Bijna 1.400 West-Vlaamse bushaltes dreigen te verdwijnen

Een kwart van de bestaande bushaltes in West-Vlaanderen dreigt te verdwijnen. Dat blijkt uit cijfers die Annick Lambrecht (Vooruit) opvroeg bij Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD). In absolute cijfers gaat het om een nettoverlies van 1.388 haltes.

Na de grote shift voor het openbaar vervoer naar basisbereikbaarheid blijven er nog 4.089 West-Vlaamse bushaltes over. Vooral in de regio’s Kortrijk (-387 haltes, -31 procent), Brugge (-349 haltes, -28 procent) en Westhoek (-338 haltes, -27,2 procent) sneuvelen tal van busstops.

“Ik ben geen tegenstander van de modernisering van De Lijn, maar ik maak me wel oprecht zorgen”, zegt Annick Lambrecht. “Momenteel zijn er onvoldoende plannen, noch de nodige middelen om het vervoer op maat goed te organiseren. Zeker in de Westhoek zal dat cruciaal zijn. Als je ziet dat in die regio meer dan één op de vier bushaltes verdwijnt, dan gaat het niet enkel over verloederde bushokjes hier en daar. We weten niet hoe de haltes die verdwijnen gecompenseerd zullen worden. Ik vrees dat velen straks in de kou blijven staan.”

Minister Peeters tempert de ongerustheid en benadrukt dat het vervoer op maat – buurtbussen, taxi’s en deelfietsen bijvoorbeeld – voldoende soelaas zullen bieden. “We focussen op de plaatsen waar de vraag naar openbaar vervoer het grootst is: daar zullen er meer én stiptere bussen en trams rijden”, aldus de minister.

De startdatum van 1 januari 2022 is sowieso onhaalbaar nadat enkele geïnteresseerde partijen om het vervoer op maat te organiseren naar de Raad van State stapten en de gunning werd geschorst. (OV)