Nicolas Bauwens maakt al vijf jaar humoristische video’s: “Ik ben en blijf eigenlijk een gewone werkmens”
Wat ooit begon als een bevlieging, eindigde met een ontmoeting met de meest gecapte Rode Duivel ooit (Jan Vertonghen, red.). Nicolas Bauwens (38) blijft zelf heel bescheiden en noemt zichzelf in eerste instantie een werkmens, maar dat zijn comedy-avontuur al heeft geleid tot vele onverwachte interacties en kansen, staat buiten kijf. Hij blijft elke maand op zijn facebookpagina een video uploaden met allerhande thema’s als insteek. Bauwens is ook een trotse inwoner van de Paradijswijk. “Hier kan je tot rust komen.”
Zo’n vijf jaar geleden ben je gestart met het maken van video’s. Dat avontuur heeft je al naar vele plekken geleid, maar hoe is dat allemaal gestart?
Nicolas: “Ik ben eigenlijk een gewone werkmens, maar door de routine van het leven ben ik inderdaad zo’n vijf jaar geleden gestart met het maken van video’s. Dat is eerst gestart als mop. Ik wou altijd al creatief met iets bezig zijn en had de drang om iets te maken of te zeggen. Dat is dan van alles geworden: korte sketches, raps en ook parodieën. Mijn eerste creatie was ‘Blaas m’n zak op’, een parodie op ‘Don’t worry, be happy’. De media sprong daarop en zo stond ik snel in de spotlight, geheel onverwacht. Het was leuk dat mensen het grappig vonden, daar doe ik het voor. Blijkbaar slaat het aan. Na dat eerste filmpje vroeg men of ik niet wou verder doen. Ik heb geen tijd over, maar probeer sindsdien elke maand iets te maken.”
Hoe ga je daarbij te werk?
“Ik zet me aan het schrijven en maak een scenario. Ik heb geen printer en schrijf dat nog op papier.” (lacht) “De video’s duren altijd twee tot drie minuten. De aandachtspanne van de mensen is dan ook verlaagd. Ik moet nooit echt zoeken naar een insteek. Dat komt altijd vanzelf. Een doordeweeks gesprek of gebeurtenis kan al een inspiratie zijn. Ik ben meestal ook de enige acteur in mijn video’s, tenzij het gaat over kortfilms in opdracht natuurlijk. Het is handig dat ik het alleen kan doen. Dan moet ik niemand iets vragen, kan ik zeggen wat ik wil en voelt het ook aan als mijn eigen werk. In het begin filmde ik ook zelf. Maar later is mijn beste maat, Robin Wittouck erbij gekomen. Ik leerde hem kennen op een set en we zijn in contact gebleven. Ik wens iedereen een maat als Robin toe. Ik steek het in elkaar en hij filmt dan. We hebben zo echt een band gekweekt. Robin werkt voor televisieprogramma’s en heeft nooit geoordeeld. Het sterkte me daarin ook dat mijn werk dan niet zo slecht moet zijn.”
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
“In zijn eindwerk, een stuk genaamd ‘Toaster’, speelde ik mee. In de nasleep daarvan mocht ik mee naar het kortfilmfestival in Leuven. Dat is echt ongelofelijk. Dankzij Robin, en mijn projecten in het algemeen, ben ik echt al op zoveel plekken gekomen waar ik voordien van dacht dat ik er nooit zou komen.”
Aan welke zaken denk je dan?
“Kijk, ik blijf een simpele werkmens en voel me ook niet meer dan dat. Ik ben geen vedette en ben hier ook nooit voor naar school gegaan. Maar ik heb bijvoorbeeld wel al reclamespots gemaakt voor Lidl en deed een samenwerking met de Rode Duivels. Voor de samenwerking met de Rode Duivels had ik een paar maanden eerder een ludieke opdracht gedaan om de restafvalzak te promoten en daardoor kwamen ze bij mij uit. Het was zot om die topvoetballers in het echt te zien en er ook mee samen te werken. Ik weet nog dat ik veel stress had. We hadden ook slechts zeventien minuten om te draaien, dus ik mocht niet missen. Eens het voorbij was, kon ik pas echt genieten. Ik vond het het meest impressionant om Jan Vertonghen te ontmoeten die dag. Hij was op dat moment titularis van de ploeg en is ook gewoon de meest gecapte Belg ooit.”
Wanneer ben je begonnen met die reclamespots?
“Ongeveer anderhalf jaar geleden. Dat is wel niet evident. Ik moet eerst vrijaf vragen, hopen dat ik ze krijg en vooral moet ik in eerste instantie al geselecteerd zijn. Het is ook helemaal anders dan mijn eigen projecten. Daar heb je minder controle en voer je eerder uit. Ik ben wel trots op die projecten en wat ik tot nu toe gedaan heb.”
En dan nog te denken dat al die projecten komen van iemand die in godbetert de Paradijswijk in Rekkem komt. Je woont hier al altijd?
“Inderdaad. Ik ben hier op mijn gemak en ben al graag eens alleen. Het is een wijk op een boogscheut van de Franse grens die is ontstaan uit arbeiderswoningen. Mijn ouders woonden hier en ik blijf hier met plezier. Oké, je moet alles met de auto doen, maar als ik thuis kom, kan ik alles achter me laten. De Paradijzenaars zijn gewone mensen en niemand zal zich hier boven z’n stand verheffen. De mensen zijn hier ook vriendelijk en zullen ‘goeiendag’ zeggen, maar zonder elkaar te storen.”
Wat mag de toekomst brengen?
“Er zijn sowieso nog veel video’s die ik op voorhand heb gemaakt die eraan komen. Ik blijf dus maandelijks iets online zetten. Ik ben eigenlijk al blij als ik binnen vijf jaar kan zien dat het nog steeds zo loopt als nu. Dit had ik vooraf niet durven denken.”
Met welke komiek zou je een avondje op pad willen gaan?
“Rodney Dangerfield, een Amerikaanse stand-upcomedian. Het is wat caféhumor, maar aangevuld met zelfspot, wat ik kan smaken.”
Meer info op www.facebook. com/BauwensNicolas.
Nicolas Bauwens
Privé: Nicolas is een trotse inwoner, maar misschien zelfs ook ambassadeur, van de Paradijswijk.
Loopbaan: Nicolas maakt humoristische shows, parodieën, reclamespots… maar speelde ook al mee in series.
Vrije tijd: Bauwens gaat om de twee weken bowlen, is een fervent verzamelaar van retro speelgoed en leest veel, het liefst van al autobiografieën.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier