Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele zet het licht op groen voor de restauratie van vier beschermde monumenten in West-Vlaanderen: Hoeve De Hemel (Zuienkerke), Meetkerkse Moeren (Zuienkerke), de Kapucijnenkerk (Oostende) en de Sint-Gertrudiskerk (Koekelare). De Vlaamse overheid kent hiervoor ruim 1,4 miljoen euro toe.
“Door te investeren in onroerend erfgoed zorg ik er niet enkel voor dat monumenten worden opgeknapt of historische landschappen er weer als vanouds uitzien. Investeren in onroerend erfgoed is ook investeren in het welzijn van burgers, in nieuwe economische impulsen, in toerisme en werkgelegenheid, in duurzaamheid en nieuwe ontwikkelingskansen”, zegt minister Diependaele.
Zuienkerke: Hoeve De Hemel
“De vroegere stal- en bergruimte van hoeve De Hemel worden ingericht als gastenkamers”, laat minister Diependaele weten. “De landbouwactiviteiten op de boerderij zijn al gedeeltelijk afgebouwd. Een gedeelte van de boerderij is vandaag ingericht als paardenpension. Om de site ook in de toekomst rendabel te houden, worden nu gastenkamers ingericht in de voormalige stal- en bergruimte. Beide gebouwen krijgen daarom een totaalrestauratie.” Voor deze werken voorziet de Vlaamse overheid een premie van 242.419,91 euro.
Bij het project staat de restauratie van alle oorspronkelijke elementen van de buitenschil centraal. Men behoudt en restaureert de zadeldaken met Vlaamse pannen, restaureert of vernieuwt al het buitenschrijnwerk naar historisch model, recupereert hang- en sluitwerk, en restaureert de gevels en gevelijzers. Ook in het interieur behoudt men zoveel als mogelijk originele elementen zoals de arduinen slieten en enkele vloerafwerkingen. Tijdens de restauratie pakt men ook het structureel probleem met de fundering van het bijgebouw aan door een onderschoeiing met funderingsplaat, de muren van beide gebouwen worden geïnjecteerd om de zoutproblematiek op te lossen, scheuren in het metselwerk worden volgens de regels der kunst hersteld.
Zuienkerke: Voormalig pompgemaal Meetkerkse Moeren
Het vroegere pompgemaal van de Meetkerkse Moeren wordt gerestaureerd. Een gemaal is een gebouw dat gebruikt wordt om de stand van het water te regelen in een bepaald gebied. Het pompgemaal bestaat uit het gebouw, de kaaimuren en de sluis, als ook de beschermde machinerie.
“Met de erfgoedpremie wordt de volledige site gerestaureerd”, vertelt minister Diependaele. “Daarna kan de site ontsloten worden voor het publiek via een toeristisch infopunt in de voormalige maalderij. Het monument ligt langs een fietsroute. De provincie West-Vlaanderen en het Polderbestuur werken samen aan deze restauratie.” Voor deze werken voorziet de Vlaamse overheid een premie van 121.804,71 euro.
De bescherming omvat het bakstenen gebouw met daarin de technische installaties (pomp, motor, elektriciteitscabine), de bakstenen muur die het perceel afscheidt van de straat en de brug over de watergang. Het geheel heeft een historische waarde omdat het een materiële getuige is van de geschiedenis van de Meetkerkse Moeren, waar sinds de 17de eeuw wordt geëxperimenteerd met verschillende systemen van droogmaling. Het pompgemaal heeft ook een industriële waarde. Dit stukje techniek toont de evolutie aan op vlak van de waterbemaling. In de 19de eeuw werden windmolens vervangen door een gemotoriseerde toepassing. Zo wilde men onafhankelijker worden van de onzekere windenergie.
Kapucijnenkerk in Oostende
Minister Matthias Diependaele: “Het dak van de Kapucijnenkerk wordt gerestaureerd. Dat betekent onder andere: vernieuwen van de dakbedekking in natuurleien, herstel van het timmerwerk, het behandelen van aangetaste onderdelen door vocht en houtborende insecten, het demonteren en terugplaatsen en keuren van bliksemafleiding en het hervoegen van gebarsten metselwerk. Het doksaal in de kerk was verzakt en werd al in 2008 gerestaureerd.” Voor deze werken voorziet de Vlaamse overheid een premie van 230.848,25 euro. Na de restauratiewerken in de kerk zullen er nog steeds erediensten georganiseerd worden.
De Kapucijnenkerk is één van de oudst bewaarde gebouwen van Oostende. De kapucijnen vestigden zich in 1615 in Oostende. De sobere kerk, op de hoek van de Kapucijnenstraat en het Mijnplein, werd gebouwd tussen 1618-1620. Daarna bouwden de kapucijnen ook een klooster, maar ze werden verdreven tijdens het Franse bewind. De barokke, eiken altaren zijn opvallend elementen in de kerk.
Sint-Gertrudiskerk in Bovekerke (Koekelare)
“De glas-in-loodramen van de Sint-Gertrudiskerk in Bovekerke (Koekelare) worden gerestaureerd. Sommige ramen zijn stuk of gebroken door onder andere roestvorming. Deze restauraties gebeuren zowel ter plaatse als in een restauratieatelier”, laat minister Diependaele weten. Voor deze werken voorziet de Vlaamse overheid een premie van 836.514,07 euro. Na de restauratiewerken blijft de kerk in gebruik voor erediensten.
De Sint-Gertrudiskerk is een bakstenen kerk die gebouwd werd in 1848 naar ontwerp van architect Pierre Buyck. Op dezelfde plek stond eerst een laat-romaanse kerk waarvan de achthoekige toren nog bewaard is. Deze toren dateert uit de 12de eeuw en is daarmee het oudste gebouw uit Koekelare.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de toren als uitkijktoren gebruikt. De Duitsers gebruikten het monument later ook als hospitaal voor Duitse soldaten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
