WO I-begraafplaatsen zijn voortaan Unesco-werelderfgoed
Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen werken al meer dan vijftien jaar aan het voorstel. In 2018 werd het dossier een eerste keer bij het Werelderfgoedcomité voorgelegd. “Hun belangrijkste zorg was dat oorlogserfgoed ook kon worden ingezet om nationalistische redenen en om groepen tegen elkaar op te zetten”, zegt Dominiek Dendooven, historicus en wetenschappelijk medewerker van het In Flanders Fields Museum in Ieper. “Bij de eerste erkenningspoging had UNESCO eigenlijk nog geen criteria hoe met oorlogserfgoed om te gaan. Dat is nu wel het geval. Daarom werd het dossier niet inhoudelijk aangepast en werden dezelfde behouden, maar we argumenteerden nu veel sterker dat de begraafplaatsen en monumenten geschikt zijn om ontmoeting te creëren en mensen op te voeden naar meer vrede en verzoening. In realiteit zijn onze begraafplaatsen al werelderfgoed. Hier liggen gesneuvelde soldaten uit zowat 125 staten uit vijf continenten. Mensen komen naar hier om hun familieleden te begroeten en ontmoeten daarbij verschillende nationaliteiten en culturen. Op die manier leren ze van elkaar.”
“De titel is eerder symbolisch, het is eigenlijk een keurmerk dat zegt dat het erfgoed van wereldbelang is. Het is niet alleen een opsteker voor het toerisme, iets wat we wel kunnen gebruiken na corona en brexit, maar is ook een erkenning voor de manier waarop we in de Westhoek, maar ook in Noord-Frankrijk, bezig zijn met het oorlogserfgoed.”
Gemeenschappelijk project
“In dit soort dossiers ga je niet over één nacht ijs. Het is een werk van lange adem, je hebt tijd nodig om met heel veel mensen tot een gedragen project te komen, een gemeenschappelijk project waar elk zijn identiteit en cultuur kan in herkennen. Ik ben trots dat ik de campagne die mijn voorganger Geert Bourgeois in gang zette nu kan afmaken. Ook de bilaterale contacten die ik met de comitéleden kon leggen, hebben duidelijk hun vruchten afgeworpen. In de Westhoek is de herinnering aan de oorlog van meer dan 100 jaar geleden nog heel tastbaar en voor de bewoners een dagelijkse realiteit. Er worden nog steeds lichamen van soldaten gevonden. In de mate van het mogelijke proberen we hen een naam te geven en krijgen deze jonge mannen een laatste rustplaats op één van de begraafplaatsen. We werken daarvoor internationaal samen”, aldus Vlaams minister Matthias Diependaele (N-VA). “De steden Diksmuide, Ieper en Nieuwpoort tellen nu elk twee werelderfgoedsites, ze bezitten immers elk een belfort dat al erkend is als werelderfgoed. Het zijn steden met een roemrijk verleden, plekken in Vlaanderen waar we terecht trots op mogen zijn en die een belangrijke boodschap van ‘nooit meer oorlog’ elke dag opnieuw laten weerklinken.”
“Ook wij vinden dit toch wel belangrijk”, zegt Wim Pira van de Commonwealth War Graves Commission (CWGC). “Het versterkt de boodschap die we als organisatie uitstralen. We besteden heel veel aandacht aan de slachtoffers die gevallen zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog en de toekenning bevestigt hoe belangrijk dat is. Het is daarnaast een erkenning voor het werk dat onze tuinmannen en bouwvakkers doen.” In de praktijk verandert er niet echt iets voor de medewerkers van CWGC. “De regels die Unesco oplegt, leggen wij onszelf al op. Het feit dat het deel uitmaakt van een breder initiatief, kan ervoor zorgen dat het er een breder publiek op afkomt.”
Toerisme
Niek Benoot, uitbater van Hooge Crater Museum in Zillebeke, is diezelfde mening toegedaan. “Ik had de erkenning de vorig keer al verwacht, maar toen lukte het blijkbaar niet. Ook voor ons, toeristische ondernemers in de regio, is dit zeker een meerwaarde. Het zal voor onze regio misschien een bijkomend publiek aantrekken. Mensen die hier vroeger niet kwamen omdat ze niet zo zijn geïnteresseerd in de oorlog. Zien ze het echter het label ‘Unesco-werelderfgoed’ opduiken dan zal dat misschien een trigger zijn om naar hier te komen. Als je ziet wat het bijvoorbeeld voor Brugge betekent op toeristisch vlak.
Kim Wright is Britse en gidst al een paar jaar met haar eigen ‘Kim’s Battlefield Tours’ vooral Engelstalige toeristen doorheen de oorlogsbegraafplaatsen van de Westhoek en de Somme. “Het is in ieder geval een goede zaak voor de regio dat deze erkenning er komt”, zegt de Britse. “Ook op toeristisch vlak kan het uiteraard een voordeel zijn en extra mensen aantrekken. Het doet me een beetje denken de grote invloed die de National Trust bij ons thuis in Engeland kent.” De National Trust is een instelling in het VK met als doelstelling het behoud van plaatsen van historisch belang en natuurlijke schoonheid. “Ook daar gaan veel mensen op af, wellicht is dat ook zo op plaatsen die het label Unesco-werelderfgoed dragen.”
De 27 Vlaamse sites die zijn opgenomen zijn: Monument voor de vermisten Nieuwport Memorial (Nieuwpoort), Duitse militaire begraafplaats Vladslo (Diksmuide), Crypte van de IJzertoren (Diksmuide), Belgische militaire begraafplaats Oeren (Alveringem), Belgische militaire begraafplaats Houthulst (Houthulst), Duitse militaire begraafplaats Langemark (Langemark-Poelkapelle), Canadees Monument The Brooding Soldier (Langemark-Poelkapelle), Gemenebest militaire begraafplaats Tyne Cot cemetery (Zonnebeke), Cluster van Gemenebest militaire begraafplaats Doelbos (Zonnebeke), Gemenebest militaire Essex Farm cemetery (Ieper), Cluster van Gemenebest militaire begraafplaats Pilkem (Ieper), Monument voor de vermisten Menin Gate (Ieper), Gemenebest militaire begraafplaats Bedford House cemetery (Ieper), Cluster van Gemenebest militaire begraafplaats Palingbeek (Ieper), Cluster van militaire begraafplaatsen Kemmelberg (Heuvelland), Cluster van Gemenebest militaire begraafplaats Spanbroekmolen (Heuvelland), (N-)Iers monument Island of Ireland Peace Tower (Mesen) en Gemenebest militaire begraafplaats Lijssenthoek (Poperinge).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier