Op donderdagavond glijden ze met complete duikuitrusting het zwembad in. Waarom, kan je je afvragen. Als je voorzitter Arnold Clinckemaillie van de Nereïden enthousiast hoort vertellen over de fauna en flora van de Rode Zeebodem begin je het te begrijpen. Dankzij de duiksport kom je op plaatsen die je overrompelen met rust en schoonheid.
Of het geen gevaarlijke sport is, begin ik mijn gesprek met Arnold Clinckemaillie (81) die sinds 1995 voorzitter is van duikclub De Nereïden. “Dat doet me denken aan wat mijn ouders zegden”, lacht Arnold. “Hoge klemmers, diepe zwemmers, schaverdinners op het ijs… Ze zijn allemaal niet goed wijs! Neen serieus, het is geen gevaarlijke sport, tenminste: zolang je weet wat je doet. Dat is precies wat wij bijbrengen: duiken op een veilige en verantwoorde manier. We leren de technieken aan en tijdens onze wekelijkse trainingen oefenen we ook op gevaren die zich kunnen voordoen. Bovendien duik je steeds met begeleiding, een ervaren duiker vergezelt een minder ervaren collega.”
Wie wil duiken, moet eerst les volgen, die lessen vinden plaats in de Zwemkom op donderdagavond. Er komt heel wat theorie bij te pas, onder meer hoe je moet ademen, welke bewegingen je moet maken om te communiceren of wat te doen in geval van nood. Als de instructeurs denken dat je er klaar voor bent, kan je proberen je brevet te behalen. Daarvoor dien je te slagen in het praktijk- en theoretisch examen.
Doktersonderzoek
“Iedereen kan duiker worden”, zegt Arnold. “Een doktersonderzoek is nodig, maar eigenlijk moet je zelfs niet kunnen zwemmen. We hebben ooit iemand opgeleid die dat effectief niet kon, maar met de palmen zoals wij de zwemvliezen noemen, kon ze prima overweg.”
De club probeert de kost voor starters zo laag mogelijk te houden. De aanschaf van een duikuitrusting is nodig, maar de club geeft alle materiaal zoals duikflessen en ontspanners in bruikleen. Het spreekt voor zich dat de duikers zich niet beperken tot de drie meter van het Wevelgemse zwembad. Dichtbij zijn de duikplaatsen bij uitstek de Barges en Le Cornet in Doornik, waar tot 40 meter diep kan gedoken worden. Sinds kort kan je ook tot tien meter duiken in de Gavers, ideaal voor beginnende duikers.
De Nereïden zoeken steevast het avontuur op, bij voorkeur daar waar de zee het rijkst is aan fauna en flora. “Jaarlijks gaan we op duikweekend in Nederland en organiseren we duikreizen naar exotischere bestemmingen”, vervolgt de voorzitter. “We trokken verschillende malen naar Egypte. Wist je trouwens dat Hurghada bekend is geworden dankzij de duikers? Toen wij er kwamen was het nog een klein stadje. Het water is er helder en warm, er zit oneindig veel vis en het koraal is er prachtig. Ook in Cuba en de Maldiven zijn we al gaan duiken, zo’n groepsreis organiseren we om de twee jaar.”
Drijvend hotel
“Volgend jaar gaan we terug naar Egypte, maar we verblijven op een drijvend hotel. We blijven een week lang op de boot, dat bespaart ons heel wat heen-en-weergereis en zo kunnen we optimaal genieten van het duiken.”
Dat ze ook van andere zaken kunnen genieten bewijst de vrolijke sfeer die er heerst in het clublokaal ter gelegenheid van de 60ste verjaardag. En er worden ook activiteiten georganiseerd waar helemaal geen water of duikerspak aan te pas komt. “Vanzelfsprekend”, knikt Arnold. “We organiseren al eens een wandeltocht in de Ardennen, volgende maand bezoeken we Kortrijk onder begeleiding van een gids en wat echt heel leuk is, is een wildwaterrivier afzwemmen. Maar dat doen we dan wel weer met ons pak aan!”
Opgericht: duikclub De Nereïden vindt zijn oorsprong in Moorsele. In 1971 werd de zwemclub daar omgevormd tot een duikclub. Toen het zwembad in Moorsele gesloten werd, verhuisde de club naar Wevelgem.
Lokaal: hun sport beoefenen ze wekelijks op donderdagavond in de Zwemkom, napraten gebeurt in Sportbar Uit De Kom. Jaarlijks worden er duikuitstappen gemaakt, naar Nederland maar ook Egypte en Zuid-Frankrijk zijn geliefde bestemmingen.
(SL)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
