“Sint-Pietersstraatje noem ik soms ’t Schepperskwartier…”: Yves geeft horecazaken een herkenbaar smoel

Deze biertapkranen kon Yves op de kop tikken, hij gaf het een plaatsje in interieur van l'Abattoir. © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

De bestelwagens van Yves Deschepper (40) stonden de jongste weken voor café l’Abattoir waar naarstig gewerkt werd. Met zijn Group Dylectro heeft hij in de regio al tal van horecaprojecten mogen realiseren. “En daarbij krijg ik van de opdrachtgever telkens de nodige vrijheid.” Onder meer in de Sint-Pietersstraat, de uitgaansbuurt in Izegem tegenwoordig, zette hij al vier panden naar zijn hand.

Met zijn gezin – Yves en Fien Vandekerckhove zijn samen de ouders van Grégorie (10) en Claire (5) – woont hij in de Oude Pittemstraat in Meulebeke. “Ik hou van ons huis, maar mocht ik het in Izegem kunnen plaatsen, ik deed het meteen. Mijn sociale leven situeert zich immers helemaal hier.” En ook zijn werkplaats heeft hij in de Vlietmanstraat, op een boogscheut van l’Abattoir. Yves groeide op in Izegem. “Ik heb er ook 30 jaar gewoond. Mijn moeder runde kapsalon Paribel, waar nu Marbre gevestigd is. Daarna was er later nog een apotheek, maar toen ik hoorde dat er een horecazaak zou komen, heb ik zelf een berichtje gestuurd met de vraag of ik de elektriciteitswerken mocht uitvoeren.”

Stekie als beste vriend

Yves studeerde aan het VTI in Izegem voor elektricien, in zijn vrije tijd was hij ook lange tijd dj. Vaak in de Ramses, hij hield er zijn vriendschap met David Stekelorum aan over. Nu draaien ze soms nog samen op huwelijksfeesten. “Ik begon dus uitsluitend met elektriciteitswerken. Maar ik werkte al snel samen met een timmerman in onderaanneming, begon ook projecten met sanitair en chauffage te aanvaarden. En door alles vanop de eerste rij mee te maken, leer je ook veel. Momenteel werk ik met vier mensen en ik zou nog twee timmermannen kunnen gebruiken. Maar op de vacatures, daar komt niemand op af.”

Nochtans kan Group Dylectro mooie projecten voorleggen. “Horeca heeft me altijd geïnteresseerd en door mijn werk als dj, ook onder in The Cottage, leer je heel wat mensen kennen. Ik mocht al een handje toesteken toen De Pauw werd ingericht, maar ik denk dat ’t Doolkruydt het eerste project was dat ik volledig in handen had. Het was trouwens ikzelf die Nico (Esprit, uitbater van ’t Doolkruydt, red.) tipte dat het pand te koop stond. In 2015 richtten we dat helemaal opnieuw in. Er kwam nieuwe parket in te liggen, maar omdat we dat een ‘oude look’ wilden geven, vroegen we iedereen om er met vuile schoenen binnen te komen.”

Nood aan deadlines

Bij zijn horecaprojecten neemt Yves (Dylectro staat voor Deschepper Yves Electro, red.) het totaalplaatje in handen. “Ik doe eigenlijk alles zelf, of stuur het toch aan. Het ontwerp is van mijn hand, een architect komt er normaal niet aan te pas. Ik kan uiteraard wel een plan of 3D-simulatie maken, als de opdrachtgever daar expliciet om vraagt. Maar meestal krijg ik carte blanche. En gaandeweg krijgt het dan vorm, sommige zaken passen we in de loop van het project nog aan. Of er komen nieuwe ideetjes bij… Omdat ik samen met mijn gasten en de onderaannemers alles zelf doe, volgen de werken elkaar in sneltempo op. Zo kunnen we op enkele weken tijd een mooie realisatie neerzetten. En vaak is het werken tot de laatste dag voor de opening. Maar eerlijk gezegd, zo’n deadline heb ik ook wel nodig.”

(foto Frank)
(foto Frank) © Frank Meurisse Frank Meurisse

“Als l’Abattoir straks opent, zal ik bij de eerste klanten zijn”

Group Dylectro was ook een van de aannemers die na de brand in het Rhodesgoed mee de schouders onder de snelle heropening zette. “De brand was ’s nachts, om 5 uur ’s morgens hing Wim (Degezelle, samen met Hilde Donck eigenaar en uitbater, red.) al aan de lijn bij mij. Uiteraard doet het je ook iets, die projecten zijn een beetje als mijn kindjes. Ik had al mee gewerkt aan het interieur en wilde maar al te graag opnieuw de inrichting doen. Maar dat was een serieus projectje hoor, ik was geloof ik zes kilogram vermagerd. Ook het stadsbestuur verleende goede medewerking en samen met wat collega’s konden we op een minimum aan tijd de heropening realiseren. Dat kon ook omdat we daar met zijn allen aan hetzelfde zeel hebben getrokken.”

Brand in Rhodesgoed

En bij de opening, dan geniet Yves ook letterlijk mee. “Dan zet ik me letterlijk tussen de klanten. De dagen en weken ervoor was het keihard werken, maar als l’Abattoir straks opengaat, zal ik bij de eerste klanten zijn. Ik maak me dan niet kenbaar, maar aanhoor graag de bevindingen van de mensen die binnenstappen.”

In aanloop naar de opening van het café in de Vlietmanstraat van zijn goede vriend David Stekelorum, dat zal uitgebaat worden door Hein ‘Hoppie’ Dekiere, was het ook nog even alle hens aan dek. “Uiteindelijk werd besloten om ook het hele sanitaire blok nog te vernieuwen. Dat namen we er in laatste instantie nog bij.”

Yves Deschepper haalt duidelijk veel voldoening uit zijn werk. “Gewoon een gat boren, een haakje hangen en een aansluiting doen. Dat moet ook gebeuren, maar daar heb ik het niet voor. Ik heb graag dat een project mijn handtekening draagt. En in horeca kan dat zeker, bovendien is het ook telkens een visitekaartje. Er komen immers veel mensen langs. Al doe ik natuurlijk ook privéprojecten, in woningen waar enkel bewoners en hun dichte omgeving langs komen. Die komen natuurlijk minder onder de aandacht.”

Retro-objecten

Opvallend zijn ook de vele unieke (retro)objecten die Yves binnensmokkelt in zijn projecten. “Wij komen natuurlijk op heel wat plaatsen. Soms willen mensen iets kwijt of doen wij spontaan een bod, want ik zie meteen de mogelijkheden. Voor de acht lusters van een oude villa, of voor de spullen in een cafeetje dat in een woning was ingericht.”

En ondertussen is het aantal horecarealisaties van Yves niet meer op één hand te tellen. “In de Sint-Pietersstraat alleen al zijn Ariba, ’t Doolkruydt en de tweede panden van ’t Hemelhuys van mijn hand. Ik noem dat straatje dan ook al eens al lachend het Schepperskwartier.” Verder was hij ook al actief in Marbre, deed hij het interieur van ’t Belfort, Bistro Belle en Maison Noire in Izegem, maar ook van ’t Bloemgat in Ardooie. “Daar hebben we het oude toogje in de nieuwe verwerkt. Die projecten zijn stuk voor stuk reclame voor mijn zaak”, besluit Yves.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier