Willy Bosschem wordt 90: “Mijn leven hangt samen van de toevalligheden”
Vrijdag 10 januari wordt kunstenaar Willy Bosschem 90 jaar. Als verjaardagscadeau opent in de Nieuwe Gaanderijen de tentoonstelling ‘Ostênsjhe klaps’ met cartoons van Willy bij Oostendse spreuken van Roland Desnerck. Bosschem tekent al sinds 1952 cartoons voor De Zeewacht. Door onze krant bleef de geboren Gentenaar in Oostende hangen en werd hij echt Oostendenaar. “Mijn leven hangt aan elkaar van de toevallige ontmoetingen”, zegt hij.
Willy Bosschem is een monument in Oostende. Bijna 50 jaar was hij verbonden aan het Casino-Kursaal, onder meer als pr-officer en curator van tentoonstellingen. 22 jaar stond hij aan het hoofd van de kunstacademie. Hij was bij talloze culturele en toeristische projecten betrokken, tekent nog altijd voor De Zeewacht Kust en heeft ook nog zijn eigen artistiek werk. Zo vond hij in 1970 de smoke art uit, een techniek waarbij hij schilderde met rook.
Eerste cartoon
“En zeggen dat mijn hele carrière gebouwd is op een cartoon in De Zeewacht”, mijmert Willy. “In 1952 volbracht ik mijn militaire dienst bij de Zeemacht in Oostende. Ik woonde een concert bij in het oude theater, waar nu het Europacenter staat. Ik was zo onder de indruk dat ik na het concert op mijn kamer in de kazerne een tekening maakte van dirigent Emile De Vlieger, ook directeur van het conservatorium. Mijn kamergenoot Raymond Huilmand, alias Jo Deensen, toen al medewerker en later hoofdredacteur van De Zeewacht, vroeg of hij die tekening in de krant mocht opnemen.”
De tekening verscheen in De Zeewacht en 68 jaar later tekent Willy Bosschem – alias Wébé – nog altijd voor onze krant. “Ik leerde hoofdredacteur Dries Van Damme kennen, die ook de eerste pr-man van het Kursaal was. Hij vroeg me om een promotiestand te ontwerpen voor een beurs in Charleroi. Het leidde tot een contract van 30 jaar, maar ik bleef veel langer plakken in het Kursaal. Ik startte op 1 mei 1953, aanvankelijk als decorateur en publicitair tekenaar. Ik groeide door tot persattaché en curator van tentoonstellingen. In 1995 ging ik met pensioen, maar ik stelde tot 2002 tentoonstellingen samen.”
Enorm veel relaties
“Als 16-jarige won ik een affichewedstrijd voor de Internationale Jaarbeurs der Vlaanderen in Gent. Zo startte ik als publicitair tekenaar en leerde ik vlug werken. Dat kwam me later in het Kursaal goed van pas. Maar zonder die kans in Oostende was ik wellicht terug naar Gent gegaan en ging ik iets met keramiek doen. Mijn militaire dienst en mijn ontmoeting met Jo Deensen loodste me naar Oostende. Dat was mijn leven. Intussen voel ik me Oostendenaar. Oud-burgemeester Julien Goekint zei me eens: jij bent meer Oostendenaar dan veel Oostendenaars”, klinkt het.
Het begon allemaal met een cartoon in De Zeewacht
“Door mijn functie in het Casino-Kursaal leerde ik enorm veel mensen kennen op alle niveaus”, vertelt Willy. “In de kunstwereld, de toeristische wereld, de sport, de Belgische en internationale pers… Je botst op mensen en zo openen zich weer nieuwe mogelijkheden. Zo leerde ik iemand van de Post kennen, waardoor ik heel wat Belgische en buitenlandse postzegels kon ontwerpen. Ik maakte ook logo’s en affiches voor tal van evenementen, onder meer vele jaren het Bal Rat Mort.”
