Zes tweelingen op schoolbanken Dentergemse basisschool Zeppelin: “Nu al bouwen ze een band voor het leven op”

De tweelingen in Zeppelin met v.l.n.r.: Henri en Leon, Marte en Miel, vooraan Leonie en Jules, rechtstaand Bram en Tuur, Lien en Jules én Anna en Mia. © foto WME
Valentijn Dumoulein
Valentijn Dumoulein medewerker KW

Wie in basisschool Zeppelin in Dentergem plots dubbel ziet moet niet naar de oogarts, maar heeft gewoon één van de maar liefst zes (!) tweelingen gespot die er les volgen. Vorig schooljaar zaten er al drie in hetzelfde klasje en nog eens twee in andere klasjes en nu is er dus nog een duo bij gekomen. Tot verwarring leidt dat gelukkig niet, al staat wel vast dat de duo’s echt aan elkaar gehecht zijn.

Bram en Tuur Demaeght (5) waren een paar jaar geleden de eerste tweelingen in de school. De guitige jongens zitten ondertussen in de derde kleuterklas. Ze worden in leeftijd opgevolgd door Leonie en Jules Taelman (4) uit de tweede kleuterklas, maar het is pas in de eerste klasjes dat de tweelingenpret uit zijn voegen barst. “In de eerste kleuterklas van juf An zitten er met Marte en Miel Vanlancker, Henri en Léon Ranson en Jules en Lien De Weirdt drie tweelingen. Allemaal drie jaar, geboren in 2019”, zegt Jill Debacker, die dit schooljaar Wim Vromant als directeur opvolgde.

“Sinds dit schooljaar zitten er in een ander eerste kleuterklasje met Anna en Mia Van Acker (3) nog twee tweelingzusjes, wat het totaal op zes tweelingen brengt. Daarmee telt onze school in elke kleuterklas één tweeling, wat toch vrij uitzonderlijk is.”

Kleine verschillen

Een precieze verklaring voor het hoge aantal tweelingen heeft de school niet. “We tellen 210 leerlingen en ze komen bijna allemaal uit Groot-Dentergem”, klinkt het. “Dit is dan ook iets wat je eerder in een grote stad verwacht, maar nu is het eens in een landelijke gemeente.”

Kinderen in toom houden is soms al een hele opgave, laat staan ze in dit geval uit elkaar te houden, maar in de Zeppelin lukt dat wonderwel. “We hebben het geluk dat het in drie gevallen om een jongen en een meisje gaat, wat het natuurlijk veel makkelijker maakt”, knipoogt juf An Desmet. “Maar ook voor mij is dit uitzonderlijk. Ik had al meermaals één tweeling in de klas. Maar drie, dat is ongezien. De andere tweelingen kan ik dan weer makkelijk uit elkaar halen, eerst en vooral op basis van hun kledij, maar ook door kleine verschillen. De één heeft een scherper gezicht, de ander heeft al eens een buil of schram, waardoor herkennen vlugger gaat.”

“Als de ene huilt, zal de ander hem of haar vlug troosten”

Om nu te zeggen dat de tweelingen echt opvallen op school is te veel gezegd. “Maar de andere kinderen en de tweelingen zelf weten uiteraard dat ze speciaal zijn, in die zin dat ze samen in de buik van mama zaten”, zegt juf An. “We hebben daar in klas al over gepraat en voor hen is dat normaal.”

Nooit eenzaam

Ze zeggen wel eens dat tweelingen samen klitten en dat kan de juf bevestigen. “Ze spelen enorm vaak samen, maar zijn er ook voor elkaar. Als de ene huilt, zal de ander hem of haar vlug komen troosten”, klinkt het. “Toch proberen we hen ook apart te laten spelen of opdrachtjes maken, maar eigenlijk liggen ze goed in de groep en gaat dat vrij natuurlijk. Het is wel zo dat ze na een tijd opkijken om te zien waar hun andere ‘helft’ ergens zit.”

“Bij een andere tweeling merk ik dan weer dat het meisje leidt en de jongen volgt, maar ook daar werken we in samenspraak met de ouders aan, zodat ze op termijn beide even zelfstandig worden. Maar een tweeling, da’s een band voor het leven en die kweken ze al van kleins af aan. Dat merken we nu al, maar dat is in de kern ook heel mooi om te zien”, aldus de juf.

“Het heeft ook iets, want je bent nooit eenzaam. Ze zijn er altijd voor elkaar en dat is iets wat we alleen maar kunnen toejuichen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier