In het Markthuis in Houthulst werd op dinsdag 7 mei een voordracht gehouden over de archeologische opgravingen bij de werken voor de vernieuwde markt. Een zestigtal mensen woonde de voordracht bij.
Jasper Deconynck, archeoloog en projectleider van de opgravingen in Houthulst, vertelde eerst in detail wat het doel van archeologische opgravingen zijn, hoe en aan welke wetten ze gebonden zijn en wat de voorgaande studies zijn die ze doen voor ze beginnen graven. Voor Houthulst heeft men zich gebaseerd op vroegere kaarten en documenten voor het graven begon.
Vondst
Wat men dan gevonden heeft? De muur van de oude kerk, althans een hoekstuk ervan, waarbij men uit het metselwerk kon afleiden dat het een degelijk gebouw was en waar men ook kon vinden vanwaar de kerk in de oorlog geraakt werd. Verder werden ook loopgraven gevonden, de restanten van een barak vlakbij de bomkrater en een paar schoenen die behoorlijk afgedragen waren. De schoenen waren waarschijnlijk van een inwoner die dan verder door een soldaat werden gedragen tot ze helemaal versleten waren.
Conclusie: een deel van het originele niveau is zwaar kapot door de artilleriebeschietingen. Gebouwen en omliggende structuren werden vernield en het terrein werd genivelleerd door de opvulling van de bomkraters met puin waardoor er weinig restanten zijn. In de bomkraters werd, in beperkte mate, klein kaliber Duitse munitie gevonden en rondslingerend bouwpuin. De loopgraven nabij de barak waren zeer ondiep, minimaal uitgegraven en niet uitgewerkt. Ze dienden niet voor stationair gebruik. Het terrein werd zo’n 20 à 30-tal centimeter opgehoogd met teelaarde op vuile grond en na WO I werd het terrein gebruikt als waterput en waren er ook nog een aantal muurrestanten.
Meer verwacht
De voordracht werd gesmaakt, hoewel toch een aantal bezoekers op hun honger bleef zitten omdat ze verwacht hadden toch minstens iets van vondsten van dichtbij te kunnen zien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