Edith Piaf
“Je botst toevallig op mensen en je maakt je weg. Zo groei je verder. Ik heb mijn connecties gebruikt, nooit misbruikt. Zo is het mijn hele leven gegaan. Alleen jammer dat ik dat niet heb kunnen doen voor mezelf als kunstenaar. Mijn eigen werk was mijn hobby, dat kwam op de tweede plaats. Het is iets wat ik nu wel voel. Ik heb mezelf niet gepromoot. Ik had er ook de tijd niet voor. Ik vertrok ‘s morgens om 8 uur en was in het seizoen ten vroegste om 2 of 3 uur ‘s nachts weer thuis. Schilderen deed ik ‘s nachts of als ik eens een dagje vrij had. Dan zat ik van ‘s morgens tot ‘s avonds in mijn atelier.”
“Ik ontmoette in mijn leven enorm veel bekendheden”, legt Willy uit. “Ik bracht Edith Piaf op het podium als ze zelf al niet meer kon stappen. In 1981 werd ik ontvangen door koning Boudewijn en koningin Fabiola. Aan de koningin mocht ik uitleggen wat smoke art is. Ook koning Albert en koningin Paola heb ik meermaals in het Kursaal ontvangen, toen nog als prins en prinses. Bij prins Karel ging ik aan huis in Raversijde. Ik was curator van een tentoonstelling van Herman Brood, twee maanden voor hij zelfmoord pleegde…”
Smoke art
“De smoke art heb ik ontdekt toen ik eens heel snel een affiche klaar moest hebben voor de Gentse jaarbeurs. Ik had die geschilderd in plakkaatverf, maar daar komt dan altijd een laagje vocht op. De affiche moest dezelfde avond weg en daarom liet ik hem drogen door er een kaars onder te houden. Maar de affiche werd bruin en ik moest het roet er weer afnemen. Dat effect vond ik mooi. Zo begon ik mijn werken eerst zwart te maken door er vuur onder te houden, en maakte ik vervolgens een tekening door het roet met een zacht penseel weer weg te nemen. Moeilijk, want wat weg is kan je niet meer terugzetten. “Na enkele jaren moest ik alweer stoppen met de techniek”, gaat Willy verder.
“De rook was niet goed voor mijn gezondheid. Ik werkte een tijd met een masker, maar dat heb ik niet volgehouden. En vandaag ken ik niemand die het nog doet. Ik had mijn atelier toen in het Kursaal, vlak onder het groot podium. Daar waren afzuiginstallaties. Eén keer ging het fout en stond plots de brandweer aan het gebouw. Nu heb ik geen eigen atelier meer, al ben ik er nog altijd naar op zoek.”
Oostendse spreuken
Willy verloor in 2017 zijn vrouw Mariette Dielman. Ze kenden elkaar 72 jaar. Met dochter Rita en haar partner is er een hechte band. Willy zelf blijft niet bij de pakken zitten. “Ik kan wel niet meer in een atelier werken, maar daardoor had ik de tijd om cartoons te tekenen bij de Oostendse spreuken van Roland Desnerck. Zo ontstond ‘Ostênsjhe klaps’, de tentoonstelling die nu opent in de Nieuwe Gaanderijen. Je kan er 25 panelen zien, gewoon buiten op de zeedijk, maar eigenlijk maakte ik tekeningen bij 52 spreuken. Je zou er een kalender van kunnen maken met voor elke week een spreuk. Maar ik ben al blij dat ik deze tentoonstelling mag doen.”
“Soms denk ik dat ik te veel gratis heb gewerkt”, blikt Willy terug. “Dan denk ik: nu zou ik ze meer doen betalen. Maar ik weet dat ik dat toch niet zou doen.”
“Ik zit nog boordevol ideeën. Op mijn nachtkastje ligt een carnetje waar ik opschrijf wat me te binnen schiet. Maar veel plannen zullen niet meer gerealiseerd worden. Ik heb de relaties of de mogelijkheden niet meer. Ik weet wat ik nog zou willen doen, maar ook wat ik niet meer kan doen. ‘Je houdt er te weinig rekening mee dat je 90 jaar wordt’, zegt de dokter. Maar ik heb een schoon leven gehad. En ik wil er nog een jaar of tien bij doen. Daarna begin ik af te tellen (lacht).”
De redactie feliciteert Willy Bosschem met zijn 90ste verjaardag en wenst hem nog vele creatieve jaren toe. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier