Vissers krijgen zekerheid voor eerste drie maanden van 2021
De Europese Visserijraad bereikte een akkoord over de visquota voor de eerste drie maanden van 2021. Dat geeft voorlopige zekerheid in afwachting van het resultaat van de Brexit-onderhandelingen.
Op de jaarlijkse Europese visserijraad pleitte Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits (CD&V) voor voldoende zekerheid dat onze Belgische vissers na nieuwjaar hun activiteiten kunnen verder zetten. Die is er ook gekomen, toch voor de eerste drie maanden van het jaar. “Ik benadrukte verder het belang voor onze vissers voor de toegang tot de Britse wateren, inclusief toegang tot de twaalfmijlszone, met behoud van voldoende vangstmogelijkheden. Voor de bestanden die zich gedeeltelijk in de Britse wateren bevinden, kunnen de vissers nu langs de EU-zijde hun activiteiten starten op 1 januari 2021.”
De helft van de visvangst van de Belgische vissers komt uit Britse wateren. Om de visbestanden zoveel mogelijk op een duurzaam niveau te houden wordt er rekening gehouden met wetenschappelijke adviezen. De Belgische vissers werken actief mee aan de gegevensverzameling die nodig is voor de opmaak van de wetenschappelijke adviezen onder begeleiding van de Rederscentrale en het wetenschappelijk team van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingonderzoek (ILVO).
Voorlopige regeling
“Omdat het resultaat van de Brexit nog niet bekend is, deed de Europese Commissie een voorzichtig voorstel voor de visbestanden, waarbij voor de eerste drie maanden van 2021 een kwart van de vangstrechten van vorig jaar aan de lidstaten toegekend wordt”, legt minister Crevits uit. “Ik heb kunnen bekomen dat onze vissers ook een gedeelte van hun vangstmogelijkheden die ze dit jaar niet konden opvissen, hieraan mogen toevoegen. Hierbij wordt rekening gehouden met de seizoensgebonden visserijactiviteiten die klassiek in de eerste maanden van het jaar een piek kennen. Het is nu wachten op de resultaten van de Brexit-onderhandelingen om zekerheid te hebben over een langere periode.”
Dat de vissers ook nog een beperkt deel mogen vangen van de hoeveelheiden die ze vorig jaar niet konden opvissen, is belangrijk omdat de seizoensgebonden visserij in de eerste maanden van het jaar in verhouding groter is dan later in het jaar. Concreet is deze toelating vooral belangrijk voor de vangsten van tong en schol in het Kanaal. In de westelijke wateren kunnen onze vissers, naast de gewone hoeveelheid tong, schol en zeeduivel, meer schartong vangen. Daarnaast zijn er ook gebieden waar onze vissers in het eerste kwartaal niet komen, zoals de Golf van Biskaje.
“Toch enige houvast”
In een volgende Europese Visserijraad, in de eerste maanden van 2021, worden dan de definitieve vangstmogelijkheden voor 2021 vastgelegd. “België was al van bij het begin voorstander van deze ‘roll over’-aanpak, gelet op de tijdsnood en de blijvende onzekerheid over de lopende Brexit-onderhandelingen. Door de meest pragmatische oplossing naar voren te schuiven heeft de visserijsector toch enig houvast in deze onzekere tijden”, zegt minister Crevits. “Toch stelt de beperkte beschikbaarheid ook de Belgische visserijsector voor uitdagingen, vooral voor de visbestanden waarvoor ze slechts beperkte jaarlijkse vangstmogelijkheden heeft of voor haar seizoensgebonden visserij in het oostelijk deel van het Kanaal, voornamelijk tussen december en februari.”
Rederscentrale: “Onzekerheid blijft”
De Rederscentrale heeft de besprekingen opgevolgd en aangebracht dat het niet evident is om de visserij in te plannen op deze basis. “De activiteiten zijn seizoenaal, waardoor er voor sommige quota geen 25 procent nodig is in de eerste drie maanden, voor andere volstaat die 25 procent niet. De minister heeft dit meegenomen en verkreeg dat een extra 10 procent van de 2020-quota overgedragen kunnen worden naar 2021. Normaal gezien komen deze overdrachten pas later op het jaar, maar dit zal nu al op 1 januari toegepast kunnen worden.”
“Tevens is er de vaststelling dat de uitkomst van deze visserijministerraad niet is afgestemd met het nu derde land, het Verenigd Koninkrijk. Een EU-akkoord over de vangstmogelijkheden voor de eerste drie maanden van 2021 heeft geen invloed op de lopende onderhandelingen over een visserijakkoord – als onderdeel van een handelsakkoord – tussen de EU en de UK. Dit zijn dus heel wat akkoorden die er nog niet zijn, wat leidt tot onzekerheid.”
“De meest recente deadline voor een handelsakkoord was zondag 14 december, maar Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en premier Boris Johnson hebben toen besloten om de onderhandelaars nog wat meer tijd te geven en dit keer zonder nieuwe deadline. Momenteel wordt er dus nog verder gesproken over openstaande discussiepunten, waaronder visserij”, stipt de Rederscentrale aan.
“Succes blijft afhangen van akkoord met Britten”
“Veel Vlaamse reders hebben het afgelopen jaar de stap gezet naar investeren in vernieuwing en ondertussen zijn zeven nieuwe vaartuigen in aanbouw”, zegt Geert De Groote, reder van de Z.98 Op Hoop Van Zegen en voorzitter van de Rederscentrale. “Dit zijn investeringen van vijf tot zeven miljoen euro per rederij, die bovenop de bestaande initiatieven tot verduurzaming komen van de hele sector. We verdienen het niet om zo lang in onzekerheid over de nabije toekomst te moeten leven.”
“We appreciëren de steun en de dossierkennis van de minister en haar team om een werkbare situatie te bekomen voor de Vlaamse visserij vanaf 1 januari 2021. Haar steun aan onze vraag naar een duurzame oplossing voor de visserijproblematiek door de Brexit blijft ook nodig. We delen hetzelfde standpunt: een overeenkomst zo dicht mogelijk bij de huidige toegang tot elkaars visgronden en de huidige verdeelsleutel van de vangstmogelijkheden, biedt de duurzaamste oplossing voor iedereen, ook voor de UK. Het succes van het akkoord op de ministerraad, dat goed is voor de Vlaamse visserij, blijft afhangen van een akkoord over visserij met de Britten over activiteiten in hun wateren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier