Het stadsbestuur van Poperinge bereidt momenteel een proefproject voor met fietsstraten in de stadskern, om zo mogelijke conflicten tussen inhalende auto’s en fietsers in tegenrichting te vermijden en fietsmobiliteit verder te stimuleren. In de Werf is er ter hoogte van de Freinetschool nu al een fietsstraat.
“Het is de bedoeling dat het proefproject in het najaar van start gaat. In fietsstraten mogen fietsers de volledige breedte van de rijbaan gebruiken in een eenrichtingsstraat of de rechterhelft van de weg in een tweerichtingsstraat. Autobestuurders mogen wel van een fietsstraat gebruikmaken, maar het is voor hen verboden om fietsers in te halen. De maximumsnelheid is er 30 km per uur”, zegt schepen van Mobiliteit Klaas Verbeke (CD&V).
Een jaar proefdraaien
Tijdens het proefproject zal de focus op de drukste eenrichtingsstraten in de zone 30 in de stadskern liggen, waar het inhaalverbod het meest nodig is.
“Hierbij denken we aan een zone in het hart van de stad, waar nu meestal eenrichtingsstraten zijn, zoals de Gasthuisstraat, eerste deel Veurnestraat, G. Gezellestraat, Komstraat, Ieperstraat, Bertenplein en Bruggestraat tot aan het zwembad”, zegt schepen Loes Vandromme (CD&V).
“De maatregel zal één jaar proef draaien. Vervolgens wordt het proefproject geëvalueerd. Het is de bedoeling om dit najaar te starten, indien mogelijk in september bij het begin van het nieuwe schooljaar. De precieze startdatum is wel nog afhankelijk van enkele adviesvragen (bij de Poperingse scholen, de mobiliteitsraad, de jeugdraad en de seniorenraad), de beschikbaarheid van het nodige materiaal en de goedkeuring door de gemeenteraad”, vult schepen Ben Desmyter (CD&V) aan.
Schepen Klaas Verbeke licht toe: “Poperinge is de ideale stad om je per fiets te verplaatsen: de afstanden zijn beperkt en de stadskern is vrij compact. Naast de fietssuggestiestroken kiezen we er nu voor om de fietser een nog betere positie in het verkeer te geven. In een fietsstraat wordt de fietser zichtbaarder in het verkeer en niet verdrongen door auto’s die willen inhalen.”
Meer op de fiets
Veel fietsers voelen zich onveilig en ouders laten hun kinderen liever niet alleen door het centrum fietsen. Dat zorgt voor meer autoverkeer en op diverse plaatsen ook voor gevaarlijke situaties. Die vicieuze cirkel kan je enkel doorbreken door maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat meer mensen de fiets nemen.
Veel ouders die hun kind met de fiets naar school begeleiden, zie je soms (angstvallig) naast hun kinderen fietsen als een vorm van bescherming en begeleiding. Onder andere daarom werd in de wegcode bepaald dat auto’s een fietser mogen inhalen indien die een tussenafstand van 1 m kunnen aanhouden, en zelfs 1,5 m tussenafstand buiten de bebouwde kom.
Wanneer een fiets gewoon niet mag ingehaald worden, zoals het geval is in een zone met fietsstraten, biedt dat nog meer veiligheid en comfort voor die fietser. Tegelijk hoeft een bestuurder geen meetlint bij te hebben want het is duidelijk dat inhalen gewoon niet aan de orde is, eender hoeveel de tussenafstand zou kunnen zijn.
Auto en fiets beter samen laten gaan
De invoering van de fietsstraten wil de auto uiteraard niet volledig uit de stadskern weren. “Het stadsbestuur houdt er rekening mee dat voor onze specifieke landelijke context de auto voor veel mensen een belangrijk vervoersmiddel blijft, onder meer door het beperkte aanbod openbaar vervoer. Door dit project gaan ook geen parkeerplaatsen verloren.”
“Het proefproject is er vooral op gericht om auto- en fietsverkeer beter te laten samengaan door bijkomende aandacht te besteden aan de verkeersveiligheid van de meest kwetsbare weggebruikers. Fietsstraten invoeren creëert ook meer ‘rust’ en trager verkeer, wat een onmiddellijk effect op de verkeersveiligheid heeft – de topprioriteit bij dit project.”
“Het stadsbestuur wil zo inwoners ook stimuleren om meer de fiets te nemen. Want dat is niet alleen goed voor de gezondheid, maar ook voor het klimaat. Meer fietsers en minder gemotoriseerd verkeer betekenen ook een stillere stad met hogere belevingswaarde. Een terrasje doen of lokaal winkelen wordt zo nog aangenamer!”, besluit schepen Klaas Verbeke.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier