Toen zondag de hemelsluizen boven Oostende opengingen stonden heel wat straten in een mum van tijd blank. De brandweer had de handen vol om kelders leeg te pompen, maar de Scouts Sint-Jan kwamen met helpende handen. Mensen bleven achter met heel veel schade. Kon een dergelijke ramp vermeden worden?
Zondag 17 uur: een wolkbreuk boven Oostende zorgt ervoor dat verschillende straten blank komen te staan. Vooral de wijken Centrum, Konterdam, Westerkwartier, Stene en Mariakerke kregen de volle laag. De Oostendse brandweer kreeg ruim 400 oproepen te verwerken. Overal in de straten zag je mensen water scheppen met emmers. Het was vechten tegen de bierkaai. Het water is ondertussen verdwenen, maar de schade is enorm.
Mensen vragen zich vooral af hoe het komt dat het water niet snel genoeg weg kon en of dat in de toekomst kan vermeden worden? Wij vroegen het aan Mathieu Slock, gebiedsingenieur bij waterzuiveringsmaatschappij Aquafin. “Het is traditioneel zo dat we in de zomer veel grotere regenbuien te verwerken krijgen ten opzichte van de winter”, zegt Slock. “Die zomerse regenbuien hebben een enorme intensiteit en dat wil zeggen veel water op korte termijn. Komt daarbij dat die regenbuien steeds zwaarder worden de afgelopen jaren, een aspect van de klimaatverandering.”
“In ons rioleringsstelsel zijn de meeste leidingen gemengde leidingen. Dat betekent dat afvalwater en regenwater samen afgevoerd worden. Bij dergelijke intensiteiten komt daar enorm veel regenwater bij en dan is de capaciteit van deze leidingen vaak te klein.” . Daardoor werd er water opgebouwd in het rioolstelsel en dan heb je wateroverlast vanuit de riolering. Het gaat in dit geval echt om een geval van overmacht.
Oostende telt heel wat pompstations op haar grondgebied waarvan het afvalwater wordt doorgepompt naar de waterzuiveringsinstallatie in de Zandvoordestraat.
Overstortpompen
“Daarbovenop zijn er eveneens overstortpompen aanwezig”, vervolgt Mathieu. Deze pompen het teveel aan regenwater weg. Die moesten afgelopen zondag op volle capaciteit werken en dat is uitzonderlijk. In de Derbylaan bijvoorbeeld hebben we gemerkt dat de pompen daar op volle kracht moesten draaien.”
Terwijl heel wat Oostendenaars met de handen in het haar zaten door de kracht waarmee het water hun huizen binnen stroomde, schoot de Scouts Sint-Jan Oostende hun buren te hulp. “Die middag hadden we met de scoutsleiding een infonamiddag voor ons kamp”, vertelt Oliver Martin. “We hadden net opgeruimd toen de hel boven Oostende losbarstte. We zagen meteen onze buur aan de slag met trekkers, waarbij we besloten om hem te helpen. We dachten eerst dat het om een alleenstaand geval ging, maar niets bleek minder waar. Garages en kelderverdiepingen bleken ondergelopen. Daarop hebben we iedereen van de leiding verzameld en zijn we met emmers in de aanslag het water te lijf gegaan. In totaal schepten we een zestal garages leeg en hebben we een drietal buren geholpen met het verplaatsen van zwaar materiaal.”
Gescheiden leidingen
Kunnen we wateroverlast als deze in de toekomst voorkomen? “Dat kan, maar dan zijn er twee zaken nodig. Enerzijds moeten er meer afvoerleidingen gebouwd worden voor regenwater, zodat we het afvalwater volledig kunnen scheiden van het regenwater. Stad Oostende levert daar enorme inspanningen voor. Anderzijds moeten we het regenwater dat valt ter plaatse houden. Het regenwater kan dan zowel op openbaar als op privédomein in de grond dringen, zodat het niet in de riolering terecht komt. Het vergroten van de diameter van afvoerleidingen heeft geen enkele zin, want dan verplaats je het probleem enkele meters verder”, aldus Mathieu.
Stad Oostende roept iedereen met waterschade op om contact op te nemen met de eigen verzekeringsmaatschappij. Vervolgens kan je de schade melden bij het Vlaams Rampenfonds. Daarvoor surf je naar www.vlaanderen.be/schadevergoeding-vlaams-rampenfonds-aanvragen .
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
