Henri D’Hulster uit Oostende blikt terug op lange voetbalcarrière: “Nooit in eerste klasse, maar toch tevreden”
Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes.
De naam Henri D’Hulster past ongetwijfeld in het rijtje stervoetballers dat op de Oostendse voetbalvelden heeft rondgelopen: Laurent Verbiest, Wilfried Puis, Berten Verschelde, Rudi Tempere, Pol David. Om de absolute top te bereiken, moet je wat geluk hebben en mag je haar niet te lang zijn.
Henri heeft nooit in eerste klasse gespeeld, maar hij mag wel fier zijn dat hij de vader is van zesvoudige zilveren voetbalwinnaar, Olivier. Ook kleindochter Gaëlle Nierynck (18) loopt in zijn voetsporen, als lid van AA Gent en The Red Flames.
30 jaar postbode
Henri D’Hulster is geboren op 23 februari 1948 en groeide op in het Visserskwartier, dicht bij d’Oede Miene’, waar hij als kleine jongen leerde voetballen. Voor basketball was hij te klein. Na de Vannesteschool, de afdeling metaal in STIO en zijn legerdienst, werkte hij eerst aan de stad, voor hij gedurende 30 jaar postbode werd bij de Posterijen.
In1971 trouwde hij met Marie-Claude Gadeyne, overleden in 2006 en de mama van dochter Sophie (50) en zoon Olivier (44). Henri woont nog steeds in De Nieuwe Stad en met vriendin Nicole De Baets geniet hij van een rustig leven, de familie en ook van de drie sportende kleindochters.
Voetballen op het plein
“Voor mij startte het allemaal bij VG Oostende”, begint Henri zijn verhaal. “We voetbalden alle dagen op het plein van d’Oede Miene, samen met Smitje, René Deweert en ‘Spike’ Cyriel Starkey, de vader van Jacky Starkey. Ik was pas tien toen ik een kaart tekende bij ‘t VG en ik speelde mijn eerste officiële wedstrijd bij de miniemen, met trainer Mon Vandenberghe. Paul Van Laer en Gilbert Moul waren mijn ploegmakkers in verdediging.”
“Ik heb alle jeugdrangen van VGO doorlopen en met de juniores speelden we kampioen. Als junior mocht ik meespelen met de beloften. Later trainde ik ook met de A-kern. Trainer Robert Goethals was nogal conservatief en, omdat ik lang haar had en fan was van The Rolling Stones, kreeg ik geen speelkansen in de eerste ploeg. Eddy Pylyser en Robert Linskens kregen de voorkeur. Tegen La Louvière mocht ik Eddy Decorte vervangen en ik ben nooit meer uit de ploeg gegaan, van mijn 21ste tot mijn 35ste, tot aan de fusie. We promoveerden van derde naar tweede.”
Wereldploeg
“De laatste drie jaren met VGO speelden we op het Albertpark. We hadden een wereldploeg met Luc en Jean-Pierre Sanders, Berten Verschelde, Rudi Tempere en Adi Perdao. Als libero was ik topschutter met 15 doelpunten. Onvergetelijke topmatchen waren de derby’s tegen ASO.”
“Wij speelden eindronde, maar mochten en wilden niet naar eerste klasse. Freddy Qvick wilde me mee naar AA Gent, maar VGO vroeg te veel geld. Ploegmaten Rudi Tempere, Roger Coenye en Luc Sanders mochten mee en speelden wel in eerste klasse.”
Henri D’Hulster werd wel drie jaar lang geselecteerd voor de nationale ploeg van de Post, met niemand minder dan Jean-Marie Pfaff in doel tegen Spanje.
“Ik speelde in de spits en scoorde goals aan de lopende band. We trainden op woensdag en moesten dan niet werken. Toen ik pas getrouwd was, kon ik niet mee naar Italië voor een mooie interland. Met de entente van derde nationale, een selectie A-B, speelde ik ooit op Anderlecht, tegen Rensenbrink. Ik testte tweemaal bij de beloften van Club Brugge, ook bij Cercle, maar ook daar heb ik niets meer van gehoord en ontbrak de chance. De prijs van 2,5 miljoen frank (62.500 euro, red.) was te hoog of mijn te lang!”
“De fusie was een verhaal apart, met twee voorzitters: Debruycker tegen Volckaert. Het klikte met de ploegmaten: Vandeput, Vanhaecke, Saliau, Wittewrongel, Bellaert en vele anderen. Debruycker had het meer voor Hedwig Hagers en het was moeilijk voor mij. Mijn contract werd niet verlengd.”
Speler-trainer
Op 35-jarige leeftijd genoot Henri van een vrije transfer en hij trok voor twee seizoenen naar SV Diksmuide als speler-trainer. “Drie matchen voor het einde stonden we zes punten voor. We wonnen geen match meer. Het is nooit uitgekomen hoe dat mogelijk was. Na Diksmuide volgden drie jaar als speler bij SV Veurne.”
“Na anderhalf seizoen nam ik over als trainer. Door interne strubbelingen ruilde ik SV Veurne voor vier jaar KEG Gistel. We speelden kampioen en toen Jaak Tavernier voorzitter werd, moest ik wijken voor Stan Bollen. Met SV Diksmuide, SV Veurne en KEG miste ik telkens de overgang naar een nieuw stadion.”
Als trainer bij SV Nieuwpoort, ook vier jaar, liet Henri zijn zoon Olivier overkomen van KVO. “Hij was zogezegd te klein om bij de nationale juniores van KVO te spelen en moest aantreden bij de gewestelijke. Ik haakte af als jeugdtrainer bij KVO en liet Olivier op 16-jarige leeftijd aantreden in vierde provinciale.”
“Dat seizoen kreeg hij een ferme scheute en hij scoorde 19 doelpunten. Hij kreeg meteen een transfer naar VGO en het was de start van zijn mooie voetbalcarrière, die bekroond werd met zes keer de zilveren voetbal, als topschutter bij VGO, VV Coxyde, SVD Handzame en SV Bredene.”
Best tevreden
“Als ik terugkijk op mijn voetbalcarrière mag ik best tevreden zijn. Van eerste klasse heb ik nooit mogen proeven. Toch ben ik er fier op dat ik mijn voetbaltalent heb kunnen doorgeven aan mijn zoon en kleindochter Gaëlle. Olivier scoorde meer dan 500 goals in zijn zilveren carrière. Dochter Sophie is gehuwd met Johnny Nierynck, die als speler (KVO, Cercle, red.) en als trainer (SV Bredene, Westhoek, red.), ook naam en faam heeft gemaakt.”
“Kleindochter Gaëlle (18) is een voetbaltalent van in de wieg. Ze volgde les aan de voetbalschool in Leuven en speelt nu in eerste bij AA Gent en bij The Young Red Flames. Uiteraard ben ik een van haar grootste fans. Ondanks de moeilijke tijden waarin we leven, probeer ik nog volop te genieten van mijn leven vol voetbal en muziek!”
(FRO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier