“Wanneer gaat wat we doen ooit genoeg zijn voor de mensen?”: Mehdi (41) van café De Vauban breekt de lans voor zijn lotgenoten
Hij is ondernemer, artiest, haalde ooit het podium bij Mister Gay en is op en top West-Vlaming. Toch gaat Mehdi Achiba (41) nog steeds gebukt onder het stigma van ‘die vreemde’. Vandaag zwijgt hij niet langer en breekt hij een lans voor zijn lotgenoten. “Wanneer gaat wat we doen ooit genoeg zijn voor de mensen?”
Mehdi is wat je in Menen ‘een figuur’ kunt noemen. Een goedlachse kerel die dagelijks terug te vinden is achter de toog van zijn café De Vauban. Een flink deel van het cliënteel kent Mehdi ook als zanger, die al op verschillende podia het beste van zichzelf mocht geven. Toch schuilt er achter die brede glimlach ook een donkerder verhaal. Een strijd die hij voert, waar maar geen einde aan lijkt te komen. Mehdi raapte zijn moed samen en sprak voor het eerst, over de uitdagingen die hij dagelijks moet confronteren.
Geen cadeautjes
“Ik ben een geboren en getogen West-Vlaming. Mijn moeder heeft roots in Kortrijk en mijn grootouders komen van Vichte en Desselgem.” Een man met lokale verankering dus, op één detail na. “Ja, mijn familienaam is Achiba. Heb ik daarvoor gekozen? Neen! Mijn mama werd in lang vervlogen tijden tot achter haar oren verliefd op mijn vader. Dat bleek geen geluksrelatie te zijn, want we gingen gebukt onder geweld en tiranniek gedrag. Het liep dan ook, weinig verrassend, op de klippen. Hebben wij daarvoor gekozen? Neen! Maar toch was mijn mama een vechter en ze startte haar café in De Barakken. Een alleenstaande moeder die zich kapot heeft gewerkt om haar gezin een goede toekomst te kunnen bieden. Als kleine knaap rol je dan ook in dat leven, een leven waar je zeven dagen op zeven werkt. Voor mij bestonden mijn weken uit naar school gaan en dan na de uren of in het weekend mijn mama helpen. Uiteindelijk was het dan ook een evidentie dat ik ooit zelf in de horeca terecht zou komen. Ik kende die wereld door en door en kende ondertussen ook Menen als geen andere.”
“Ik wilde mijn droom waarmaken om mijn eigen zaak te hebben en daarvoor moest ik werken”
Zijn weg naar zijn eigen café was geen plezierreisje, want Mehdi moest knokken voor iedere cent. “Na mijn schooltijd wilde ik koste wat kost vermijden dat ze mij als een profiteur bekeken. Mehdi Achiba? Dat moest wel zo een gelukzoeker zijn, die naar België was gekomen om van alles en nog iets misbruik te maken. Mensen keken vaak nooit verder dan mijn naam en stonden niet stil bij het feit dat ik even Meens was als het belfort. Van kuisen tot aan de lopende band gaan staan? Er is niet één job waar ik ooit ‘neen’ tegen heb gezegd. Ik wilde mijn droom waarmaken om mijn eigen zaak te hebben en daarvoor moest ik werken! Mijn mama had me dat zo geleerd, dat je helemaal niets zomaar cadeau kreeg.”
‘Die vreemde’
Na al die jaren slaagde Mehdi er dan uiteindelijk in die levensdroom in vervulling te laten gaan. Hij opende zijn café op de Grote Markt en wist de plaats om te bouwen tot een knusse ontmoetingsplaats voor Menenaars. “Ik ben westers opgevoed geweest, ik spreek West-Vlaams als geen ander en ik heb voor iedere cent keihard gewerkt. Zou je dan uiteindelijk gaan denken dat mijn naam gewoon een bijzaak is geworden? Mijn god was die ontnuchtering groot. Ging ik aan een tafel mensen bedienen, vriendelijke mensen, en kreeg ik meteen lik op stuk. ‘Mehdi, jij bent een goeie vreemde’, was hun reactie. Ik zakte door de grond van vernedering. En het bleef niet bij één keer. Bijna dagelijks krijg ik dergelijke opmerkingen te verwerken, zelfs van mensen die specifiek daarvoor naar hier komen. Ik ben een goeie vreemde, ik ben geen echte vreemde want ik ben homo of zelfs ‘die heeft hier niet geprofiteerd’? Je kunt ze niet meer tellen! Wat moet ik in hemelsnaam nog meer doen? Wanneer gaat het ooit genoeg zijn voor de mensen?”
Oproep
Door middel van zijn verhaal wil Mehdi lotgenoten oproepen niet stil te blijven. “Ik ben heus niet de enige die dit meemaakt. Meer dan eens zag ik hier mijn medewerkers vertrekken omdat ze werden blootgesteld aan een onuitputtelijke stroom aan kritiek. Een dienster die een donkere huidskleur had, moest dagelijks vijftig keer uitleggen dat ze van Menen was en niet van Congo. Op een bepaald moment ben je dat gewoon beu. Ik prijs mezelf gelukkig en kan op een stevige sociale kring rekenen. Heel wat andere mensen kunnen dat niet en gaan uiteindelijk dan het slechte pad op. ‘Als mensen toch denken dat ik uitschot ben, kan ik evenwel zo gaan handelen’. Natuurlijk is het niet de juiste mindset, maar kun je het hen kwalijk nemen. Aan die mensen zeg ik dan ook: spreek me aan, contacteer me en laat ons daar samen aan werken. Jullie zijn nooit alleen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier