Yvan Herman is halfweg tocht naar Santiago de Compostela: “Ik heb al 48 dagen pijn aan m’n voeten”

Yvan en zijn zoon Bert stapten 33 km samen in Figeac. © Martine
Redactie KW

Op woensdagvoormiddag 7 juni vertrok Yvan Herman uit Ingelmunster vanuit zijn woning in de Meulebekestraat alleen te voet naar Santiago de Compostela. Zijn uitgestippelde route is 2.600 km lang. Momenteel is Yvan aan ongeveer de helft van zijn wandeltocht.

Woensdagavond 26 juli: even na 21 uur belden we Yvan op, die op dat moment in Cajarc in het departement Lot, dichtbij Cahors zat. “Ik ben drie dagen met vakantie”, lacht hij. “Mijn vrouw Martine en zoon Bert zijn hier één week. Ik wandelde nog twee dagen door. Zoon Bert wandelde één dag 33 km mee in Figeac. Ik zit nu praktisch in de helft van mijn route. Hoe het verloopt?”, herhaalt Yvan (60) onze vraag. “De eerste tien dagen waren heel zwaar wegens de warmte, maar ook door de eenzaamheid. Ik heb dat onderschat.”

Eten vinden

“Ik geraakte ook in de regio Reims aan geen eten. Ik overleefde op m’n conserven. Ik vond niets. In die dorpjes was water geen probleem, maar eten? Ik had mij daarop voorbereid en wist dat ik in die streek enkele moeilijke dagen op dat vlak kon meemaken, maar toch. Ik vond geen campings. Ik belde aan bij mensen, kreeg voldoende water, sliep bij een landbouwer, enz. Let op, dat waren allemaal vriendelijke mensen, maar voedingswaren zijn daar toch een probleem. Ik zag niets anders dan kleine dorpjes met enkele oude huizen en boerderijen. Ik zag de letters ‘boulangerie’ staan, maar dat huis stond al jaren leeg. De mensen verlaten die dorpjes. Dat waren voor mij moeilijke dagen. Door de bossen moeten wandelen en geen eten vinden is niet plezant hoor.”

Mooie streek

Yvan wandelt nu al verder. “Momenteel verblijf ik in een luxestreek. Om de vijf kilometer kom ik een dorpje tegen met een café, een terras of buurtwinkeltje. Ik vind altijd wel iets. Als is het maar een wafel of een chocoladekoek, maar ik heb eten. Het is wel een zware streek. Ik wandelde door de Morvan, bekend als uitloper van het Centraal Massief en zijn prachtig natuurgebied. Wondermooi, maar heel lastig om er te wandelen. In één uur tijd geraakte ik maar twee kilometer verder. Maar bon, dat is ook gelukt. Qua gezondheid heb ik niet te klagen. Ik loop wel al 48 dagen met pijn aan m’n voeten”, lacht Yvan aan de telefoon.

“Maar het is altijd iets hé. De ene heeft pijn aan zijn knieën, de andere ergens anders. Aan mijn voeten had ik al veel pijn door blaren en een ontstoken teentje. Ik heb gelukkig nog géén enkele spier die pijn doet. Ik denk niet dat ik iemand zal tegenkomen die hetzelfde doet en helemaal niets van last heeft.”

“De eerste tien dagen waren heel zwaar wegens de warmte, maar ook door de eenzaamheid”

Yvan stapt alleen. Kreeg hij daar al spijt van, want gezelschap hebben is toch leuk? “Nu kom ik al vaak andere mensen tegen. Dat zijn voor 90 procent toeristen. Ik kom echter maar weinig mensen tegen die doorstappen. Sommige wandelaars doen maar enkele kilometers. Ze wandelen vier of vijf dagen van het ene naar het andere dorp om dan terug te keren met de trein. Ik kwam nog maar weinig pelgrims tegen die verder stappen naar Santiago de Compostela. Maar ik leg wel contacten. Aan een plaats waar ik iets kan drinken of eten, stop ik en dan praat ik met de bevolking en toeristen. Ooit kwam ik een Oostenrijker tegen die op weg was sinds 2 mei. Hij was ziek geworden: gewoon ziek of corona? Hij wist het niet. Na een tijdje verloor ik hem uit het oog. Meerdere dagen later kwam ik hem echter opnieuw tegen.”

100 dagen

Yvan is nu bezig aan deel twee van zijn wandeltocht. Na drie dagen vakantie vertrok hij op zaterdagmorgen 29 juli, richting Santiago de Compostela. “Het zwaarste reliëf is achter de rug. Ik voel mij super omdat ik aan de tweede helft ben begonnen. Dat is zoals je een wedstrijd moet lopen: in deel twee tel je af, anders tel je op. Maar ik kan het ook nog lastig hebben. Als er iemand vraagt: waar ga je naartoe? Dan zeg ik: hopelijk naar daar, want ik weet nog altijd niet of ik het haal. Ik weet wel dat er normaal geen familie of vrienden meer ergens zullen afkomen. Ik kan ook niet altijd enkele dagen vakantie nemen. Toen mijn vrouw Martine en zoon Bert één week hier waren, wandelde ik nog twee dagen door en één dag wandelde zoon Bert mee. Maar ik ben goed mee op m’n schema, ik heb zelfs wat voorsprong. Nou ja, ik heb geen schema. Vooraf dacht ik aan een trip van 100 dagen, maar is dat één dag of één week later dan is dat ook niet zo erg.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier