Voorspelde babyboom blijft uit, en toch hebben vroedvrouwen het drukker dan ooit
Er zijn dit jaar meer baby’tjes geboren dan gemiddeld, maar van de vaak voorspelde babyboom is in West-Vlaanderen niet echt sprake. Toch hebben de verloskundigen er een bijzonder druk jaar op zitten. Meer consultaties voor de bevalling, een kortere ligduur na de geboorte en een pak meer administratie zorgen ervoor dat de vroedvrouwen vaak van mama naar mama moeten hollen.
Het is vaak voorspeld, maar lijkt toch niet echt uit te komen. De coronababyboom – een explosieve groei aan zwangerschappen en pasgeboren kindjes – is niet zo groot als vooraf werd gedacht. Uit de officiële cijfers van het Belgisch statistiekbureau Statbel blijkt dat er in de eerste negen maanden van 2021 al 8.319 baby’tjes zijn geboren in onze provincie. Dat zijn er 48 meer dan in dezelfde periode vorig jaar en ook meer dan het gemiddeld aantal geboorten tussen januari en september van de laatste vijf jaar. De coronajaren 2020 en 2021 zijn wel een trendbreuk met de almaar verder zakkende geboortecijfers in de jaren daarvoor, maar het verschil is volgens de West-Vlaamse ziekenhuizen niet van die orde dat ze het effect van de lockdowns op materniteit voelen.
“In ons ziekenhuis gaan we dit jaar niet hoger eindigen dan vorig jaar”, zegt An Decorte, hoofdvroedvrouw in het AZ West in Veurne. “Van die fameuze babyboom is bij ons zeker geen sprake. Vorig jaar hadden wel zo’n 12 procent meer kindjes, maar ook toen speelde de coronalockdown amper een rol voor de kersverse ouders. Het is niet dat mama’s en papa’s naar die periode verwijzen als het moment om de stap te zetten.” Ook in het Jan Yperman Ziekenhuis in Ieper, waar men dit jaar bijna aan 1.000 bevallingen zit, of het AZ Delta, waar ze 50 baby’tjes voorliggen in vergelijking met vorig jaar, is er van een heuse babyboom niet echt iets te merken.
Veel meer vooraf
En toch is het voor de vroedvrouwen een pak drukker dan het vroeger was. Daar heeft corona weinig mee te maken, geeft Emily Rosseel, hoofd van de kraamafdeling in AZ Delta, aan. “We hebben vandaag een pak meer prenatale consultaties, waarbij we de mama’s voor de bevalling toch zeker twee keer zien. Een bewuste keuze, enerzijds om hen de juiste informatie over wat hen te wachten staat te kunnen bieden. Maar anderzijds ook in functie van de mentale gezondheid van de mama’s.”
Bij twijfels of vragen komen de mama’s veel sneller naar het ziekenhuis - An Decorte, AZ West
“Een zwangerschap is lang niet altijd even rooskleurig. Door als vroedvrouw met de zwangere vrouwen over kleine of grote zorgen, vragen en verzuchtingen te praten, willen we eventuele psychologische problemen zo vroeg mogelijk opsporen. En indien nodig de juiste hulp opstarten”, aldus Emily Rosseel. “Er wordt veel meer preventief gewerkt”, zegt ook An Decorte van AZ West. “Ik werk hier nu 32 jaar en het verschil is enorm. Bij twijfels of vragen komen de mama’s veel sneller naar het ziekenhuis. Uiteraard is dat een goede zaak, zowel voor de ouders als voor de kindjes. Maar dat zorgt wel voor flink wat meer werkdruk.”
Meer vroedkundigen op komst
Ondanks de toenemende werkdruk voor vroedkundigen wint de opleiding aan de Vives-hogeschool in Kortrijk en Brugge aan populariteit. In vergelijking met voor de coronacrisis is het aantal starters aan de bachelor met ruim 3 procent gestegen. “We horen van onze studenten dat ze de keuze voor vroedkunde heel bewust maken”, zegt Magali De Pauw, opleidingshoofd aan Vives. “Die mensen kiezen heel doordacht voor een beroep in de zorg en willen een betekenisvolle rol in het leven van de ouders spelen.”
Wat de jongste jaren wel vaker voorkomt, is het feit dat vroedkundigen met hun diploma op zak nog aan een tweede opleiding beginnen. “Denk aan nog twee jaar verpleegkunde - absoluut een extra troef - of seksuologie”, aldus Magali De Pauw. “Wie wel meteen op zoek gaat naar werk, vindt in de meeste gevallen binnen de zes maanden een job als vroedkundige. Vaak bij ziekenhuizen, al zijn er geen overschotten aan vacatures. Gelukkig krijgen veel van onze studenten op basis van hun stage effectief een kans.”
Een tweede aspect is het feit dat ook vroedkundigen heel wat administratief werk hebben. “Wij schakelden begin dit jaar over van een papieren naar een digitaal dossier, waarin alles moet worden geregistreerd in functie van een vlotte overdracht en veilige zorg”, zegt Nathalie Vanbelle, hoofd materniteit van de Izegemse Sint-Jozefskliniek. “Alle medewerkers kregen daarvoor heel wat opleiding en het digitaal werken verloopt intussen zeker vlot. In het takenpakket van de vroedvrouwen is het er wel bijgekomen, dat maakt het voor ons intenser, maar tegelijk ook uitdagender.”
De tijd die mama’s met hun baby’tje in de kraamkliniek doorbrengen, is de jongste jaren ook alleen korter geworden. “Waar je vroeger makkelijk vijf dagen had, moet je nu in twee of drie dagen alle informatie, testen en zorg doorlopen. Ook dat is een uitdaging”, zegt Nathalie Vanbelle. “Je wilt het immers even persoonlijk en nauwkeurig doen.”
Sommige ziekenhuizen bieden mede daarom hulp van de eigen vroedkundigen bij de mama’s thuis aan, anderen werken daarnaast samen met een netwerk aan zelfstandige vroedvrouwen. “Zij volgen de mama en het kindje verder thuis, al dan niet in samenspraak met onze dienst”, zegt Emily Rosseel van AZ Delta. “Wij raden gezinnen die hulp heel bewust aan. Na drie dagen is niet altijd alles even perfect om het thuis te redden. Vandaag is die vroedvrouw aan huis echt wel de standaard, gelukkig maar.”
Niet terug naar vroeger
En wat met bezoekjes aan de kleine spruit? In de kraamafdeling staat alvast niemand te springen voor een drukte zoals voor corona. “Bezoek van dichte familie is leuk, maar het cafégebeuren van vroeger... Daar verlangt niemand nog naar”, glimlacht Emily Rosseel van AZ Delta. “Het is aangenamer werken voor ons, maar het is vooral veel beter voor de ouders en het kindje”, besluit An Decorte van AZ West. “Rust is het belangrijkste die eerste dagen, en ook zonder bezoek komt er al heel wat op je af.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier