien.”

We spelen een spelletje 501: zo snel mogelijk je eigen teller op nul krijgen en met dubbele punten eindigen. De eerste zogenaamde caféworpen – een 5, 20 en 1 op rij – zijn aan beide zijden al snel een feit. Tijd om te polsen waar Tim naar uitkijkt wanneer hij met koerspensioen gaat. “De simpele dingen”, poneert hij. “Tijd doorbrengen met mijn familie en mijn vrienden herontdekken.”

© JOKE COUVREUR

“Na tien jaar heb ik ook veel vriendschappen in het peloton gesloten. Sommige renners en ploegmakkers zijn veel meer dan collega’s geworden. We delen lief en leed, vieren samen overwinningen en verwerken ontgoochelingen. Dat schept een band.”

“Als we ooit allemaal de fiets aan de haak gehangen hebben, willen we een mannenclubje oprichten en één keer per week bij elkaar komen. Voor een darttornooitje, bijvoorbeeld, want ik kan nog wat training gebruiken”, schatert hij. “Kom, we spelen nog een rondje. Die cafésmete moet eruit!”

Tim Declercq over het WK wielrennen: “Yves Lampaert en Stan Dewulf zullen hun steentje meer dan bijdragen”

Zelf maakt Tim Declercq geen deel uit van de Belgische WK-selectie die vanaf dit weekend in het Australische Wollongong op zoek gaat naar eremetaal. “Natuurlijk was ik er zelf ook graag bij geweest, maar ik heb respect voor de keuze van onze bondscoach”, klinkt het.

“Team Belgium is erg uitgebalanceerd en heeft met Wout van Aert en Remco Evenepoel ook twee kopmannen die tijdens het huidige wielerjaar uitgroeiden tot twee absolute wereldtoppers.”

Met Stan Dewulf (24) uit de Alveringemse deelgemeente Stavele en Ingelmunsternaar Yves Lampaert (31) staan ook twee West-Vlamingen aan de start. Lampaert waagt nu zondag zijn kans tijdens het WK tijdrijden.

“Ze zullen allebei hun steentje bijdragen, daar ben ik zeker van. De wereldtitel zal iets te hoog gegrepen zijn”, glimlacht hij. “Maar als Lampie op weg is naar de regenboogtrui, zal ik de grootste supporter van mijn copain zijn.”