Woonzorgcentrum Rozenberg hoopt dat er snel duidelijkheid komt

wzc Rozenberg. © foto CLY
Redactie KW

Het bestuur en de directie van het woonzorgcentrum Rozenberg stuurde woensdagvoormiddag in samenspraak met de coördinerend adviserend arts, Dr. Jo Bracke, een verklaring uit na de bekendmaking van de zogenaamde rusthuismoorden. “We hopen dat het gerechtelijk onderzoek spoedig kan worden afgerond en dat er duidelijkheid komt in dit dossier.”

“Wij kunnen bevestigen dat er een gerechtelijk onderzoek loopt. Het is evenwel in belang van iedereen dat het wettelijk verankerd geheim van het onderzoek wordt gerespecteerd, zodat de waarheid aan het licht kan komen. Het bestuur wenst het geheim karakter van het onderzoek rigoureus na te leven. U zal begrijpen dat deze persaandacht de vrees binnen het bestuur aanwakkert dat het geheim karakter van het onderzoek zal worden aangetast en dat het werk van de onderzoekers zal worden belemmerd.”

Als eerste aangifte gedaan

“De hoofdverpleegkundige, de CRA (coördinerend adviserend arts) en de directie van het woonzorgcentrum hebben op 19 november 2020 als eerste aangifte gedaan bij de politiediensten in volle coronacrisis. Sinds begin februari 2021 is er niets meer voorgevallen.”

“Het OCMW van Oostrozebeke heeft zich meteen burgerlijke partij gesteld bij de onderzoeksrechter, die belast werd met het gerechtelijk onderzoek.”

Alle medewerking

“De personeelsleden van gemeente en OCMW en de CRA verlenen alle medewerking aan de politiediensten, die belast werden met onderzoeksopdrachten onder leiding van de onderzoeksrechter.”

“Samen met de onderzoekers, in wie het bestuur van het OCMW alle vertrouwen heeft, hoopt het bestuur, de directie, het personeel van het woonzorgcentrum, maar niet in het minst alle bewoners en hun familie, dat het gerechtelijk onderzoek spoedig kan worden afgerond en dat er duidelijkheid komt in dit dossier.”

Vreet aan moraal

“We vinden ook dat het allemaal veel te lang duurt en dat vreet aan de moraal van ons personeel, die zich dagdagelijks inzet en inspant voor de bewoners en waarmee geenszins de indruk wordt gegeven dat het gerechtelijk onderzoek zijn werk niet zou doen, wel integendeel.”