Moandagmeisjes maken al 40 jaar het mooie weer op carnavalsmaandag: “Vriendinnen voor het leven”

Caroline Elias, Fanny Tanghe, Martine Welvaert, Brenda Stankevitck, Francoise Van Alphen, Nancy Meyers, Rita Portier, Hilde Welvaert en Rika Welvaert. © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

‘Overal, overal, waar de Moandagmeisjes zijn is ‘t carnaval’: al veertig jaar lang zet deze bonte bende op carnavalsmaandag de zotskap op, en dat zal dit jaar niet anders zijn. Behalve een flinke dosis humor, een franke teut en een stevige portie zelfrelativering, beschikken de dames ook nog over een trotse inborst. “We hebben zelfs onze eigen feestdag.”

Carnavalsgroep De Moandagmeisjes werd in 1984 opgericht als zustervereniging van de Waterpolo. “Onze Labber (Marc Larbrisseau, red.) stelde zich dat jaar kandidaat als prins, en wij hadden het lumineuze idee om op de maandag van carnaval eens met de lady’s op stap te gaan”, vertelt Nancy Meyers, lid van het eerste uur.

Cheergirls en chique wuuven, secretaressen en wc-madams, hippies en Hells Angels: aan inspiratie heeft het de Moandagmeisjes nooit ontbroken. “We doen elk jaar ons stinkende best om zo origineel mogelijk uit de hoek te komen”, aldus Nancy. “Elke keer met een ander thema, nooit tweemaal in hetzelfde zootje. De mensen zijn daar altijd heel nieuwsgierig naar.”

“Ook ons traditionele dansje in de biertent is legendarisch”, vult Fanny Tanghe aan. “Een passage van de Moandagmeisjes blijft meestal nog lang nazinderen.”

Vonken

De Moandagmeisjes pakten ook al vaak uit met ludieke doe-thema’s zoals haar knippen of schoenen poetsen. “Ooit zijn we eens met onze strijkplanken op stap geweest”, lacht Rita Portier. “Het resultaat: overal kortsluiting…” Bluv in je kot? Ook dat was buiten de Moandagmeisjes gerekend. “Met carnaval doen we altijd een kroegentocht”, vertelt Brenda Stankevitck. “Dus toen de cafés in coronatijd allemaal gesloten waren, trokken we er twee per twee opuit om leute te gaan maken… Verkleed als clochards.”

Hoewel wat jaartjes ouder ondertussen, vliegen de meisjes er nog altijd met evenveel goesting in. “We kunnen nog allemaal onze spagaat”, knipoogt Martine Welvaert, met haar 67 lentes het oudste Moandagmeisje. De jongste van de bende – met een verschil van twintig jaar – is Lotje. “Al die verschillende karaktertjes in de groep, dat geeft vonken”, zegt Brenda. Voorts zijn er ook twee Tanghes bij, en drie Welvaerts. “Allemaal zussen”, klinkt het.

Een voorzitster hebben de meisjes niet. “Maar wel een leidster”, wijzen de dames enthousiast. “Leidster met lange ij dan”, nuanceert Caroline Elias. “Ik ben al eens den uul van ‘t spel.”

“Maar we zijn vriendinnen voor het leven”, zegt Rita. “Ons motto is ‘samen uit, samen thuis’: we zorgen uitstekend voor elkaar.” In goede én in kwade dagen, zo blijkt. “Een glasscherf in iemand voet, een lelijke val tussen de tramsporen: we zijn al meer dan eens op de spoed beland.” Een van de meisjes kwam zelfs al in het water terecht. “Geen nood, zou je dan denken. We hebben tenslotte een aantal goeie redsters in de groep. Alleen kwamen die zelf niet meer bij van het lachen”, grijnst Martine. “Zo zie je maar weer: de beste stuurlui staan niet per se aan wal.”

Eigen feestdag

De Moandagmeisjes zijn overigens nog zoveel meer dan een bende zotte carnavalisten. “We doen ook altijd een fietstochtje in de zomer, en in oktober gaan we op verrassingsweekend. We hebben zelfs een eigen feestdag: dag van d’onnozele joeërs”, grijnst Francoise Van Alphen. “Al van ‘s ochtends vroeg hangen we dan aan de lijn om elkaar een proficiat te wensen.”

Overal waar de Moandagmeisjes zijn, is ‘t carnaval. “Op café zien ze ons graag komen: de uitbaters zijn dan meteen verzekerd van de ambiance. En het verspreidt zich als een lopend vuurtje als de Moandagmeisjes op komst zijn. Ze zijn daar, ze zijn daar wordt er dan overal gefluisterd. In Blankenberge kent iedereen ons, maar toeristen kijken hun ogen uit.” Starten doen de Moandagmeisjes steevast in ‘t Kapiteintje. “Daar kennen ze onze hits.”

“De jongere generaties hebben er ook wel veel respect voor dat wij nog altijd elk jaar met dezelfde bende gaan carnavallen”, zegt Caroline. “En ondertussen zijn er zoveel mooie herinneringen dat we niet één, maar wel tien boeken zouden kunnen schrijven…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier