In het spoor van onze Europese kampioen Koen Naert

Koen Naert en journalist Tom Vandenbussche langs het kanaal tussen Moerbrugge en Steenbrugge. (foto’s Davy Coghe) © Davy Coghe
Tom Vandenbussche

Hij werd Europees kampioen op de marathon en haalde de top tien op de Olympische Spelen, maar als hij niet op hoogtestage in Kenia of Amerika vertoeft, haspelt Koen Naert (32) zijn loopkilometers gewoon vanuit Moerbrugge af. Wij trokken op een winderige zondagochtend in zijn spoor. “Het is beter om geen vaste loopronde te hebben.”

Onze fotograaf vloekt eens en we kunnen hem geen ongelijk geven. Het is koud, er staat te veel wind en het is vijf voor acht op een druilerige zondagochtend als we onze auto’s in de Patersonstraat in Moerbrugge parkeren. Koen Naert mag dan wel een geboren en getogen Roeselarenaar zijn, sinds zes jaar is hij de bekendste inwoner van de Oostkampse deelgemeente. Goedlachs als altijd komt Naert ons tegemoet. Wat blijkt: hij is al sinds zes uur wakker. “Dat heb je met een zoontje van vijf en een dochter van tien maanden”, glimlacht hij.

We verlaten Moerbrugge door parallel met het kanaal Gent-Brugge richting Steenbrugge te lopen. Het asfalt hier is in een onberispelijke staat en vandaag hebben we alvast op dit stuk veel geluk, want de wind blaast stevig in het voordeel. Dat is meegenomen, want het basistempo van Naert ligt hoog. Gelukkig voor ons heeft hij daags voordien een stevige tempoloop in Beisbroek afgehaspeld. “Voor mijn snellere trainingen loop ik het liefst richting Loppem. Dan keer ik terug via de groene brug in Steenbrugge. Het parcours van vandaag gebruik ik voor trage duurlopen, want langs de oude spoorwegbedding naar Ryckeveldebos moet je heel vaak een asfaltweg kruisen. Omdat er daar altijd een auto kan passeren, moet je telkens een beetje vertragen en vaak ook stoppen. Gevaarlijk om blessures op te lopen. Aan welk tempo ik mijn trage duurlopen afhaspel? Tussen de 4’15” en 4’00” per kilometer. Als ik een extensieve training doe, neigt mijn snelheid naar 3’20” per kilometer. En als Raymond (Van Paemel, zijn trainer, red.) me zoals gisteren een tempoblok oplegt, moet het nog sneller. Zo had ik 10 km aan ongeveer 3’00” per kilometer moeten lopen, 20 km per uur dus. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik heb momenteel een contractuur in de kuit en dus is het beter om niet te intensief te trainen.”

Ryckevelde

We bevinden ons nu in Ryckeveldebos in Assebroek. Ondergetekende groeide hier op en kent de streek op zijn duimpje. We polsen bij Naert of hij tijdens zijn loopsessies ook altijd perfect weet op welk punt hij een bepaalde afstand heeft afgelegd. Naert begrijpt meteen wat we bedoelen. “In Roeselare had ik dat vroeger ook, omdat ik altijd dezelfde toer deed. Maar hier in Moerbrugge ben ik daarmee gestopt. Ik ben bijna 15 jaar prof en om de mentale frisheid te behouden, is het beter om geen vaste loopronde te hebben. Vaste ijkpunten heb ik hier niet. Op den duur wil je elke duurloop sneller afhaspelen en dat is niet mogelijk. Het is beter om niet té veel op tijden te focussen. Op Strava ga je mij dan ook niet vaak terugvinden.”

We verlaten Ryckevelde via de kasseistrook die naar het Land- en Tuinbouwinstituut in Oedelem loopt. De terugweg richting Moerbrugge is ingezet, maar de forse tegenwind maakt het er niet makkelijker op. Naert loopt echter zoals hij praat: ontspannen. Toch is ook hij niet vrij van stress. Integendeel. De voorbije drie maanden waren niet de makkelijkste uit zijn carrière. “In Tokio zei ik: dit zijn mijn beste benen ooit, beter dan dit wordt het niet meer. Die uitspraak heb ik vier maanden later moeten bijstellen: in Valencia (waar hij in moeilijke omstandigheden met 2u.08’41” zijn tweede beste tijd ooit neerzette, red.) was ik nog beter. Ik had er de benen om een absolute topchrono – een lage 2u.06’ of zelfs een hoge 2u.05’ – neer te zetten. Maar het is daar niet gelopen zoals het had kunnen lopen en na afloop ben ik in een dipje beland. Decompressie. Niet onlogisch. Ik heb mijn vaste gewoontes een tijdje aan de kant geschoven. Mijn lichaam had er nood aan.”

Mijn trage duurlopen doe ik aan een tempo van 4’15” tot 4’00” per kilometer

Naert focuste zich dan maar vooral op zijn examens. Jawel, u leest het goed. De bachelor verpleegkunde is bezig met een master in de gezondheidsbevordering. In januari behaalde hij uitstekende resultaten, een stuk beter dan verwacht. “Toen ik eraan begon, wilde ik telkens voor een tien gaan, omdat mijn carrière als marathonloper absolute prioriteit geniet. Die master komt erbij om niet te eenzijdig te leven. Anders werkt het niet bij mij. Maar ja, ik ben een strever zeker? Toen Elise (zijn vrouw, red.) mijn resultaten hoorde, zei ze dat ik de volgende keer er wel wat minder voor mag doen. Misschien heeft ze wel gelijk. (lacht) Het is soms veel, besef ik. Vorig jaar deed ik twee lange hoogtestages in Kenia en zat ik een maand in Japan, terwijl Elise zelf ook werkt en we twee kleine kindjes hebben. Het is niet evident voor haar. Ik kan haar alleen maar dankbaar zijn voor alles wat ze voor mij en ons gezin doet. Er is veel veranderd na mijn Europese titel in 2018. Sindsdien ligt de later hoger. En dus ga ik nog professioneler te werk om die laatste procentjes beter te worden. Graag zou ik Elise af en toe wat meer kunnen teruggeven, maar dat lukt niet altijd. Dat vind ik vervelend.”

Mammoth Lakes

De terugweg naar Moerbrugge loopt via de Assebroekse Meersen. Eunice is nog maar pas vertrokken, maar met Franklin loert al een volgende storm om de hoek. Naert laat er zijn slaap niet voor. Hij loopt als een metronoom. Vanavond, terwijl ondergetekende languit in zijn zetel zal liggen, plant hij nog een tweede trainingssessie. Deze zomer trekt Naert overigens ook weer naar Mammoth Lakes in de VS om er zich op hoogte op zijn grote doel van 2022 voor te bereiden: het EK in München, waar hij zijn Europees goud van vier jaar geleden zal verdedigen. “Ik kijk alleen naar mezelf en wil op 15 augustus met de best mogelijke conditie aan de start staan.”