Rekkem Sport trekt aan alarmbel: “Duidelijkheid nodig over terreinen”
Nog twee seizoenen kan voetbalclub Rekkem Sport op de huidige terreinen terecht. Daarna vervalt de huur. Wat dan? Dat is een groot vraagteken en speelt de club parten. Ze hopen dat de stad actie onderneemt, maar volgens burgemeester Lust (Open VLD) ligt de bal in het kamp van Rekkem Sport.
Sinds jaar en dag ligt het hart van de voetbalminnende Rekkemnaar langs de Grote Weg. Rekkem Sport, met een barak als kantine en containers als kleedkamer, moet het niet van de luxe hebben, misschien wel van de charme. Meermaals werd de club doodverklaard, maar telkens herrees de groen-witte feniks uit de assen.
Anno 2024 is de club springlevend. “We hebben intussen 8 jeugdploegen, twee seniorenploegen en een veteranenploeg, goed voor ruim 150 actieve leden. Tijdens ons laatste tornooi namen 38 ploegen deel en ontvingen we 500 bezoekers”, zegt voorzitter Mathy Van Huylenbrouck trots.
Zo trots hij nu is, zo angstig is hij voor de toekomst. Eind 2025 loopt het huurcontract voor de terreinen af. De club kan dan nog het seizoen uitdoen, maar daarna is het de wens van de eigenaar om ze als landbouwgrond in te zetten – wat ook de bestemming van het veld is.
Volgens Van Huylenbrouck kan de stad de terreinen kopen – voor zo’n 500.000 euro, maar dat klopt niet volgens burgemeester Eddy Lust (Open VLD). Bovendien is dat volgens hem ook niet de taak van de club. Hopen op een verdere huur dan maar? Dat is het doel, al is daar wat onenigheid.
Lage huur
De huur was altijd laag en zou dus veel hoger liggen dan het huidige tarief. Daarover zou dus onderhandeld moeten worden. De voorzitter zit er wat gewrongen, want wat is het aandeel dat de stad wil betalen? Bij de stad zijn ze duidelijk: de bal ligt in het kamp van Rekkem Sport. “Tijdens een overleg werd gesteld dat de club gaat spreken met de eigenaars en dat ze op zoek gaat naar investeerders. Als die stappen genomen zijn, dan kunnen we weer rond tafel zitten”, aldus Lust.
Bij Rekkem Sport voelen ze zich onheus behandeld. Er wordt dan ook het minst geïnvesteerd in het kleine broertje van de vier voetbalclubs die de stad rijk is. Ergens logisch, aangezien een stad moeilijk grote financiële inspanningen kan doen voor infrastructuur dat niet de hare is. De aankoop van een AED-toestel is maar één voorbeeld. Bij de club zijn ze misnoegd dat de stad daar niet in wil voorzien. “We willen gewoon geen precedent scheppen, want straks wil elke vereniging er een”, klinkt het.
Uitwijken? Dat zou eventueel kunnen naar de site Steenland, bij de sporthal. “Daar zouden we op termijn dan een kunstgrasveld kunnen aanleggen”, aldus Lust. “Wat trainingen betreft kan er ook uitgeweken worden naar de terreinen van Racing Lauwe, bijvoorbeeld.”
Maar in beide oplossingen ziet Van Huylenbrouck geen graten. Het vertrouwde terrein – met eigen kantine voor extra inkomsten en voldoende ruimte – biedt volgens hem en zijn bestuur alles wat nodig is. Enige zaak is dus daar verzekerd te zijn van de toekomst. “Hier blijven is de enige oplossing, maar we voelen ons niet als volwaardige club behandeld ondanks ons bestaansrecht – we bieden sport aan op een laagdrempelige manier voor de deelgemeente.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier