Daniël Ketels (72), die opgroeide op de Oude Mijn in Oostende, is er heel fier op dat hij in zijn leven al meer dan 200.000 kilometer heeft gelopen. Daniël klopte in het veldlopen ooit toppers als Ivo Vandamme, Miel Puttemans en Yanos Kuros, de Griekse winnaar van De Nacht van Torhout 88. Hij blikt terug op een mooie sportcarrière.
Daniël Ketels is opgegroeid op de Oude Mijn en samen met Henri D’Hulster, Jacky Starkey en Marcel Stafford was hij voorbestemd om voetballer te worden. Na de Van Neste school en de Ernest Van Glabbekeschool (nu GO! De Puzzel Meiboom) hield hij het nog drie jaar uit in het VTI. Op 16-jarige leeftijd deed hij een examen mee om aan de stad te werken. Na een job in de reinigingsdienst, kon hij als assistent rattenvanger aanvangen. Daarna werkte hij 35 jaar bij de groendienst, verantwoordelijk voor het Leopoldpark en het bloemenuurwerk. Nu is hij al dertien jaar met pensioen, maar hij heeft een leuke flexi-job als tuinman.
Daniël trouwde in 1971 met Linda Steyaert en werd vader van een zoon, Donie (41) en een dochter Dana (45). Hij is intussen al vijf keer opa. Hij trouwde voor de tweede keer in 1991met Marina Becue. In 2000 was het huwelijk over en in 2003 trouwde hij met Annie Bulteel. Tien jaar later was ook dat sprookje voorbij en nu heeft hij al acht jaar een latrelatie met Marina. Het klikt sportief en emotioneel.
Gestart als voetballer
Daniël Ketels groeide op in de ‘Oede Miene’, een voetbalwijk. Met zijn ‘matjes’ speelde hij van zijn negen jaar als linksbuiten bij AS Oostende, tot bij de UEFA-junioren. “In 1966 speelde ASO voor het eerst met UEFA-junioren”, vertelt Daniël. “Voordien had ik geen enkele match gemist, maar op provinciaal niveau viel ik te traag uit. De voornaamste reden daarvan was het feit dat ik, vanaf mijn 15 jaar, ook wielertoerist was bij Hoger Op Konterdam. Ik was een duursporter, iets te traag om op hoger niveau te voetballen. Ik kreeg in 1968 mijn transfer naar Union Zandvoorde. Ik viel te licht uit. Intussen had ik al een nieuwe passie gevonden: de loopsport. Als niet aangesloten atleet werd ik tweede in de veldloop van Waregem. Na een schorsing ben ik toch lid geworden van Hermes. Ik trainde op de piste van Hermes en probeerde mijn tijden op 1.500, 3.000 en 5.000 meter te verbeteren. Ik kreeg begeleiding van Robert Demaegdt en Berten Defer. Een winnaar was ik niet, maar was wel goed om te hazen voor toppers als Eddy Rombaux en Franky Calus. In Blankenberge liep ik 15’10” op 5 kilometer en ik werd tweemaal gedubbeld door Miel Puttemans.”
Daniël Ketels liep op 22-jarige leeftijd zijn eerste halve marathon in Merkem in een tijd van 1 u. 17’.
“Toen liep ik al elke week minimum 80 kilometer”, weet onze kilometervreter nog te vertellen. “Mijn eerste vrouw wilde niet dat ik bij de wielertoeristen reed. We bleven te lang weg en genoten te veel van de ‘aprèskoers’. Ik speelde nog drie jaar zaalvoetbal bij ZVC Ameloot in Zevekote en ik koos dan maar definitief voor atletiek. In Kuurne en Geluwe liep ik, als lid van Hermes, halve marathons in 1 u. 07’. Op 27-jarige leeftijd liep ik mijn eerste marathon in Nijvel. Ik hield van uitdagingen en wilde onder de 3 uren blijven. Ik finishte in 2 u. 59’. In totaal heb ik toen 39 marathons gelopen, allemaal in minder dan 3 uren. Ik werd tweemaal kampioen van België in Koekelare op de 50 kilometer. Een nieuwe uitdaging werd de 100 kilometer, de Nacht van Torhout. In 1986 en 1988 was ik ontevreden met mijn tijden (7 u. 30’) en in 1989 heb ik getraind als de beesten. Ik wilde onder de 7 uur finishen. Ik verbeterde eerst mijn marathontijd naar 2 u. 26’ en in Torhout werd ik elfde, in een tijd van 6 u. 59’47”. Jean-Paul Praet won en ik werd kampioen van België bij de veteranen!”
Motorongeval
Beloften om ook in het buitenland aan te treden, werden nooit realiteit en Daniël Ketels beperkte zich weer tot kortere afstanden. Op 45-jarige leeftijd liep hij nog een marathon in 2 u. 29’ in Naaldwijk, waar hij tien keer liep op uitnodiging. “In 1998, sloeg het noodlot toe”, vertelt Daniël verder. “Ik kwam met de motor terug van een karwei en wilde nog deelnemen aan een loopwedstrijd in Westkerke. Op de brug in Snellegem heb ik mijn bocht gemist en ik ben overkop gegaan. Alles aan mijn linkerkant was kapot: kniebreuk, scheenbeenbreuk, kuitbeenbreuk en voet verbrijzeld. Ik zat zeven maanden in een rolstoel en heb een jaar en drie maanden niet gewerkt. Ik trainde na een jaar al op krukken en in november 2000 heb ik in Benidorm mijn 40ste en laatste marathon gelopen. Ik hing nog aan elkaar met haken en ogen, maar mijn grote wens was onder drie uren te blijven. Ik finishte in 2 u. 59’ en ik was tevreden!
Tijdens mijn revalidatie heb ik het brevet van atletiek-animator behaald en ik mocht in Jabbeke training geven aan de jeugd van Hermes. Dat doe ik nog altijd op woensdag en vrijdag. Op 72-jarige leeftijd ben ik sportief nog altijd actief. Ik loop nog drie keer per week, goed voor 30 kilometer, buiten of op de loopband. Soms loop of fiets ik samen met vriendin Marina. Ze is 61 en neemt nog deel aan loopwedstrijden met Jogging Club De Olifant, waarvan ik ook al vele jaren lid ben. Ik vind het bijzonder spijtig dat Oostende het Loopcriterium heeft afgevoerd. Ik mis de gezellige sfeer. Plezier beleven aan sport is voor mij het lang leven! Ik ben oud, maar niet versleten. Ik droom nog van een fietstocht, dwars door België, waarom niet?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier