Meter per meter worden steeds meer West-Vlaamse wegen omgetoverd tot fietsstraat. Goed voor in totaal al meer dan 235 kilometer. Lokale besturen gaan massaal overstag, meestal in functie van de verkeersveiligheid. Maar zijn die fietsstraten wel zo veilig? Een ongeval in een fietszone in Zwevegem kostte dinsdag nog het leven aan een jongetje van zeven. “Soms worden ze iets te kwistig aangelegd”, klinkt het bij verkeersinstituut Vias.
Sinds Kortrijk in 2015 als eerste West-Vlaamse stad een fietsstraat aanlegde, is de verfietsing van onze stads- en dorpscentra niet meer tegen te houden. Ondertussen telt West-Vlaanderen al meer dan 235 kilometer aan fietsstraten, zo blijkt uit een rondvraag bij de lokale besturen. Dat is 38 kilometer meer dan dat er autosnelwegen zijn in onze provincie… Wie het concept nog niet kent: in een fietsstraat, of fietszone, geldt een snelheidsbeperking van 30 kilometer per uur en mogen autobestuurders fietsers in geen geval inhalen.
Pionier Kortrijk heeft vandaag al bijna 17 kilometer aan fietsstraten, maar is daarmee niet de primus in West-Vlaanderen. Zo haalden Brugge en Oostende, met respectievelijk 22 en 23 kilometer, de Guldensporenstad al in. Maar de absolute nummer één is Koksijde.
1 meter per inwoner
De badplaats heeft liefst 26 kilometer aan fietsstraten. Dat is meer dan één meter per inwoner… “Met de fietszones willen we belangrijke fietsassen verbinden en ander doorgaand verkeer ontmoedigen om die routes te gebruiken. De meeste inwoners zijn enthousiast, want het zorgt voor een rustige straat”, zegt schepen van Mobiliteit Charlotte Castelein (Open VLD). (Lees verder onder de kaart)
Dat brengt ons bij de belangrijkste reden voor gemeenten en steden om fietsstraten aan te leggen: de verkeersveiligheid. Alleen: zorgt zo’n afgebakende fietszone wel voor meer veiligheid voor fietsers? Die vraag stelt zich, nadat dinsdag een zevenjarig jongetje om het leven kwam in Zwevegem na een aanrijding tussen de cargofiets van zijn mama en een vrachtwagen... in een fietsstraat.
“Fietszones kunnen bepaalde fietsers inderdaad het idee geven dat ze helemaal veilig zijn, maar absolute veiligheid bestaat helaas niet in het verkeer”, zegt woordvoerder Werner De Dobbeleer van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. “Als fietser ben je niet alleen op de weg. Andere weggebruikers moeten rekening houden met jou, maar jij ook met hen. Ook in een fietsstraat. Er kunnen bijvoorbeeld altijd dodehoekongevallen gebeuren. Want als een fietser bijvoorbeeld stil staat, wordt voorbijsteken wettelijk niet beschouwd als inhalen.”
“Als fietser ben je niet alleen op de weg: andere weggebruikers moeten rekening met jou houden en omgekeerd”
Verder onderzoek moet de precieze omstandigheden van het drama in Zwevegem aan het licht brengen. Na één voorval stellen dat fietsstraten geen nut hebben, zou kort door de bocht zijn. Uit een rapport van de provincie West-Vlaanderen, die sinds 2018 cijfers over alle dodelijke verkeersongevallen bijhoudt, blijkt dat het ongeval in Zwevegem eerder een alleenstaand geval is. Tussen begin 2018 en eind 2023 vonden in West-Vlaanderen liefst 107 dodelijke ongevallen met fietsers plaats, waarvan slechts één in een fietsstraat.
Zone 30 volstaat vaak
Een fietsstraat kan dus wel degelijk zijn nut hebben, al is het vooral een kwestie van kwaliteit en niet van kwantiteit. Dat zegt ook Stef Willems van Vias, het Belgische instituut voor de verkeersveiligheid. “Het oorspronkelijke plan was dat een fietsstraat kan ingevoerd worden in een smalle straat die veel door fietsers gebruikt wordt en waar de auto de gast is. Nu hebben we de indruk dat er soms te kwistig wordt omgesprongen met fietszones”, klinkt het.
“Niet het aantal fietsstraten is van belang, wel waar die zich bevinden”
“Fietsberaad Vlaanderen heeft hier enkele aanbevelingen over, maar lokale besturen moeten hier goed over blijven nadenken. Soms is een zone 30 al voldoende voor een veiligere situatie, zeker op brede wegen. Want als een auto niet voorbij mag, terwijl er wel voldoende plaats is om in te halen, kan een fietser zich opgejaagd voelen. Het aantal kilometer aan fietszones maakt dus geen verschil, wel de juiste beslissing op de juiste plaats.”
Meer op komst
Dat hebben ze in Langemark-Poelkapelle goed begrepen: daar werd een maximale afstand van 500 meter ingesteld, zodat autobestuurders de fietszone zouden blijven respecteren. In Wervik en Oostrozebeke onderzoeken ze zelfs of er niet beter een stuk fietsstraat geschrapt wordt, omdat de regels er toch niet altijd nageleefd worden. “Fietsers eisen nog te weinig hun plaats op in het verkeer”, zegt schepen van Mobiliteit Jürgen Deceuninck (STERK) van Moorslede daarover. “Ze rijden in fietszones nog te vaak volledig rechts in plaats van in het midden van de weg. We leven in een gejaagde wereld, waar autobestuurders ze dan toch nog durven inhalen.”
“Fietsers eisen nog te weinig hun plaats op in een fietszone, waardoor autobestuurders ze toch durven inhalen”
Slechts elf van de 64 West-Vlaamse gemeenten hebben (nog) geen fietsstraten, maar dat betekent niet dat ze niet bezig zijn met verkeersveiligheid. Zo zet Ardooie liever in op zone 30, net als Zuienkerke en Lo-Reninge, dat daar trajectcontroles aan koppelde.
Toch lijkt het aantal kilometers aan fietsstraten de komende jaren eerder te stijgen dan te dalen. In meer dan 20 gemeenten zijn er concrete plannen en ook in Meulebeke en Staden, die vandaag geen fietsstraten tellen, is dat het geval.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier