‘Flandrienne’ Elien Lavens richtte vrouwenafdeling WTC op: “Ik ben haast verslaafd aan koersen”

Elien Lavens combineert wielrennen graag met lopen. © MC
Rémi Bruggeman
Rémi Bruggeman Medewerker KW

Elien Lavens (36) mag dan wel net niet op het hoogste schavot zijn geëindigd tijdens de jaarlijkse Miss Flandrienne-verkiezing van de Vlaamse Wielerbond, een lans breken voor het vrouwenwielrennen zal ze sowieso met verve blijven doen. Zo’n negen jaar geleden kreeg ze de wielermicrobe te pakken en met de club WTC Surplace Menen heeft ze sinds de coronaperiode ook een vrouwenafdeling opgericht.

“Goh ja, ik was vroeger eigenlijk echt antikoers. (lacht) Net zoals velen ergerde ik mij ook wel eens aan pelotons vol wielertoeristen langs de weg. Maar sinds ik met mijn vriend Glenn samen ben is dat allemaal veranderd. Hij heeft zijn eigen koersclubje, WTC Surplace Menen, en gaat elke zondag fietsen. Na wat aandringen ging ik eens meefietsen op een geleende fiets. Ik wou er niet meteen eentje kopen. Die eerste rondrit was de Tabaksroute (een route waarbij je het tabaksverleden van Wervik en Zonnebeke ontdekt, red.). Dat is het dichtste en makkelijkste parcours als je van Menen vertrekt. Dat moet zo’n acht tot negen jaar geleden geweest zijn. Ik was wel sowieso al sportief, dus dat was het probleem niet. Al van toen ik nog heel jong was, ben ik een fervent loopster. De fysiek zat dus zeker goed. Ik vond het fietsen in groep meteen leuk. Het is iets heel anders dan gewoon fietsen. Ik moest wel wat hulp krijgen bij het schakelen, maar dat is normaal. De week erna heb ik al mijn eerste koersfiets aangeschaft. Ondertussen ben ik haast verslaafd aan koersen.”

En dat doe je dus sinds die ene fietstocht wekelijks met WTC Surplace Menen?

“Dat klopt. Tijdens corona heb ik samen met Mieke, een vriendin van me, ook een vrouwelijke tak opgericht. Op zaterdag rijden de vrouwen, op zondag zijn het de mannen. Dat is ook wel handig voor de koppels met kindjes in de club. De verdeling is trouwens zeker niet strikt te nemen. Mannen mogen ook met ons meedoen. In totaal zijn we met een veertigtal. Er zijn iets meer vrouwen dan mannen. Onze hoofdsponsor is bar The Lemon in Menen en van daaruit starten we ook onze ritten. Vele leden zijn van Menen, maar er zitten er ook tussen van Wevelgem, Heule en Wervik.”

En in een klein decennium heb je het dus geschopt tot kandidate voor Miss Flandrienne. Hoe kwam dat precies tot stand?

“We zijn al eventjes aangesloten bij de Vlaamse Wielerbond (VWB). Om de drie maanden krijgen we dus zo’n boekje binnen. Doorgaans blader ik daar wel eens door, maar ik had er eigenlijk nog nooit deftig naar gekeken. Toen ik het dan voor het eerst aandachtig doornam, zag ik dat er een Miss Flandrienne-wedstrijd bestaat en het leek me wel een tof initiatief. Ik las de voorwaarden en zag dat het op zich niet zoveel inhield. Ik moest een foto doorsturen en uitleggen waarom ik een goeie kandidate zou zijn. Ik kreeg iets later al een mail dat ik mocht meedoen. Er volgde een fotoshoot en ik kwam zo zelfs in het boekje. Daarna volgde er een periode waarin de mensen konden stemmen. Ik liet me ook fotograferen door een vriend van me die hobbyfotograaf is en een andere vriendin maakte daar een flyer van met QR-code. Ik had die altijd op zak in de stemperiode en maakte zo wel wat reclame, maar het is niet dat ik het van de daken heb geschreeuwd.”

Hoe is de wedstrijd geëindigd?

“Op 13 april was de huldiging. Ik werd uiteindelijk tweede. Ik had me ook vooral ingeschreven omdat ik het leuk vind dat het vrouwenwielrennen in de kijker kan worden gezet en ben blij dat ik daaraan heb kunnen bijdragen. Het vrouwenwielrennen krijgt wel al meer aandacht. We hebben geluk dat we met Lotte Kopecky een Belgische hebben die het zo goed doet! Toch is het verschil in aandacht wel nog altijd groot, maar wel minder dan in bijvoorbeeld het voetbal.”

Wat zou je zelf op sportief vlak jouw strafste prestatie noemen op de fiets?

“Mijn eerste grote uitdaging was Parijs-Brussel. Dat deed ik in vier dagen met zo’n honderd kilometer per dag. Dat was op zich wel al heel pittig, want ik koerste dan nog niet zo lang. De tweede grote beproeving was de beklimming van de Mont Ventoux. Het strafste dat ik tot nu toe gedaan heb, is wel een koersvakantie in Spanje met een paar vriendinnen. We fietsten elke dag van punt naar punt gedurende vier dagen. Dat kwam op een 60 tot 80 kilometer per dag, maar wel met heel veel hoogtemeters. De Mont Ventoux was ook heel lastig, maar na 25 kilometer zat het er wel al op.”

Heeft het lopen plaats moeten maken voor het wielrennen zo’n negen jaar geleden?

“Nee! Ik zie het als een goede combinatie. Ik blijf lopen. Ik heb bijvoorbeeld in april nog de Ten Miles in Antwerpen gelopen. Ik ga ook sneller een toertje lopen dan dat ik op de fiets spring. Je bent immers minder lang weg dan als je gaat fietsen. De zaterdagochtend blijft wel heilig, want dan gaan we dus fietsen met de damesploeg.”

WTC Surplace Menen organiseert op zaterdag 28 en zondag 29 september het allereerste Cyclo Weekend van de club. Je kan je inschrijven voor een rit van 40, 70 of 90 kilometer. De prijs bedraagt 4 euro voor VWB-leden en 6 euro voor niet-leden. De sponsors zijn The Lemon, Clark Potie, Cyclab, Coysman Interieur, Gevelrenovatie Neve, Het Haarateljee en Dejonckheere.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier