Bezoek de tentoonstelling over Deken Jonckheere in Wevelgem
De Deken Jonckheerestraat… Een straat in het centrum vol levendigheid en bedrijvigheid. Je vindt er JC Ten Goudberge, het vroegere klooster, het Sint-Pauluscollege en het Sociaal Huis. De laatste jaren is de straat nog meer in het nieuws: de straat wordt onthard en wordt de centrale as van de scholencampus. Maar wie was Deken Jonckheere?
“Slechts weinig Wevelgemnaars weten nog wie hij was, waarom er een straat naar hem genoemd is” weet Willy Naesens. “Honderd jaar geleden draaide alles in Wevelgem om het vlas. Tussen 1850 en 1950 bracht het de gemeente rijkdom, de bevolking verdrievoudigde. Zonder het vlas zou Wevelgem nooit de bloeiende gemeente geworden zijn die ze vandaag is. Mijn vader was een vlasser, mijn grootouders en overgrootouders waren vlassers. Ik groeide als kind op tussen de vlaskapellen en de zwingelmolens. Mijn nonkel die opgroeide in de Papestraat te Wevelgem wist me te vertellen dat er bij hem thuis dikwijls over ‘meneere Jonckheere’ gesproken werd. Toen mijn overgrootvader na de eerste wereldoorlog zijn zwaar beschadigd vlasbedrijf overdroeg aan zijn zoon, dan was Achille Jonckheere getuige bij het verlijden van de akte. Ik ging dus op zoek, ik wilde meer te weten komen over wie die figuur precies was.”
Verdediger van de vlassers
In de jaren ’50 begon het bergaf te gaan met de vlasindustrie, maar voordien verdiende zowat heel Wevelgem zijn brood dankzij het vlas. Het was de periode waarin priester, later Deken Jonckheere, zich profileerde als verdediger van de vlassers en van de vlasindustrie in het algemeen.
Na zijn priesterstudies in Rome werd Achiel Jonckheere benoemd tot onderpastoor in Wevelgem. “Hij besefte al snel dat het geestelijke en stoffelijke welzijn van de vlassers – en bij uitbreiding van de hele bevolking – afhankelijk was van de rijkdom van het vlas”, vervolgt Willy Naesens.
“Deken Jonckheere besefte dat het welzijn van de Wevelgemaars afhankelijk was van de rijkdom van het vlas” -Willy Naesens
“Hij zag meteen ook de mogelijke gevaren: dat de vlasnijverheid ooit verloren kon gaan, dat de vlassers nauwelijks verenigd waren en hun belangen haast niet verdedigd werden. Hij maakte er dan ook een zaak van om in de hele Leiestreek de vlassers bij te staan. Bij hun conflicten met de fiscus of bijvoorbeeld hoe de roterijen in Gullegem of Sint-Elooiswinkel van Leiewater konden voorzien worden. Henri Minne, bekend Wevelgems vlasser, noemde hem “de ziel en de motor van alles wat met vlas te maken had.”
Twee jaar onderzoek
Zijn gedrevenheid en inzet voor de vlassers en de middenstand waren bijzonder groot in de jaren ’20 en ’30. Met de tweede wereldoorlog veranderde alles. E.H. Jonckheere trok zich terug uit het vlasverbond dat noodgedwongen opereerde onder de vleugels van de bezetter, en de middenstandsorganisaties hielden zich gedeisd of hielden op te bestaan. In 1941 werd hij benoemd tot pastoor-deken in Kortrijk, vijf jaar later stierf hij op 62-jarige leeftijd.
Willy Naesens bracht gedurende twee jaar alle informatie samen, wat leidde tot een artikelenreeks in het tijdschrift van Wibilinga en deze tentoonstelling in het kader van ‘Wevelgem 825’. De tentoonstelling vindt plaats in de Sint-Hilariuskerk, de kerk waar Achiel Jonckheere zovele malen de mis opdroeg in de 16 jaar dat hij er parochiepriester was.
“Ook al weten veel Wevelgemnaars niet meer wie Deken Jonckheere was, allen kunnen ze je de weg wijzen naar de Deken Jonckheerestraat” zo vervolgt Willy Naesens. “Straks wordt het wellicht de mooiste straat van Wevelgem, onthard en vol groene ruimte, met een heuse campus er middenin. Laten we de naam Deken Jonckheere in volle eer houden, niet alleen als eerbetoon aan de man die de vlassers en de vlasnijverheid in de gemeente op alle mogelijke vlakken heeft gesteund, maar ook als een getuigenis van het rijke vlasverleden van onze gemeente, vlas dat onze gemeente groot heeft gemaakt.”
De tentoonstelling Deken Jonckheere loopt van 17 september tot 7 oktober in de Sint-Hilariuskerk. Op zondag telkens tussen 9 en 12 uur en 14 en 17 uur. Op woensdag tussen 9 en 12 uur en op zaterdag tussen 14 en 17 uur. De inkom is gratis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier