De massa wandelaars en fietsers die sinds de coronapandemie het bos ontdekt heeft, is zowel een zegen als gesel voor de natuur. Uit cijfers van het Agentschap Natuur en Bos blijkt dat het aantal inbreuken bijna verdriedubbeld is. “Voor onze bossen wordt het stilaan onhoudbaar”, zegt boswachter Koen Maertens.
“Het is goed dat het eens flink regent, dan is er minder volk en kan het bos ook weer even op adem komen”, zegt boswachter Koen Maertens wanneer we hem in de gietende regen spreken in het Vloethemveld in Zedelgem. Hij heeft er al drukke maanden op zitten, net als zowat al zijn collega’s. “Sinds corona staat de parking hier altijd eivol, mensen parkeren zelfs waar ze niet mogen staan. Overal ligt er afval. Mijn vaste klanten – natuurfotografen bijvoorbeeld – zeggen mij dat ze niet meer komen naar het bos wegens te druk. Het is dubbel: we hebben graag dat mensen de natuur ontdekken en ervan genieten, maar deze drukte is niet lang meer houdbaar voor de bossen en de dieren”, klinkt het.
Het buikgevoel van boswachter Koen wordt bevestigd door de cijfers van het Agentschap Natuur en Bos (ANB). Tijdens de eerste lockdown – van 12 maart tot 13 mei – werden maar liefst 819 inbreuken vastgesteld, gaande van loslopende honden over sluikstorten tot wildparkeren of zelfs stroperij.
In dezelfde periode vorig jaar waren dat er amper 354. “Door al die bezoekers moeten onze boswachters veel harder werken, net als politiemensen of verplegers”, zegt woordvoerder Jeroen Denaeghel van ANB. “De overlast is enorm toegenomen. De natuur komt onder druk te staan. Er komen ook mensen naar het bos die zich niet aan de regels houden. Loslopende honden zijn een echte plaag aan het worden. Onlangs nog zag ik hoe een hond bijna een blauwe reiger te pakken had. Binnenkort gaan we daar veel strikter op controleren”, klinkt het.
Boswachter Koen beaamt: “Onlangs werden hier vijf schapen doodgebeten, vermoedelijk door honden. Maar ook reeën worden opgejaagd door wandelaars. Eigenlijk is er te weinig plaats voor al die bezoekers, men zou bijvoorbeeld beter meer trage wegen openstellen voor wandelaars en fietsers om het bos te ontlasten. Ik krijg mails van mensen die klagen over te veel modder in het bos, dat er geen toiletten zijn en dat hun paard niet genoeg plaats heeft. Die mensen beseffen blijkbaar niet dat zij te gast zijn in het bos en niet omgekeerd. Tijdens de eerste lockdown zag ik mensen voetballen, kampvuurtjes maken en kleine feestjes geven. Dat kan echt niet de bedoeling zijn.”
Verkeersagent
Ook tussen de vele verschillende soorten bosbezoekers onderling botert het niet altijd. “Mountainbikers klagen over wandelaars en omgekeerd. Het is bijzonder druk in het bos en ik voel me soms als een verkeersagent”, zegt Koen.
“Iedereen lijkt te denken dat zijn of haar hobby de belangrijkste is. De hoffelijkheid is soms ver weg. Eigenlijk is het simpel: blijf op de paden, laat geen afval achter, hou je hond aan de leiband en blijf beleefd. De natuur is van iedereen, maar dan moet iedereen er ook zorg voor dragen”, aldus Jeroen Denaeghel.
