West-Vlaamse flexbussen rijden twee derde van de tijd leeg rond: gemiddeld nog geen twee passagiers per rit

De flexbussen blijven voor gefronste wenkbrauwen zorgen. Uit recente cijfers die Els Robeyns (Vooruit) opvroeg bij Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) blijkt dat twee derde van de flexritjes in West-Vlaanderen vorig jaar geen passagiers vervoeren. Dat is nog meer dan in maart vorig jaar, twee maanden na de invoer van de opvolger van de belbus. “Dat is toch te gek voor woorden?”, klinkt het bij Vlaams parlementslid Nawal Maghroud (Vooruit).
De flexbussen werden in het leven geroepen om het gebrek aan reguliere buslijnen op te vangen in bepaalde regio’s, nadat er 1.500 West-Vlaamse haltes werden geschrapt in januari 2024. Tussen januari en oktober 2024 maakten al 291.569 reizigers gebruik van het flexaanbod. De bussen legden daarvoor in totaal ruim 3,3 miljoen kilometers voor af. Jammer genoeg rijden de flexbussen liefst 64 procent van de tijd compleet leeg rond, goed voor een dikke 2 miljoen kilometer.
In regio Brugge en Midwest leggen de flexchauffeurs respectievelijk 53 en 57 procent moederziel alleen af
Wanneer een passagier op zijn of haar bestemming wordt afgezet, moet de chauffeur – net zoals bij de belbus – vaak heel wat afstand afleggen om een nieuwe reiziger ergens anders op te halen. Tijdens die ritjes wordt er dus niemand anders vervoerd, wat bij een gewone buslijn natuurlijk anders is. In de vervoersregio Kortrijk is dit probleem het grootst: daar waren 63 procent van de aflegde kilometers onbeladen. In de Westhoek – waar het systeem veruit het meest wordt gebruikt, gaat het over slechts 46 procent lege kilometers. In regio Brugge en Midwest leggen de flexchauffeurs respectievelijk 53 en 57 procent moederziel alleen af.
1,7 passagiers per rit
“Te gek voor woorden”, vindt Vlaams parlementslid Nawal Maghroud (Vooruit). “Toen Lydia Peeters vorig jaar bussen en lijnen schrapte, was dat een drama voor wie de bus nodig heeft om op het werk, op school of in het centrum te geraken. Nu blijkt haar alternatief van flexbussen duur te zijn en niet te werken. Twee derde van de tijd rijden die busjes leeg rond. Ik verwacht van de nieuwe minister dat ze snel ingrijpt. In plaats van dure nutteloze flexbussen te laten rondrijden, voert ze beter bepaalde afgeschafte lijnen waar de West-Vlaming op rekent terug in op de momenten waarop ze het meest gebruikt worden. Zo kan het openbaar vervoer efficiënter georganiseerd worden en zorgen we ervoor dat iedereen op school, op het werk of in het centrum geraakt.”
Wel positief is dat de gemiddelde bezetting per rit erop vooruit gaat. Waar dat begin dit jaar nog gemiddeld 1,22 passagiers per rit was, waren dat er tussen september en december 1,7. Met een capaciteit van 8 reizigers is er uiteraard letterlijk en figuurlijk nog ruimte voor verbetering.
“Flex weer vervangen door vaste lijnen is geen oplossing”
Volgens het kabinet van minister Annick De Ridder is er beterschap op komst. “Kijken we naar de cijfers van januari tot nu, dan ziet het er al anders uit. Dat bewijst dat onze OV-toets en de wijziging in pauzeplaatsen werkt. Maar we moeten realistisch zijn, het blijft wel flexvervoer. Een flexbus moet nu eenmaal regelmatig zonder passagiers ‘terugrijden’ na een rit. Met flex kan je met één bus en één chauffeur verschillende trajecten uitvoeren, op vraag van de reiziger. Maar dat betekent ook dat als er eerst een vraag is van een reiziger om van A naar B te reizen, dan een vraag van een andere om van C naar D te rijden, en vervolgens een andere vraag om van E naar F te rijden, het busje inderdaad zonder reizigers van B naar C rijdt, en van D naar F. Maar als je dat met vaste lijn zou willen doen, betekent dat dan dat je drie bussen en drie chauffeurs moet inzetten, terwijl die het grootste deel van de dag leeg zouden rondrijden”, reageert de minister van Mobiliteit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier